Kleinkinderen Casper 6 jaar (links) en Thomas 8 jaar op de veerpontsteen in Keent.
De titel van deze blog zijn woorden van mijn 6 jarige kleinzoon Casper toen ik zei dat ik wel een verhaaltje schrijven wilde over onze wandeling door Keent. Het was vandaag 12 augustus dat Thomas en Casper de derde etappe liepen, samen met opa en oma, van de avond4daagse 2021. Na Wijchen en Grave was nu Keent aan de beurt (de laatste dag is gereserveerd voor Balgoy). Ik mocht het doel van de derde dag kiezen en had uitgelegd dat vroeger Balgoy en Keent bij elkaar hoorden en samen een gemeente waren. Verder had ik verteld dat er in Keent een molen had gestaan en dat die er was geweest voor de Keentse en Balgoyse mensen. Toen de Maas eind jaren dertig van de vorige eeuw werd gekanaliseerd en precies tussen Balgoy en Keent kwam te liggen, betekende dat het einde van de molen. Op 6 augustus werd een nieuw informatiebord onthuld en dat wilde ik graag zien.
Er lopen kuddes met runderen rond in het natuurgebied bij Keent.En ook grote groepen wilde paarden.
De laatste decennia is de oude rivierbedding van de Maas weer voor een deel uitgegraven en aangesloten op de rivier. Daarmee is een verlaging van de waterstand op de Maas gerealiseerd. Dit vergroot de veiligheid voor bewoners achter de dijken. Tegelijkertijd is een mooi natuurgebied ontstaan. Om het gebied open te houden, zodat maximaal water kan worden opgevangen bij hoogwater, lopen er op Keent kuddes rond van grote grazers, paarden en runderen, die het gebied open houden door het grazen. De kerktoren van Balgoy aan de overkant van de rivier is goed te zien. De postbode vertelde aan Thomas en Casper dat het wel een mooi natuurgebied is geworden in Keent, maar dat hij het niet meer zo druk heeft, omdat er nog maar zo’n vijftien huizen staan.
Op de achtergrond de H. Johannes de Doperkerk in Balgoy.
Behalve de hele mooie natuur mag een stukje historie natuurlijk niet ontbreken. Het verhaal van de kapel van Keent en het verhaal over de Keentse kermis en café Kersten.
Het infobord over de Sint Antoniuskapel in Keent.Onderweg passeren we ook het voormalige café Kersten.
En natuurlijk zijn we de dijk opgelopen en hebben we het infobord over de Keentse molen bekeken.
Op weg naar het nieuwe infobord over de molen.Doel van de derde etappe van de avond4daagse 2021: het infobord over molen “De Hoop”.
infobord over molen “de Hoop” in Keent (Bron: Henk Buijks)
Afgelopen vrijdag 6 augustus werd in Keent een infobord geplaatst op de plek waar tot 1938 molen “de Hoop” stond. Een belangrijke plek, niet alleen voor de inwoners van Keent, maar ook voor de Balgoyse mensen, want de molen maalde voor de boeren uit Keent en Balgoy. Balgoy en Keent waren, tot de maaskanalisatie eind jaren dertig een feit was, fysiek met elkaar verbonden en vormden tot 1923 zelfs een gemeente, de gemeente Balgoy en Keent. Het is belangrijk om de verbinding tussen de twee kernen te koesteren en de verhalen uit die tijd te bewaren, want veel families hebben op deze plek geleefd en gewerkt. Keentse en Balgoyse families zijn met elkaar verweven en velen zijn na de maaskanalisatie uiteindelijk in Balgoy gaan wonen. De Molenweg verbond Keent en Balgoy (nu de Oude Maasweg in Keent en de Hoeveweg in Balgoy met de Maas ertussen).
Links Harrie Jans (overleden in 2011) en rechts Frans Berben (overleden in 2017) in Keent: waar stond toch die molen? Twee “echte” Balgoyse mensen wijzen naar de plek waar de molen heeft gestaan tijdens een rondwandeling in Keent in 2007 van heemkundekring Pagus Balgoye (Bron: Piet van Erp)
Balgoy en Keent waren al vanaf de middeleeuwen verbonden met elkaar, ingesloten aan een kant door de Maas en aan de andere kant door een moerasgebied. Sinds die tijd vormden Balgoy en Keent één heerlijkheid. Ooit was die in handen van het kapittel van Sint-Jan in Utrecht. Of de middeleeuwse kapittelheren de dorpen ook aan een molen hebben geholpen, weten we niet zeker. De aller vroegste vermelding van een molen in Keent en Balgoy is een regest van de stad Arnhem dat dateert uit 1550 en waarin staat dat de molen toebehoorde aan de heer van Balgoy en de heilige kerk te Balgoy (Gelders archief, 2003 ORA Arnhem, Inventarisnummer 394).
Transcriptie: Wij, burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem, tuigen met deze open brief dat voor ons in onze tegenwoordigheid in schependom verschenen zijn Derick Putman en Beell, zijn echte huisvrouw, en hebben beloofd Johan Henrickss van Goch, wonende te goy, schadeloos te houden als van alzulke borgtocht als Johan voorzegd gedaan heeft voor Otto Janss van de windmolen, gelegen te Kendt, toebehorende de heer van Balgoy en de heilige kerk te Balgoy, alles naar vermogen en inhoud der voorwaarden van dezelve molen met alle puncten en articulen, bij de kaarse uitgelezen, waarvoor Derick Putman en Bele e.l. ter rechter waarschap gesteld en gezet hebben en mits dezen stellen en zetten hun huis en hofstede, waarin zij nu ter tijd wonen, gelegen in de Ketelstraat tussen huis en hofstede van Ffranss Hoeffsmyt op de ene zijde en huis en hofstede van Derick Pouwelss op de andere zijde; [enz.];
Rond 1630 werd de molen afgebeeld door Willem Janszoon Blaeu op een kaart van het rivierengebied: als een standerdmolen. Op het infobord kunnen we lezen dat die in 1639 eigendom was van Jan Adriaenszoon Mulder en Jaerxken Hermansdochter. Blijkens zijn achternaam zal Jan ook wel de molenaar zijn geweest. En in 1715 waren Henrick Heijnen en Johanna Richters de eigenaars van de “wintmolen met annexe huijs, hof en boomgaerd, groot ongeveer een en halven mergen”.
Detail kaart van het rivierengebied met molen in Keent, Blaeu ca. 1630 (Bron: infobord molen Keent – Henk Buijks)
Op het infobord is verder te lezen dat ook in de 19e eeuw de molen volop in bedrijf was. Balgoy had daar belang bij, dus werd in 1852 de weg naar de molen verhoogd voor een optimale bereikbaarheid. Overigens was in die tijd Keent groter dan Balgoy: in 1840 telde Keent 40 huizen met 235 inwoners en Balgoy slechts 29 met 171 inwoners.
In september 1867 gebeurde er een bizar ongeluk in de Keentse molen. Vóór dag en dauw waren twee jonge vrouwen op weg om koeien te melken. Bij de molen zagen zij een kruiwagen staan. Die wilden ze verstoppen. Raar idee? Niet als het kort voor Keentse kermis is. In een aantal (landelijke) kranten van toen werd beschreven wat er toen gebeurd is, bijvoorbeeld de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 16 september 1867:
De Nieuwe Rotterdamsche Courant 16 september 1867
Het jonge meisje dat verongelukt is, was naar alle waarschijnlijkheid de 28-jarige Theodora Maria Peters, dochter van Peter Peters en Gijsberdina Willems, die op 13 september 1867 overleed om 5 uur ’s morgens (Overlijdensakte BS van de gemeente Balgoy en Keent).
Burgerlijke Stand Balgoy en Keent 1867
Na een brand in 1908 werd de molen weer opgeknapt. Nadien was Lambertus Broeren molenaar. In de tijd dat Broeren molenaar was, werd de straatnaam Molenweg veranderd in Hoeveweg; aan de Balgoyse kant van de Maas is de straatnaam tot aan de kerk nog steeds Hoeveweg. Voor boeren in Keent maalde Broeren roggemeel dat werd gebruikt als varkensvoer. En bakkers in de omgeving namen zijn tarwemeel af. Arno van Zwam vertelt op de website van het BHIC dat zijn opa Jan van Zwam met zijn grote gezin naast de molen van Broeren en de molenwiel woonde. De boerderij van opa bezat een bakhuisje; hij bakte daar voor de kern Keent en iets verder het brood af zoals nu in de supermarkt gebeurd. Het geknede deeg werd in bussen door de boer aangeleverd en opa kneedde er nog een beetje aan voordat hij het in het bakhuis afbakte. Het vuur stookte hij met snoeihout van de meidoornhagen die nog steeds in Keent te zien zijn.
Een oude foto van de houten standerdmolen die vroeger in Keent stond, aan een wiel bij de Uiterdijk, vlakbij bij de huidige Oude Maasweg (Bron: BHIC – foto eigen bezit Jeroen Arts)
De maaskanalisatie maakte een eind aan de nauwe relatie tussen Balgoy en Keent, maar ook aan de bestaansmogelijkheid van een molenaar in Keent. Op 24 november 1938 werd de molen publiek bij inschrijving verkocht, voor afbraak. Voor 105,50 gulden mochten de drie hoogste bieders, afkomstig uit Elst en Bemmel, hem slopen. Volgens de krant De Gelderlander zouden “vele pogingen zijn gedaan om de molen te behouden; zulks bleek echter niet mogelijk.”
De Gelderlander 25 november 1938
En het Algemeen Handelsblad van 15 december 1938 verzucht: “De molen was een sieraad voor de streek en de verdwijning beteekent dan ook een gevoelig verlies.”
Alweer meer dan 25 jaar woonachtig in Balgoy aan de Hoeveweg of “op de Hoeve”. Uitzoeken waar die naam vandaan komt en wanneer precies de naam “Hoeveweg” aan de straat werd gegeven staat nog op mijn to-do-lijstje, maar met die laatste verwijzing “op de Hoeve” lijkt het voor de hand dat “de Hoeve” al eerder bestond dan de Hoeveweg. Nadat ik pas geleden op een werkvond van Pagus Balgoye dit onderwerp besprak, kwam ’s avonds al een reactie van mijn buurman en medelid van Pagus Balgoye. Een e-mail met een plattegrond die dateerde uit 1866 (1).
Ontwerp ter verbetering der rivier de Maas onder Balgoij (1866)
In het Balgoy uit die tijd heette volgens deze plattegrond het land ten oosten van de Herreweg “de Lumtte” (nu bekend als de Luumpt) en tussen de Herreweg en Molenweg “de Hoeve”. De Molenweg is wat nu de Hoeveweg heet en deze Molenweg verbond Keent en Balgoy, die een hoge vrije heerlijkheid vormden en die te zamen een kerspel en een rechtsgebied uitmaakten (2). In deze bron wordt weliswaar gesproken over Molenstraat, maar dit moet een vergissing zijn. Op een kadastrale kaart uit ca. 1830 is dit nog duidelijker te zien (3). De Molenweg vormt de verbindingsweg tussen de dorpskernen van Keent en van Balgoy. De kern van Balgoy was in die tijd gesitueerd rondom de toenmalige kerk (nu de Oude Toren).
De naam Molenweg was te danken aan de Molen die aan de Maasbandijk was gelegen net voordat de dorpskern Keent begon (4). Volgens de molendatabase was er al een molen op die plek in 1730 of zelfs eerder. Op de kadastrale kaart uit 1811-1832 staat dat het een windkorenmolen betrof. Een korenmolen van het type standerdmolen, in 1908 door brand verwoest, weer opgebouwd en na 1937 gesloopt, omdat door de maaskanalisatie de functie verloren was gegaan. De molen was in de 20e eeuw eigendom van Lambertus Broeren, die woonde op de toen genaamde Hoeveweg, nu genaamd oude Maasweg. Broeren maalde voor boeren uit Keent roggemeel wat gebruikt werd voor varkensvoer en uiteraard ook ander meel voor bakkers uit de omgeving. Zo ook voor de opa van Arno van Zwam, die met zijn grote gezin naast de molen en molenwiel woonde. Zijn woning (boerderij) bezat een bakhuisje en hij bakte daar voor Keent het brood af. Het geknede deeg werd in bussen door Broeren aangeleverd en de opa van Arno kneedde er nog een beetje aan voordat hij het in het bakhuis afbakte. Het vuur stookte hij met snoeihout van de meidoornhagen die nog steeds in Keent te zien zijn (5).
Wie woonde er nog meer in de Hoeveweg in die tijd (6)? Misschien ook wel een interessante vraag voor de vele nieuwe bewoners van de straat. Een stukje geschiedenis van de plek waar je woont willen de meeste mensen wel weten. Hiervoor werd het bevolkingsregister van de gemeente Overasselt periode (1924 – 1931) in het Regionaal Archief te Nijmegen geraadpleegd. Het bevolkingsregister bestaat uit 10-jarige tabellen met daarin de inwoners van de gemeente geregistreerd op huisnummer. Bovendien is opgetekend wanneer zij in de betreffende periode zijn gevestigd of wanneer zij zijn vertrokken. De onlogische begindatum (1924) wordt verklaard door het feit dat op 1 mei 1923 de gemeente Balgoy en Keent haar zelfstandigheid opgaf en werd gevoegd bij de gemeente Overasselt. Als huisnummer is de nummering aangehouden zoals die door de gemeente Overasselt werd ingevoerd in de zomer van 1928 (juli/augustus). De huisnummers zijn ingetekend op een landkaart van die periode. Deze kaart is weer als overlay gebruikt op een Google Earth luchtfoto met datering 2006.
Op C85 woonde molenaar Broeren
Op C86 Petrus de Bruijn, die enkele jaren later moest wijken voor de maaskanalisatie en naar de Herreweg verhuisde
Op C87 woonde Hend Stevens
Een stukje verderop aan de Maasbandijk woonde het gezin van Peter van den Boogaard
Op C90 woonde het gezin Adrianus Arts
C92 was schuin tegenover C90 en werd bewoond door Gerardus Walk
Op C94 woonde de familie Rossen; de foto is van achter het huis gemaakt, want links ervan is heel mooi de “nieuwe” kerk te zien
Op C96 was ook een kruidenierswinkeltje gevestigd in die tijd
Het huis op C100 werd in die tijd bewoond door 2 broers en een zus; later in 1955 werd het gekocht door mijn schoonouders en nu woon ik er
Er zijn natuurlijk heel veel feiten met betrekking tot de Hoeveweg die we op dit moment nog niet kennen. Gebeurtenissen, activiteiten, gebouwen en mensen die er geleefd en gewerkt hebben, bijvoorbeeld het veerpont dat tussen Keent en Balgoy voer na de maaskanalisatie en van de maaskanalisatie zelf?
Wanneer werd de naam Hoeveweg ingevoerd en was het niet meer Molenweg? De geschiedenis van het café, dat halverwege de dertiger jaren werd gebouwd tegenover de kerk. De kerk die in 1914 werd gebouwd; waarom op die plek? De geschiedenis van het postkantoor dat er nu niet meer is.
In de periode dat bovengenoemde mensen in de Hoeveweg woonden, in 1927 om precies te zijn, werd er ook een school gebouwd in de Hoeveweg (7). De reden van het bouwen van deze school en waarom op die plek, toentertijd halverwege de Hoeveweg (of Molenweg) is mij (nog) niet helemaal bekend. Wellicht was de lokatie zo gekozen, omdat ook de kinderen uit Keent naar die school gingen. Het jaartal 1927 is niet helemaal zeker, omdat op de website van “huis van de Nijmeegse geschiedenis” 1914 wordt genoemd (8). In 1964 werd de school gesloten en niet lang daarna afgebroken. De kinderen gingen naar de nieuwe Roncallischool aan de Boomsestraat. De lagere school aan de Hoeveweg is zeker ook een stukje Balgoyse geschiedenis waar nog meer over te vertellen en schrijven valt.