Twee vliegeniers in de boomgaard van Harrie Theunissen in juni 1942

Op 2 juni 1942 is een Britse Wellington bommenwerper neergestort in Nederasselt (Bron foto: nieuwsbrief Erfgoedplatform Heumen, januari 2024).

Afgelopen week verscheen nieuwsbrief nummer 20 van het Erfgoedplatform Heumen. Een kort bericht daarin is de aanleiding voor deze blog. In de schaduw van Baron van Brakelstraat 3 en 3A in Nederasselt, onthult het fietspad naar Wijchen een stukje WOII-geschiedenis. Voorjaar 2023 lokaliseerde het Planehunters Recovery Team met hulp van Erfgoedplatform-vrijwilligers de exacte crashsite van een Britse Wellington bommenwerper op 2 juni 1942. Vier bemanningsleden overleefden, maar de staartboordschutter, George Thompson Reid, niet. In april 1952 werd zijn lichaam opgegraven en op de Jonkerbos begraafplaats in Nijmegen begraven. Het Erfgoedplatform stelde voor het fietspad naar hem te vernoemen, een eer die recentelijk is toegekend door de gemeente Heumen. Het bord bij het fietspad draagt de tekst:

Het verhaal begint toen ik eind juni vorig jaar werd gebeld over deze vliegtuigcrash in Nederasselt uit de tweede wereldoorlog. Ze hadden gehoord/gelezen dat ik een verhaal geschreven had over Harrie Theunissen en Mieneke van Overbeek als “helpers” in de tweede wereldoorlog (Bron: Balgoyse minse, het vervolg – verhalen over Balgoy en haar inwoners door de eeuwen heen, blz 127). Harrie en Mieneke hadden in juni 1942 twee vluchtende inzittenden van het in Nederasselt gecrashte vliegtuig geholpen. Of ik dat verhaal kende, of ik meer kon vertellen over Harrie en Mieneke en of ik wist of er nog familie of kennissen in Balgoy waren, die meer details kenden over deze gebeurtenis.

Geneagram waarin de relatie is weergegeven tussen Mien en Truus van Overbeek en hoe ik daardoor familie ben van Harrie en Mien Theunissen – van Overbeek.

Ja, ik kende Harrie Theunissen en zijn vrouw Mien. Het is zelfs nog familie via de moeder van mijn echtgenote Ans Jans. Tegelijkertijd moet ik toegeven dat mijn kennis over Balgoy in de Tweede Wereldoorlog beperkt is en daarom ben ikzelf maar eens gaan zoeken.

Op internet bleek wel het een en ander terug te vinden te zijn over het gecrashte vliegtuig, maar de informatie was niet in alle gevallen eenduidig. Het onderdeel OTU (Operational Training Unit) van de RAF was gelegerd op de Engelse RAF basis Finningley. Deze eenheid voerde een aantal operationele raids uit in 1942. Een operationele raid is een militair offensief dat wordt uitgevoerd door een luchtmachteenheid. Op 1 juni 1942 ’s avonds om 11 uur vertrok de Vickers Wellington Mk Ic DV434 voor een bombardementsmissie naar Essen.

Graf G.T. Reid

Boven Noord-Limburg werd het toestel met zeven bemanningsleden aan boord neergeschoten. Dit zou het werk zijn geweest van Kurt Loos 1./NJG1 van het Duitse militaire vliegveld Venlo. Volgens de website aviation-safety.net/wikibase/52850 zou het toestel neergekomen zijn bij Horst (12 km NW van Venlo); volgens een andere website, het Verliesregister 1942, was het bij Nederasselt (12 km W van Nijmegen). Zes bemanningsleden overleefden de crash en werden krijgsgevangen gemaakt. Sergeant G.T. Reid kwam om het leven. Hij werd na de oorlog begraven op het oorlogskerkhof van de Commonwealth, Jonkerbos (Bron: website oorlogsdoden Nijmegen).

Ik vroeg me toen af of het Erfgoedplatform Heumen hier ook iets over wist, vanwege de crash bij Nederasselt en bij navraag bleek dat ook zo te zijn. Het eerste wat ze mij lieten weten is dat de crash achter de kalverenschuur van Burgers had plaatsgevonden, in het Nederasseltsche Broek en dat er recent nog uitgebreid onderzoek gedaan was.

Plek waar de Vickers Wellington Mk Ic DV434 is neergestort (Bron: Erfgoedplatform Heumen)

Omdat het bij mij aan de andere kant van de Graafscheweg is, ben ik ook meteen even op de fiets gestapt en er langs gereden.

Weiland achter de schuren van Burgers

In het Verliesregister 1942 kun je terugvinden wat de bemanningsleden van het gecrashte vliegtuig hebben meegemaakt. Sergeant John A. Nugent was de tweede piloot van de Wellington DV434 van 25 OTU. In de nacht van 1 op 2 juni 1942 nam de bommenwerper deel aan de tweede 1000-bommenwerpersaanval op Essen. Op de terugweg werd de Wellington neergeschoten door een nachtjager vanaf de Venlo luchtbasis en crashte in de buurt van Nederasselt. Van de zeskoppige bemanning overleefde de achterste schutter, Sergeant G.T. Reid, het niet. De andere vijf bemanningsleden werden uiteindelijk allemaal gevangen genomen, maar het duurde enkele dagen voordat Nugent en de frontgunner, Sergeant R.J.A. (Johnny) Johnstone (E1086), in handen kwamen van de Duitsers. Het is niet duidelijk waar Nugent en Johnstone precies zijn geland, maar het zou in de buurt van Kleef in Duitsland geweest kunnen zijn. Na de landing vonden ze elkaar al snel. Op 7 juni werden ze gevonden door Hendrikus M. Theunissen in Balgoy. Hij verstopte hen in een kippenren en ‘gaf hun de hele dag door voedsel’. Een onderwijzer genaamd G. Willems, die Engels sprak, had een gesprek met de twee. Theunissen vertelde na de oorlog: ‘Omdat er destijds in 1942 maar weinig bekend was over illegale organisaties en onderduiken, kon ik hen niet helpen zoals later mogelijk was’. Onderwijzer Willems hielp hen op 8 juni verder op weg.

Hendrikus M. (Harrie) Theunissen en zijn vrouw Mieneke van Overbeek in de zeventiger jaren van de vorige eeuw

Om meer te weten te komen over wat er in Balgoy gebeurd is nam ik contact op met Werner Peters. Van alle leden van de Heemkundekring “Pagus Balgoye” weet hij het meest over de Tweede Wereldoorlog en met name ook wat zich allemaal in Balgoy afspeelde. Ik kreeg van hem de tip om in het boekje “Balgoy ’40 – ’45” van Heemkundekring Pagus Balgoy uit 2004 te kijken, want hij dacht dat daarin iets over onderduikers bij Harrie Theunissen beschreven was. En inderdaad in Balgoy 40-45 is een verhaal terug te vinden dat geschreven is door Wim Verhoeven, die veel verhalen over Balgoy heeft geschreven en verteld. Het is een aardig verhaal, maar de feiten kloppen niet helemaal. Om maar een voorbeeld te noemen vertelt Wim in geuren en kleuren het verhaal van één militair die Harrie Theunissen is tegengekomen in zijn boomgaard. Ik zal met alle informatie die ik nu heb proberen een zo compleet mogelijke en op feiten gebaseerde reconstructie te maken.

Op 2 juni wordt de Vickers Wellington bommenwerper Mk Ic DV434, die teruggevlogen komt van een bombardement op Essen, geraakt door een Duits jachtvliegtuig ergens boven Noord-Limburg. De bemanning moet zich redden door uit het vliegtuig te springen. De bommenwerper stort neer bij Nederasselt. Nugent en Johnstone zijn uit het vliegtuig gesprongen en geland in de buurt van Kleef net over de grens bij Nijmegen. Na de landing vonden ze elkaar al snel en hebben ze waarschijnlijk besloten westwaarts te gaan, weg van Duitsland en richting Engeland. Van Kleef naar Balgoy is ca 8-10 uur lopen (ca. 40 km), maar toch duurde het tot 7 juni eer ze gesignaleerd werden door Harrie Theunissen. Hoewel we het niet precies weten, zal de reden zijn geweest dat ze zich alleen gedurende de nacht durfden te verplaatsen en alle contact probeerden te vermijden.

Een foto van het kippenhok in de boomgaard van Harrie Theunissen. De foto is gemaakt in 2014. Niet lang daarna is het hok afgebroken. (Bron: Geert Heinen)

Op de vroege ochtend van 7 juni 1942 werden de twee vliegeniers gezien in een boomgaard. Ze wenkten naar Hendrikus M. Theunissen, die naar hen toeging en hen verstopte in het in de boomgaard aanwezige kippenhok (zie foto hierboven). Deze vliegeniers waren al zes dagen onderweg en probeerden Rotterdam te bereiken. Theunissen voorzag hen de hele dag van voedsel. Ze vroegen om iemand die Engels kon spreken. Theunissen ging naar zijn buurman en zwager W. Willems (Wim) en die haalde vervolgens zijn broer G. Willems (Gerrit), die onderwijzer was. Hij sprak met de twee vliegeniers. Op dat moment was er helaas nog weinig bekend over het verzet, dus konden de Balgoyse mensen hen niet zo goed helpen als in latere fases van de oorlog. Omdat de vliegeniers geen kaarten meer hadden en Theunissen ook geen kaart had, gaf de onderwijzer hen zo goed mogelijk aanwijzingen over de route. Hij raadde hen aan om de grote wegen en bruggen te vermijden. Verder konden zowel Theunissen als Willems niets meer voor hen doen. Onderduiken was destijds nog niet bekend. In de nacht van 7 op 8 juni 1942 vertrokken ze.

Links Harrie Theunissen en rechts Wim Willems in café de Valk.

Wie was Harrie Theunissen? Henrikus Marinus (Harrie) Theunissen werd in januari 1903 geboren in wat nu het Witte Huis is (Houtsestraat 11 in Balgoy). Hij was de zoon van Theodorus Theunissen, die het huis in kadastraal dienstjaar (dj) 1899 gekocht had van de kinderen Lamers. Het huis werd her-/verbouwd in dj 1918 en kreeg toen ook een ander kadastraal nummer, sectie A nummer 723. In dj 1940 vond “scheiding” plaats en werd het huis verdeeld. Het huis met adres a/d Houtsestraat (in dj 1929 was het nog de Steeg) staat in dj 1940 op naam van Catharina Theodora (Cato) Theunissen, dochter van Theodorus Theunissen en zus van Harrie.

Kadastraal leggerartikkel 1334 waaruit blijkt dat in dj 1940 Cato Theunissen eigenaar is van het huis aan de Houtsestraat kadastraal Sectie A nummer 723
In dj 1941 is er in leggerartikel 1335 nog een vermelding “verklaring” en in leggerartikel 1340 staat het huis op naam van Wilhelmus Hendrikus Willems, landbouwer te Balgoy, gemeente Overasselt, Houtsestraat 11

Wilhelmus Hendrikus (Wim) Willems werd geboren op 23 september 1913. Vader was postbode Johannes Sigbertus Willems en moeder Hendrika Maria de Bruijn. Wim was de oudste zoon. Het gezin woonde in de twintiger jaren van de vorige eeuw (Bevolkingsregister Overasselt 1924 – 1930) in Wijk C op nummer 19 bij de toenmalige kerk (nu Oude Toren) in Balgoy.

Bevolkingsregister Overasselt 1924 – 1930. Het gezin van Johannes Sigbertus Willems
familie Willems – de Bruijn: Jo, Dien, Wim, Jan, Drieka, Marietje, Nora, Toon, moeder Drieka, Pieta, Harrie en Gerrit in 1935 (Bron: Pieta Banken – Willems)

Bovenstaande foto komt uit het boek “Geleefd Verleden” van Ries van Haren waar ook informatie vandaan komt dat een broer van Wim, Gerrit, onderwijzer was geworden (relevante informatie bij het oorlogsverhaal). Gerrit overleed in 1946 op 25-jarige leeftijd aan tuberculose.

Overlijdensakte gemeente Overasselt 1946 Gerrit Willems. Ook in de overlijdensakte is terug te vinden dat het beroep van Gerrit onderwijzer was

Wilhelmus Hendrikus (Wim) Willems is op 27 december 1939 in Overasselt getrouwd met Cato Theunissen. Zij gaan inwonen bij de vader van Cato, Theodorus Theunissen (De echtgenote van Theodorus, Catharina van den Bergh is al in 1932 overleden). De meeste andere kinderen zijn al getrouwd. Alleen Harrie Theunissen is dan nog niet getrouwd. Hij zal op 22 april 1940 in Escharen trouwen met Mieneke van Overbeek. Harrie en Mieneke gaan wonen in een nieuwe boerderij in de Korte Herreweg, kadastraal BGY00 Sectie A nummer 681, een gemengd bedrijf met ruim drie bunder grond, twee koeien, een paard, tien varkens en kippen. Voor de kippen waren er twee kippenhokken die een beetje verscholen in de boomgaard stonden.

De boerderij in de Korte Herreweg waar Harrie Theunissen en Mieneke van Overbeek hebben gewoond. De foto dateert van begin tachtiger jaren (Bron: Geert Heinen)

Terug naar Nugent en Johnstone, de twee vluchtende soldaten van de neergestorte bommenwerper. Werner Peters vertelde dat in het boekje “Balgoy 40-45” stond dat Koos Hulsman tijdens de oorlog contactpersoon was in Balgoy voor het verzet en dat Leo Stevens, die inmiddels is overleden hem dat verteld had. Verder staat erin dat Leo wist dat Harrie Theunissen contact opnam met Koos Hulsman en dat die Hend Stevens (vader van Leo Stevens) inseinde die met zijn roeiboot (Hend was visser/stroper) vluchtelingen naar Keent voer. De brug bij Grave en de pont naar Keent waren te gevaarlijk. Hoewel er in het begin van de oorlog nog weinig Duitsers in Balgoy waren, werden brug en pont wel bewaakt. Overzetten met een roeiboot was daarom de meest veilige weg en dit is waarschijnlijk ook de route die Nugent en Johnstone zijn gegaan, waarna ze de Maas gevold zijn richting Rotterdam.

Volgens het boek ‘Vijftig klurre Bèrgs’ werden Nugent en Johnny Johnstone op de ochtend van 9 juni gevonden door Grada van Zummeren. Ze woonde aan de Harense Steeg in Berghem. Nugent en Johnstone hielden zich ook hier schuil in de boomgaard achter het huis. Tot dan toe hadden ze ’s nachts gelopen. Haar dochter Joke sprak Engels en sprak met de twee vliegeniers. Ondertussen verzamelde een vriend, Bertus den Brok, twee overalls. Nugent en Johnstone verlieten het huis nadat ze de adressen van hun ouders hadden gegeven aan Grada. Het was uiteindelijk onzeker of ze de oorlog zouden overleven. Grada hield woord en nam na de oorlog contact op met de ouders. Alhoewel beide vliegeniers de oorlog hadden overleefd, kreeg ze van de Canadees Nugent nooit antwoord. Van Johnstone, die in Rhodesië woonde wel, al was het pas jaren later in 1960. In 1961 kwam Johnstone terug naar Nederland. Met vrouw
en kinderen bezocht hij de mensen aan de Harense Steeg waaraan hij in 1942 zoveel te danken had. Of hij toen ook in Balgoy bij Harrie en Mieneke Theunissen geweest is, is in Balgoy niet bekend voor zover ik weet.

Johny Johnstone met vrouw en kinderen in 1961 tijdens zijn bezoek aan Nederland. In het midden Grada van Zummeren (bron: het boek ‘Vijftig klurre Bèrgs’)

Na het verblijf in Berghem vervolgden Nugent en Johnstone hun weg in westelijke richting. Jammer genoeg werden beide mannen gearresteerd voordat ze naar Engeland konden vluchten. Nugent in Maassluis op 17 juni en Johnstone in Rotterdam op 22 juni. Tot het einde van de oorlog bleven ze Duitse krijgsgevangenen, maar beiden hebben de oorlog overleefd en zijn uiteindelijk terug naar huis gegaan. Ik ben benieuwd of er mensen in Balgoy of Nederasselt zijn, die over dit verhaal nog meer kunnen vertellen.

Voor mensen die een lichtpuntje verdienen in soms donkere dagen: Mazing Joy

Een lichtpuntje in deze soms donker dagen

De straten van Overasselt, Nederasselt en Balgoy zijn op de vroege vrijdagavond na kerstmis schemerig, stil en leeg. Iedereen is aan het bijkomen van de drukke feestdagen. Ik zat nog even de foto’s te bekijken van de knutselende kinderen, die een mooie ster aan het maken waren en de mooie kindvriendelijke kerstviering van kerstavond. Dan wordt de stilte doorbroken in de Hoeveweg door “Stille Nacht”. Het koor Mazing Joy staat op de oprijlaan van de overburen en zingt kerstliederen. Zij brengen, evenals vorig jaar, een aantal bezoekjes aan mensen die wel een lichtpuntje verdienen en gebruiken kunnen in deze soms donkere dagen. Dit jaar staan er 12 mensen op hun lijstje om te bezoeken.

Onder de bezielende leiding van Ilja van Luijk worden bij de spontaan aangestoken vuurton een aantal bekende kerstliederen gezongen, begeleid door twee gitaren. Volgens mij is het koor vorig jaar begonnen met dit initiatief. Een geweldig initiatief! “Het is heel leuk om te doen”, zegt een van de koorleden. “Het is heel mooi om te zien hoe de mensen reageren”, vindt een ander koorlid. “Na verloop van tijd zie je meer en meer nieuwsgierige buren verschijnen”, zegt ze, “Of luisteren mensen met tranen in de ogen.’’ 

Koor Mazing Joy is opgericht als katholiek kerkkoor en ze zingen gemiddeld drie keer per maand in de vieringen van Balgoy en Nederasselt. Maar daarnaast richten ze zich ook op het ontwikkelen van (inter)culturele muzikale voorstellingen met een boodschap, vaak gekoppeld aan een goed doel. Denk daarbij aan het uitvoeren van musicals en het verzorgen van vredesconcerten. Naast kerkdiensten in Balgoy en Nederasselt werken ze mee aan bruiloften en uitvaarten, en aan koren- en kerstfestivals. Ze vormen met 25 leden een meerstemmig koor voor jong en oud, bestaande uit sopranen, hoge en lage alten en bassen, dat met begeleiding van piano, gitaar en accordeon – en soms ook met gastmuzikanten, waaronder harmonie “Kunst en Vriendschap” uit Balgoy – voor een professionele uitvoering zorgt. Het repertoire is breed en loopt uiteen van pop tot gospel en van jazz tot klassiek. Het koor werd op 3 september 2005 officieel opgericht en komt voort uit de kerkkoren Astrilde in Balgoy en Voices in Nederasselt. Deze dorpen liggen aan de Maas. Vroeger werd er ‘Maze’ geschreven. Je kunt de naam ook lezen als ‘mee-zing-plezier’. De bedenker van de naam was Ries van Haren.

Dit is nu wat kerstmis meer maakt dan een gezellig familiefeestje met cadeautjes onder de kerstboom. Vergis je niet, ik ben dol op gezellig samen zijn met familie, leuke mensen en al helemaal op lekker eten. Maar voor mij draait kerst toch om meer. Om lichtpuntjes zoeken in de duisternis. Om aandacht voor elkaar, het brengen van wat hoop in een soms grimmige wereld. Kerstmis 2019 is voor mij geslaagd door de stralende sterren die de Balgoyse kinderen gemaakt hebben en de bezoekjes van Mazing Joy aan mensen die een lichtpuntje kunnen gebruiken. Zalig Kerstfeest en laat het nieuwe jaar maar komen!

Lars van Haren verhuist van Keent naar Nederasselt

Deze blog gaat over een e-mail die ik ontving met vragen over Balgoyse en Keentse voorouders. De vragensteller, Leo van Stippent, weet dat zijn grootvader Laurentius Petrus van Haren in 1880 is geboren in Keent op nummer B9 en zijn grootmoeder, Francina Derks in 1883 in Keent op B28. In 1909 is hun oudste zoon geboren in Nederasselt 150. Hun derde kind in 1911 in Nederasselt 145. De moeder van Leo, de tiende is eveneens geboren in Nederasselt 145. In 1930 overlijdt zijn opa in Nederasselt 146. In 1936 verhuizen ze naar Wijchen. Leo’s moeder heeft altijd aangegeven dat ze uit Keent kwam en in Nederasselt naar school ging. Leo heeft ook gelezen dat een deel van Balgoy onder Nederasselt viel.
Bij hem roept dit een aantal vragen op. Is er regelmatig een nieuw huisnummer toegekend of is het gezin enkele keren verhuisd? Is er meer bekend over hun huis of huizen?

vlnr. : Frans, Ciska en Nel van Haren. Drie van de kinderen van Lars van Haren en Sien Derks. De foto is gemaakt in Keent.

De zoektocht van Leo begint in de jaren 80 van de 19e eeuw. Toen werden zijn grootvader en grootmoeder geboren in Keent, op B9 en B29, respectievelijk. In die tijd vormden Keent en Balgoy samen een gemeente en die was ingedeeld in twee wijken. Wijk A begon bij het kasteel van Balgoy en volgde de Molenweg ongeveer tot aan de Keentse Molen. Wijk B begon waar wijk A ophield en besloeg Keent en eindigde in de Hoogveldsestraat. In 1840 heeft de gemeente Balgoy 69 huizen met 406 inwoners, verdeeld in het gelijknamige dorp 29/171 (= huizen/inwoners) en de buurtschap Keent 40/235 (opmerkelijk dat de buurtschap Keent in die tijd groter was dan de hoofdplaats van de gemeente!). Tegenwoordig heeft het dorp ca. 280 huizen met ca. 700 inwoners. De geboorteaktes van beide grootouders uit de burgerlijke stand van de gemeente Balgoy en Keent vindt u hieronder.

Geboorteakte gemeente Balgoy en Keent, geboren Laurentius Petrus van Haren in Keent op 22-2-1880, Wijk B no 9
Geboorteakte gemeente Balgoy en Keent, geboren Francina Wilhelmina Derks in Keent op 24-10-1883, Wijk B no 28

De boerderij van Johannes van Haren, de vader van Laurentius Petrus van Haren stond aan de Molenweg, Wijk B (Keent), nr. 9. Johannes overlijdt op 31 december 1885. Hij was wethouder, landbouwer, tapper, winkelier en karman (Bevolkingsregister Balgoy en Keent 1860-1890). In mei 1886 kwam Johannes Kersten er wonen, landbouwer die er ook een winkel en café runde. Het café van Kersten is bekend geworden door de Keentse kermis die er jaarlijks was. Het wijknummer B9 werd in de tussentijd wel B10(C).

Bevolkingsregister Balgoy en Keent 1890 – 1923 met daarin de informatie dat Johannes Kersten vanaf 1886 in Wijk B nr 10C is komen te wonen. Ook is te zien dat B9 is doorgestreept.

In het bevolkingsregister van Balgoy en Keent 1890 – 1923 is ook echtgenote van Johannes van Haren, Johanna van Aanhout terug te vinden op blad 2. Zij woont dan ook nog steeds in Wijk B nr 10. In juli 1906 verhuizen Laurentius Petrus, hij is dan al 26 jaar, en zijn moeder Johanna van Aanhout naar de gemeente Overasselt (Bevolkingsregister Balgoy en Keent 1890-1923). Francina Wilhelmina (Sien) Derks en Laurentius Petrus (Lars) van Haren zijn op 23-04-1908 getrouwd in Balgoy.

De weduwe van Johannes van Haren, Johanna van Aanhout blijft, na het overlijden van haar man, in Keent wonen op B10 met twee zonen en twee dochters. In 1906 vertrekt ze uit Keent en gaat naar de gemeente Overasselt.

Het huis, weliswaar danig verbouwd, staat er nog steeds (zie Google Maps). Het geboortehuis van Francina Wilhelmina Derks was helemaal aan de andere kant van Keent te vinden, aan Den Dijk. Dit huis is volgens het kadaster in dienstjaar 1930 gesloopt en het perceel in 1935 verkocht aan de Staat der Domeinen. Nu is er op die plek geen bebouwing meer.

Google Maps kaart waarin toenmalige Wijk B nr. 9 (Gemeente Balgoy en Keent) is aangegeven
huwelijksakte gemeente Balgoy en Keent, getrouwd Laurentius Petrus van Haren en Francina Wilhelmina Derks

Johanna van Aanhoud, de moeder van Lars van Haren is op 9 juli 1909 ’s morgens om 9 uur “in nummer 150 te Nederasselt” overleden volgens de overlijdensakte van de burgerlijke stand. Ook het eerste kind van Lars en Sien wordt in 1909 geboren op nummer 150. We mogen dus wel aannemen dat het gezin van Keent naar Nederasselt, nummer 150 is verhuisd. Uit het bevolkingsregister van Overasselt, bevolking 1880 – 1900 (klapper) kunnen we opmaken dat de hoge nummers van Nederasselt bij het buurtschap Hoogveld horen, dat aan Keent grensde. In 1840 heeft de gemeente Overasselt 211 huizen met 1.500 inwoners, verdeeld in het gelijknamige dorp 21/146 (= huizen/inwoners) met de buurtschappen Schoonenberg 34/240, Worsum 23/161 en De Heide 25/207 en dorp Nederasselt 19/134 met de buurtschappen De Molen 25/173, Eindsche of Einsche 34/223 en Hoogveld 30/216. Opvallend is dat de buurtschappen destijds qua huizen- en inwonertallen groter waren dan de dorpen waaronder zij vallen.

We weten dat Laurentius Petrus van Haren in 1906 is verhuisd naar Nederasselt. Toch wordt hij al wel genoemd in het bevolkingsregister van Overasselt 1880-1900. Hij zou in wijk B (Nederasselt) wonen op nummer 145. Het bladnummer 349 is alleen nog niet beschikbaar.

Jammergenoeg is het bevolkingsregister van Overasselt na 1900 nog niet digitaal beschikbaar, dus is verder zoeken nog lastig. Waarom Laurentius Petrus van Haren al wordt genoemd in het bevolkingsregister 1880-1900 is niet duidelijk en onlogisch en dat hij dan op nummer 145 staat geregistreerd en niet op nummer 150, suggereert dat, net als in Balgoy en Keent, ook in Nederasselt de huisnummering soms verwarrend kan zijn. Dat Laurentius Petrus in 1930 overlijdt in Nederasselt op nummer 146 maakt het nog verwarrender. Misschien dat iemand die bekend is met de historie van Nederasselt meer weet over de woonlocatie van het gezin Laurentius Petrus van Haren.

Overlijdensakte van Laurentius Petrus van Haren in 1930

Op de website van de Historische Vereniging Tweestromenland, bij de werkgroep Maas en Waalse Geslachten staat een parenteel van Sigbertus van Haren. Hierin komen de hierboven genoemde families ook voor.