Koningin Wilhelmina bezoekt Balgoy op 2 januari 1926 – Harrie Jans, pater Vincentius en een redacteur van de Telegraaf doen verslag

F87302

Op 31 december 1925 ’s morgens om 07.30 uur sloeg het hoge water een gat van 100 meter in de maasdijk bij Nederasselt waardoor in een korte tijd een heel groot gedeelte van het Land van Maas en Waal onderliep (Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen).

Tijdens het interview dat Ruud van Haren en ik hadden met Leo Klaassen (de Gelderlander) voor het artikel dat zaterdag 27 juli werd gepubliceerd in de Maas-Waal editie, “Wilhelmina verraste het verdronken Balgoij, nu krijgt ze er een monument”, vroeg hij enkele keren naar details zoals: “Hoe kwam Wilhelmina in Balgoy?” en “Wie waren er behalve koningin Wilhelmina allemaal bij” en “Hoe zat dat nu precies met dat vee in de kerk, wanneer mocht dat naar binnen?”. Daarom een zo nauwkeurig mogelijke reconstructie met ooggetuigen.

Eind december 1925 was het weer heel slecht met veel sneeuw en hevige regenval. Dit had tot gevolg dat het water van de Maas tot het randje van de dijk stond. Oudjaarsdag stond een zuidwesterstorm pal op de kwetsbare dijk en het water sloeg een gat van honderd meter tussen Overasselt en Nederasselt ter hoogte van boerderij ´t Roth (zie kaart hieronder). Tijdens de vroegmis in de Overasseltse kerk even na half acht stroomde tijdens het Evangelie de kerk ineens leeg en bleef de pastoor verbaast achter. Iemand riep nog: “D´n diek is deurgebroken” en toen was iedereen weg (Maas & Waal Cultuur Express).

kaart1931

Een kadastrale kaart gedateerd 1931 met daarop aangegeven de plaats van de dijkdoorbraak (rechtsonder) en de kerk en pastorie in Balgoy waar koningin Wilhemina aan land ging (linksboven). Opgestapt bij het klooster in Alverna vaarde op 2 januari een gezelschap via Lunen, Nederasselt, de Eindschestraat, naar de pastorie in Balgoy. De plaats waar de dijk over een lengte van 100 meter werd weggeslagen bij boerderij ’t Roth is ook aangegeven (rechtsonder).

Harrie Jans in Andere Tijden“Wij hoorden het in Balgoy tegen een uur of acht, half negen” vertelde Harrie Jans in de TV-documentaire “Andere Tijden, Kronkels van de Maas”. “En tegen ongeveer half vijf was het water in Balgoy, ’s avonds. En het bleef wassen tot ’s nachts half twaalf ” Harrie Jans woonde als 13-jarige jongen bij zijn ouders Piet Jans en Hanna Kersten in de Torenstraat. “Het water kwam gewoon over die grote bult hin, en zo….. En het begon te ruisen. Dat water viel daar in ene keer een meter omlaag”. Dit verhaal vertelde hij in december 2007 alsof het een dag ervoor was gebeurd (het werd in januari 2008 uitgezonden). Het geeft aan wat voor impact het voor de mensen in die tijd moet hebben gehad.

Harrie Jans Andere Tijden 2“Mijn vader zei: waar moet ik met het vee naartoe?”, vervolgde Harrie Jans. “Gewikt en gewogen. Zullen we met al ’t vee naar de kerk gaan? Want de kerk ligt hoog hier. En ’s nachts een wind. Waaien, regenen. Die nacht, geweldig! En dat vee liep tot zover in de modder”. Hij vervolgt: “Toen kwam de koningin. En die juffrouw, Willemien, werd toen gedragen. Prins Hendrik was erbij. En nog een paar anderen waren erbij. Mijn vader zei, daar komen een stuk of wat nieuwsgierigen aan, zet ie”.

Wie waren nu precies die anderen en hoe kwamen ze in Balgoy? Allereerst de plannen van koningin Wilhelmina. Zij reisde op 1 januari met de trein van 08.46 uur van den Haag naar Nijmegen. Dat deed ze vanzelfsprekend niet alleen. Haar gevolg bestond o.a. uit freule van Swinderen en adjudant onderofficier Hr. Verheijen (burgerkleding). De aankomst in Nijmegen was om 12 uur ’s nachts. Ze overnachtten in de koninklijke trein. Op 2 januari om 08.30 uur voormiddags was de tocht gepland naar de doorbraak van de dijk bij Nederasselt (zie detail uit de journalen van de reis hieronder).

detail archief Wilhelmina

Detail van de journalen van de bezoeken van Wilhelmina, bijgehouden door haar particulier secretaris F.M.L. baron van Geen, 1904, aug 1 – 1929 jun en baron van Heemstra. Archief van koningin Wilhelmina (A50).

2560px-Franciscanenklooster_Alverna_1

Klooster Alverna aan het einde van de 19e eeuw (Bron: Pontianus Polman & Maturus Hendriks (1980) Alverna. Van begin tot einde).

Nog meer details vinden we in het verslag van de reis door de enige journalist die mee mocht reizen, een speciale redacteur van de Telegraaf. Zijn ervaringen en verslag zijn terug te vinden in de Telegraaf van zondag 3 januari 1926 en de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbosche Courant van maandag 4 januari 1926. Zoals ook al uit het journaal van koningin Wilhelmina bleek, vertrok het gezelschap om 08.30 uur vanuit Nijmegen en wel met koninklijke auto’s. Koningin Wilhelmina was gekleed in een donkerbruin gevoerde regenmantel en vetleren laarzen; prins Hendrik droeg een regenjas en rijlaarzen. Omdat de Rijksweg naar den Bosch ook ondergelopen was, moest overgestapt worden op roeiboten (vletten). Om 09.15 uur vertrekken de vletten bij het klooster van Alverna. Als herinnering werd aan de Graafseweg in Alverna tegenover het klooster een monument geplaatst. Het is een granieten obelisk op een uitspringende sokkel. Aan de zijde van de Graafseweg staat erop: Quae primae in honore /et primae in amore/watersnood 1926. (In Liefde ging voorop, die vooraan staat in ere). Op 25 mei 1927 werd het monument door prins Hendrik onthuld.

Alverna_(Wijchen)_monument_watersnood_1926,_Graafseweg

Monument watersnood 1926 (Bron foto: Wikipedia).

In de voorste vlet die vanaf het Alverneese klooster vertrok zaten de koningin, prins Hendrik, de commissaris der Koningin in de provincie Gelderland en commandant Harmsen van de Marine; in de tweede vlet jhr. Roell, gepensioneerd generaal, vice-voorzitter van het Rode Kruis, burgemeester van Ryckevorssel uit Wijchen, freule van Swinderen en jhr. Verheyen, adjudant van de prins; in de derde vlet de hoofdingenieur van den Waterstaat, de heer Seydenzaal, kapitein E. Werner en de redacteur van de Telegraaf, die als enige journalist de tocht volgde. Op elke vlet was ook een gids, die de streek kende en wist hoe gevaren moest worden. De vletten waren verder bemand met vier matrozen en een konstabel (marine onderofficier).

Het aanzicht richting Nederasselt was een eindeloze, grauwe watervlakte, een meer, met hier en daar daken van huizen. Daarboven grijze en donkere regenwolken. De regen kwam met bakken uit de lucht en er gierde een gure storm. Met vaste slagen werd tegen de stroom in opgeroeid richting Nederasselt en Balgoy. De vletten zaten regelmatig vast tegen een heg of een paal die onder het wateroppervlak verborgen zat. In Nederasselt aangekomen, werd goed zichtbaar dat het water anderhalve meter in de huizen stond.

image761

Gebroeders Wim en Frans Lamers. Op de schouw moet gemarkeerd zijn hoe hoog het water stond op 1 januari 1926 (Bron: Ber van Haren).

Dit was ook het geval in Balgoy, want daar wordt verteld dat in het huis van de gebroeders Lamers bij de schouw een streep was aangebracht die de waterhoogte op nieuwjaarsdag 1926 aangaf, ook tussen anderhalf en twee meter. Wellicht dat er mensen zijn die weten of dit ook nog op andere plaatsen is aangegeven.

Nederasselt was een groot meer geworden, waar de huizen uit opstaken. De fraaie, oude dorpsweg was met moeite te herkennen. Het was wel droog geworden en de gure wind was gaan liggen. Er heerste een beklemmende stilte op het wateroppervlak, toen de vletten Nederasselt verlieten en richting Eindschestraat en Balgoy voeren. Alleen hoorde je het geloei van koeien en ook het geblaat van schapen, die op de daken van huizen zaten. De meeste huizen waar langs gevaren werd waren reeds verlaten en eenzaam. Zo naderde het gezelschap de kerk van Balgoy.

De koninklijke familie in Balgoy 1926

Koningin Wilhelmina in Balgoy (Bron: de Maasbode 4 januari 1926).

De Telegraaf journalist schreef dat de vletten aardig vol liepen met water en dat een korte landing noodzakelijk werd. Verder viel hem op dat Balgoy aan de ene zijde een dorp was met armelijke hutjes en aan de andere zijde vol stond met rijke boerenwoningen. Trots stond er de grote nieuwe kerk op een eiland een meter uit het water gerezen. Met moeite werd er geland. De matrozen sprongen in het water en droegen de koningin, de prins met gevolg en ook de journalist aan land. Het eilandje met kerk en pastorie was een grote modderpoel geworden. Er waren een paar honderd stuks vee bijeengebracht, die de grond doorkneed hadden met hun hoeven. Al het vee stond dus op het eiland, maar niet in de kerk.

Koningin Wilhelmina werd welkom geheten in Balgoy door pater Vincentius en niet door de Balgoyse pastoor Godefridus van Acht, die een breuk-operatie moest ondergaan in het Canisius Ziekenhuis in Nijmegen. Hoewel die operatie slaagde, kreeg hij als complicatie een longontsteking waaraan hij op 23 januari 1926 overleed. Daarom werd de parochie waargenomen door een pater Kapucijn uit Velp. Pater Vincentius wist niet of hij gerechtigd was het vee in de kerk toe te laten. Daarover moest de deken beslissen.

Dit blijkt ook uit een verslag in het archief van de Kapucijnen te Velp over de wateroverlast in Grave en Velp, maar ook over het bezoek van koningin Wilhelmina aan Balgoy. Hierin wordt gedetailleerd beschreven hoe pater Vincentius het bezoek van de koningin heeft ervaren en wat er precies gebeurd is.

Detail van verslag Kapucijnen

Detail uit verslag van de watersnood in de winter van 1925-1926 te Grave, Velp en Balgoy, Archief van de Kapucijnen in Velp (NB)

In het verslag staat ook dat de boeren sterk aandrongen om het vee in de kerk te mogen stallen. Vincentius wilde dat niet graag toestaan uit eerbied voor het Godshuis. Hij besloot de uiterste noodzaak af te wachten. Doch ondertussen zond hij een man om inlichtingen naar de H.E. Heer Deken te Grave. Deze zei dat de pater maar moest doen wat het beste was. Toen op 2 januari de koningin Wilhelmina, prins Hendrik, haar gemaal, Baron van Heemstra, Gouverneur der koningin in Gelderland met verder gevolg op het eiland landden, waar kerk en pastorie stonden, spoedde de pater zich naar dit hoog gezelschap om het te verwelkomen.

1fb8e-image072

Wilhelmina wordt verwelkomt in Balgoy door pater Kapucijn Vincentius, dijkdoorbraak 1926 (Harrie Jans met bosje hooi).

Hij liet de kerk zien en leidde Hare Majesteit naar de vrouwen en kinderen ondergebracht op de pastorie. Hij onthaalde dan verder het hoge gezelschap in de huiskamer van de pastorie, die op dat moment alleen verwarmd was. Door dit gezelschap werd nu ook sterk aangedrongen op het openen van de kerk voor het vee. Pater Vincentius, gezien de erbarmelijke toestand waarin het vee begon te verkeren, meende nu niet langer te mogen weigeren. Hij besloot dan ook dit toe te staan. Nadat het gezelschap nog wat op de pastorie had vertoefd, deed de pater hen uitgeleide naar de boten. Een driemaal herhaald “Lang zal zij leven” werd aangeheven en de boten voeren af.

Hierna begon pater Vincentius de toebereidselen te maken om het vee in de kerk te kunnen plaatsen. Het H. Sacrament bracht hij in de kluis in de sacristie. Voor de communiebank liet hij de bidbanken opstapelen, zodat het presbyterium geheel was afgesloten. Daarna werden de paarden en koeien naar binnen gebracht. Vijf dagen heeft het vee er gestaan. Hoewel het vee na vijf dagen alweer uit de kerk was weggevoerd, wachtte de pater nog vele dagen met het reconcilieeren van de kerk, omdat er grote scheuren in het kerkgebouw waren gekomen. Doch toen alles zonder gevaar bleek te zijn, kon Vincentius de kerk op 23 januari plechtig reconcilieeren. Dit was de dag waarop de pastoor, gestorven te Nijmegen in ’t ziekenhuis, plechtig te Balgoy begraven werd.

image477

Ruïne van het Huis tot Balgoy in de twintigste eeuw (Bron: Mien Jacobs Spann).

Na het vertrek vanaf de kerk voer het gezelschap langzaam door het ondergelopen Balgoy. Het was windstil geworden, maar toch maakte het stromende water draaikolken bij de bomen en andere hinderpalen. Troosteloos zag het land eruit. Onderweg werd weer brood uitgedeeld bij boerderijen waar nog mensen aanwezig waren, dat dankbaar werd aangenomen. De vletten voeren richting Wijchen en aan de linkerhand stond de ruïne van het oude Balgoyse kasteel met sinistere raamgaten en ingestort dak. Langs de kruinen van fruitbomen varend, werd Balgoy verlaten en ging men richting Wijchen. Het moet al na drieën geweest zijn.

Kerk Balgoy 1926

Mensen bij de ingang van de toren, tijdens de watersnood van 1926 – balgoy – 20027582 – rce | Door: BotMultichillT – 1926 | Licentie: CC-BY-SA-3.0-NL (Wikipedia).

Tenslotte nog even terug naar het artikel in de Gelderlander van 27 juli. De geschiedenis van Balgoy is verweven met de Maas en er zijn talrijke gebeurtenissen die onherroepelijk de Balgoyse mensen en hun cultuur zullen hebben beïnvloed. De dijkdoorbraak van oudjaarsdag 1925 en de gevolgen in het begin van 1926 zijn daar een duidelijk voorbeeld van. De toenmalige regering Colijn vond het weliswaar geen nationale ramp en wilde geen geld beschikbaar stellen; in een interview met de Telegraaf zei de minister-president: “De toestand is droevig, zelfs ernstig, maar ik acht hem niet van dien aard, tenzij zich nieuwe complicaties voordoen, dat het een nationale ramp zal worden”. Toch zijn de sporen van de dijkdoorbraak nog vele jaren fysiek en mentaal zichtbaar geweest en dat kunnen en mogen we niet vergeten en ook de generaties na ons moeten dit verhaal blijven horen. Een herinnering op een plek vlak bij de school en de plek waar Wilhelmina aan land kwam, lijkt mij een prachtig initiatief. Het gaat er niet om of een iemand het wil of een groepje. Er moet draagvlak zijn in het hele dorp; de Balgoyse mensen moeten het willen.

Bronnen:

  • “Wilhelmina verraste het verdronken Balgoij, nu krijgt ze er een monument” in de Gelderlander (editie Maas-Waal), 27 juli 2019
  • “D’n diek is deurgebroken” op Maas en Waal Cultuur Express.
  • “De watersnood in 1925 en de gevolgen” in Geschiedenis van de maasdorpen Overasselt, Nederasselt, Balgoij – Keent, 1978
  • “Andere Tijden: Kronkels van de Maas”. VPRO NTR aflevering 329 in 2008
  • A50-XVa-33, nr. III, Journalen van de bezoeken van Wilhelmina, bijgehouden door haar particulier secretaris F.M.L. baron van Geen, 1904, aug 1 – 1929 jun en baron van Heemstra. Archief van koningin Wilhelmina (A50)
  • De Telegraaf, zondag 3 januari 1926
  • De Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbosche Courant, maandag 4 januari 1926
  • Ter Herinnering: Renovatie 1997, Kerk Balgoy, Wim Verhoeven
  • Verslag van de watersnood in de winter van 1925-1926 te Grave, Velp en Balgoy, Archief van de Kapucijnen in Velp (NB)