Zondag 10 september is het niet alleen Balgoyse kermis, maar staat Balgoy ook in het teken van Open Monumentendag, en dit jaar draait alles om het prachtige thema van Levend Erfgoed. Wat bedoelen we hiermee? Wel, Levend Erfgoed omvat de kostbare culturele gebruiken en tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Het zijn die waardevolle stukjes erfgoed die mensen van huis uit hebben meegekregen, eigen hebben gemaakt en met liefde doorgeven aan de volgende generaties.
In Balgoy wordt momenteel nagedacht over de toekomst van de H. Johannes de Doperkerk. Deze gelegenheid heeft de heemkundekring Pagus Balgoye aangegrepen om hier extra aandacht aan te schenken. Dat gebeurt middels een expositie in de Oude Toren met onder andere beeld- en geluidsfragmenten over de Balgoyse kerk. Ook de oude toren zelf kan dan bezichtigd worden.
Het Nederlandse religieuze erfgoed is werkelijk schitterend en kan rekenen op de warme waardering van een breed publiek. Monumentale kerken, kloosters en hun prachtige interieurs worden gekoesterd door zowel jong als oud, of men nu zelf actief kerkganger is of niet. Maar helaas staat dit erfgoed onder druk door het afnemende aantal religieuzen, waardoor veel kerken hun deuren sluiten, een nieuwe bestemming zoeken, of zelfs het gevaar van sloop dreigt.
Het kerkgebouw zelf is misschien geen ‘levend erfgoed,’ maar het ‘Rijke Roomsche Leven’ dat het vertegenwoordigt, is dat zeker wel. Het mag dan wel een tijdperk uit het verleden zijn, maar bij talloze vijftigplussers, vooral in het katholieke zuiden van ons land, leeft de herinnering aan die tijd nog steeds. Mensen die deze periode bewust of onbewust hebben meegemaakt, spreken erover in nostalgische bewoordingen. Hun kinderen en kleinkinderen willen meer weten. Wat betekende dat precies, dat ‘Rijke Roomsche Leven’?
In vrijwel elke familie had je wel een ‘Heeroom’ of een ‘tante non.’ En hoe werd je priester? Dat gebeurde door een roeping. Tijdens het tijdperk van het ‘Rijke Roomsche Leven’ waren er talloze priesterroepingen. De priesterwijding was een groots en feestelijk gebeuren, niet alleen voor de familie maar voor de hele parochie. De pastoor leidde niet alleen de parochie maar was eigenlijk betrokken bij elk aspect van het menselijk leven. Geboorte, opgroeien, trouwen, rusten, ziekte, sterven – elk moment van het menselijk leven werd begeleid door de kerk.
Alle kinderen deden de Eerste Heilige Communie. De voorbereiding vond plaats op school en in Balgoy kwam de pastoor of de kapelaan naar de klas, of de kinderen trokken naar de kerk. De kleintjes leerden netjes zitten in de kerkbank, maakten zich vertrouwd met het biechten en de handelingen tijdens de mis. De viering van de Eerste Heilige Communie was een prachtige, feestelijke dag voor de kinderen en hun families, en het hele dorp deelde in die vreugde.
Een ander voorbeeld van het ‘Rijke Roomsche Leven’ is de H. Mis met drie Heren, een Hoogmis bij speciale gelegenheden. Een voorbeeld is de H. Mis vanwege het 50-jarig huwelijksfeest van de opa en oma van mijn echtgenote in 1960. Piet Jans, geboren in Escharen, vader van Harry Jans en opa van Ans Jans (mijn echtgenote) trouwde in 1910 met de Balgoyse Hanna Kersten. Ze gingen daarna in het ouderlijk huis van Hanna Kersten wonen in Balgoy. In 1960 waren ze dus 50 jaar getrouwd en dat werd vanzelfsprekend ook in de kerk gevierd. Pastoor Remy, in 1958 als pastoor benoemd in Balgoy, deed toen samen met twee zonen van Albert Jans uit Velp (N.Br.) de mis. Albert was een broer van Piet Jans. De twee zonen waren Antonius Henricus “pater Alardus” Jans, geboren 27.10.1908 in Velp (N.Br.), overleden 2.2.1985 in Nijmegen en Petrus Antonius “pater Severinus” Jans, geboren 4.10.1913 in Velp (N.Br.), overleden 7.8.2009 in Tilburg. Severinus was petekind van Piet Jans.
Een kazuifel behoort tot de gewaden die worden gebruikt in de katholieke eredienst. Het is het priesterlijk bovengewaad, dat is voorgeschreven voor de hoofdcelebrant van een eucharistieviering. Priesters en bisschoppen dragen onder hun kazuifel een albe en een stool, manipel en cingel. Vanaf de negende eeuw wordt het kazuifel niet meer door alle clerici gedragen. De subdiakens dragen voortaan een tunica en de diakens een dalmatiek. Beide gewaden onderscheiden zich van het mouwloze kazuifel door mouwen. Ook als meerdere priesters in een H. Mis voorgaan, zal in principe alleen de hoofdcelebrant een kazuifel dragen.
De expositie vond plaats in de Oude Toren, die na een grondige restauratie sinds 2000 het visitekaartje is van heemkundekring Pagus Balgoye en nu regelmatig wordt gebruikt voor exposities, zeker na de aanpassingen achter de toren vorig jaar. Een keer per jaar op de feestdag van Johannes de Doper wordt er een openluchtviering gehouden.
De expositie laat een een stukje zien van het Balgoyse ‘Levend Erfgoed,’ dat we koesteren en delen met de wereld. Het herinnert ons aan een tijdperk dat mag zijn verdwenen, maar nooit zal worden vergeten. Het ‘Rijke Roomsche Leven’ is een deel van onze geschiedenis en identiteit, en het blijft levendig door de verhalen van degenen die het hebben beleefd. Op Open Monumentendag in Balgoy vieren we niet alleen het verleden, maar ook het Levend Erfgoed dat ons verbindt met onze roots en ons erfgoed in stand houdt voor toekomstige generaties.