Herinnering aan operatie Market Garden aan de hand van een Amerikaanse helm

Het is zelden dat hier een verhaal verschijnt over de tweede wereldoorlog. Niet dat het historisch onbelangrijk is natuurlijk, of dat het geen impact heeft gehad voor de mensen in Balgoy. Het heeft simpelweg niet mijn primaire interesse en er zijn mensen in Balgoy die er veel meer van weten. Een van die Balgoyse mensen is Werner Peters en dit verhaal is ook zijn verhaal in woord en beeld. Het verscheen al in Facebook, maar vanwege het vluchtige karakter van dat medium heb ik besloten (met toestemming van Werner) het ook in mijn blog een plekje te geven.

Gisteren was het 17 september 2022 en was het 78 jaar geleden dat hier vliegtuigen en parachutes de hemel vulden tijdens operatie Market Garden. In Nederasselt en Overasselt waren grote landingsplaatsen voor parachutisten en zweefvliegtuigen. De brug over de Maas bij Grave viel in Geallieerde handen. Een tijd van angst en blijdschap voor de lokale bevolking, eindelijk werden we bevrijd van de Duitse bezetting.

Voor ons dorpje, Balgoy, was dit waar. De Amerikaanse 82e Airbornedivisie landde in deze omgeving om de bruggen over de Maas en over de Waal in te nemen. Al op die 17e september 1944 liepen er Amerikaanse luchtlandingssoldaten in ons dorp. Een paar dagen later werden ze versterkt door opgerukte grondtroepen die veelal uit soldaten van het Engelse gemenebest bestonden. Maar omdat het ambitieuze plan een “brug te ver bleek” te zijn gold dit niet voor heel ons land. Arnhem kon niet bereikt worden en harde gevechten voor onze vrijheid zouden volgen tot de uiteindelijke Duitse Nederlaag in mei 1945. Tot die tijd bleef een groot gedeelte van ons land bezet. 

En daarbij zou nog veel leed geleden worden. Door soldaten aan beide zijden en de burgerbevolking in het midden. Al 78 jaar is het hier ter plaatse geleden, dat we bevrijd werden door soldaten die nog nooit van ons dorp gehoord hadden. Soldaten, die soms hun leven gaven voor het ideaal van vrijheid. Een offer dat nooit vergeten mag worden. Ook mogen we de mensen niet vergeten die de strijd overleefden, dat zij hun jonge onschuldige jaren voor ons opofferden en de rest van hun leven moesten leven met wat ze gedaan en gezien hadden.

Van de soldaten die de strijd in September 1944 meegemaakt hebben zijn er niet veel meer in leven. De herinneringen vervagen, wat niet opgeschreven werd gaat verloren. Gelukkig is dat veel gedaan. Hele boekenkasten vol. Interviews zijn opgenomen en kunnen nageluisterd worden. Maar veel gaat vergeten worden. Want nog maar even en het enige wat rest is de archeologie.

Littekens die soms niet gezien werden maar duidelijk aanwezig waren. Oorlog verandert mensen, en zelden ten goede. We mogen blij zijn dat het al zo lang geleden is dat het land eronder geleden heeft en het is goed dat we er alles aan doen om het zo te houden. En het is zeker goed om de mensen en hun daden te herdenken waar we dit aan te danken hebben. Ook moeten we niet haatdragend zijn tegen de voormalige vijand. Zoals mijn oudoom zei “die jongens moesten ook”. Oorlog is politiek, dus neem het de politiek van die tijd kwalijk en niet de mensen die ervoor in het geweer moesten. Meestal hadden die gewoonweg geen keus of waren verblind door propaganda.

En ook daarin werkt de tijd door. De in dit verhaal getoonde Amerikaanse helm kreeg ik jaren geleden van de Familie Hammen. Opgeploegd in Groesbeek waar ook luchtlandingsplaatsen waren. Een prachtig geschenk waar ik nog steeds dankbaar voor ben.

Want geschiedenis in je hand houden, dat maakt een connectie. Het wordt tastbaar en voorwerpen vertellen hun verhaal. Geschiedenis is niet ver weg, het is overal rond ons heen. We zijn er het resultaat van en wat we nu zijn zal ooit geschiedenis zijn.

Heel lang heb ik niets aan de helm durven doen. Bang om de geschiedenis aan te tasten. Maar het oppervlak liet steeds meer los en ik was bang dat het stuk zou vergaan als ik het niet zou beschermen.

Dus de helm kreeg een bad in oxaalzuur. Hierdoor lost de roest op en komt eventuele verf weer tevoorschijn. Daarna goed gespoeld om het zuur kwijt te raken en geconserveerd met paraloid b72, een kunststof opgelost in aceton, om het te conserveren. In plaats van dat er geschiedenis verloren ging kwam er meer tevoorschijn. Details werden zichtbaar en zelfs de verf bleek redelijk bewaard te zijn. De gevechtsschade is beter te onderscheiden van de roestgaatjes en persoonlijk ben ik blij verrast met het resultaat.

De helm was van een Amerikaanse soldaat, zoals gezegd gevonden bij landbewerking in Groesbeek. Mogelijk is hij van een parachutist geweest maar aangezien later ook nog in het gebied gevochten is kan het ook een infanterist toebehoord hebben. Moeilijk met zekerheid te zeggen.

De helm is van Amerikaans ontwerp en heet officieel “Helmet, Steel, M1”, goedgekeurd voor productie in 1941. Er waren door de tijd verschillende kleine veranderingen en deze helm kan worden betiteld als US M1 fixed bale front seam helmet. Fixed bale gaat over de bevestigingspunten van de kinriem, bij deze helm niets meer dan een simpel beugeltje aan twee punten vastgelast (fixed), latere helmen waren wat gecompliceerder. Het stukje “front seam” gaat over de roestvrijstalen rand om de helm heen die aan de voorzijde begint en eindigt. Dit veranderde in 1944 dus daaraan kan de helm enigszins gedateerd worden. Velen die na de oorlog in dienst gezeten hebben zullen een opvolger van deze helm op het hoofd gehad hebben die minder liefkozend “pispot” genoemd werd.

Vaak wordt gedacht dat helmen gemaakt zijn om kogels tegen te houden of hetzelfde doel hadden als middeleeuwse helmen. Beide gevallen kloppen niet alhoewel ze soms wel dat voordelige effect hadden. Het is zeer moeilijk om een bescherming voor het hoofd te maken die gerichte kogels kan tegenhouden, de helm zou gewoon te zwaar worden voor onze nek. De middeleeuwse helm was gemaakt om klappen van dichtbij op te vangen, slagen van zwaarden, bijlen en oorlogshamers.

De militaire stalen helm van nu is ontwikkeld in de eerste wereldoorlog. Tegen de verschrikkelijke wonden ontstaan in de loopgraven door een vijand die van ver weg een regen van stalen splinters op de soldaten liet neerdalen. De artillerie. Hun granaten waren zo ontwikkeld dat ze boven de hoofden van de soldaten ontploften en een groot gebied bestreken. De stalen helm was ontwikkeld om in veel gevallen de splinters af te ketsen. Daarom hadden de Engelse soldaten zulke brede randen op de helm zitten en de Duitse helmen zo’n lange halsbeschermer.

Het gevaar kwam van boven en de meeste gewonden en gesneuvelden in de oorlogen van afgelopen eeuw zijn gemaakt door de artillerie. Een vijand die je niet kan zien en alleen kan vrezen. Ook een helm kon niet elke granaatsplinter tegenhouden. Deze helm is daar testament van.

Aan de binnenzijde van de helm is met potlood wat geschreven geweest. Een streepje, een 9 of een g, en dan heeft de tand des tijds helaas toegeslagen, een andere letter of cijfer is niet meer te ontcijferen, laat staan wat er nog meer stond. Maar dat een simpel iets als een potloodstreep de tijd kan doorstaan is hoopvol. Geschiedenis kan ontdekt worden op de vreemdste plaatsen. Of soms heel dichtbij. Kijk eens in uw eigen omgeving, welke verhalen zijn er nog, welke tekenen in het landschap. Ga er op uit en ontdek!

De scherf is rechtsboven ingeslagen en heeft aan de achterzijde de rand versplinterd. Het is te hopen dat een soldaat de helm toen niet op had want dit is niet te overleven lijkt me.

Deze helm heeft met de inslag en door zijn verblijf in de grond veel geleden. Maar net als vele andere voorwerpen kan hij een groots verhaal vertellen, ons doen inzien wat de prijs van vrede is en hoe dankbaar we moeten blijven voor die vrede. Dat doe je het beste door te herdenken en gisteren heb ik al vele vliegtuigen over zien komen die die herdenkingen tastbaar maken….

Bedankt Werner voor je verhaal. Zo maak en houd je geschiedenis levend.

Balgoy en WOII, herinneringen doorgeven

Kaft Tweestromenland 177De periode 1940 – 1945 en de Tweede Wereldoorlog zijn zelden onderwerp van deze blog. Dit heeft geen speciale reden anders dan dat het niet mijn persoonlijke interesse heeft. Natuurlijk begrijp ik de impact die het heeft gehad en nog steeds heeft op de mensen die die periode hebben meegemaakt. Daarom ook is het heel belangrijk dat hun verhalen, nu deze generatie nog leeft, wordt opgetekend en vastgelegd. Het artikel in het Maas en Waals Tijdschrift voor Streekgeschiedenis Tweestromenland is dan ook meer dan de moeite waard om te lezen: “De lotgevallen van de familie Kwant in Balgoij, oktober 1944 tot maart 1945”.

Nijmegenaar Carel Kwant vertelt zijn verhaal over Nijmegen bij het begin van Operatie Market Garden in september 1944, de voortdurende beschietingen van de stad en zijn leven in de (schuil)kelder.  Het artikel begint met een citaat van hem: “Als ik leerlingen in mijn klas had die uit Balgoij kwamen, vertelde ik hen altijd over mijn jeugdherinneringen. Die leerlingen waren b.v. Charles van Haren, Sander v.d. Boogaard, Wim Willems, Wilma Willems en Liesbeth Wintjes. Het leek mij leuk om die herinneringen in Tweestromenland door te geven aan alle geïnteresseerden.” Het gezin Kwant werd in oktober 1944, samen met een aantal buurtgenoten, naar Balgoy gebracht. Hij had nog nooit van Balgoy gehoord. In het artikel vertelt Carel dat het gezin tot december bij het gezin Thijs Francissen werd ondergebracht, toen naar de familie Wim en Cato Willems verhuisde en in januari tot maart 1945 werd ondergebracht bij het echtpaar Harry en Mieneke Theunissen. In maart keerde het gezin terug naar Nijmegen, dat toen weer veilig was.

Harry Theunissen en Mien van Overbeek aan het melken.

Harry Theunissen en Mien van Overbeek aan het melken (bron: Geleefd Verleden, Balgoy in de 20e eeuw van Ries van Haren)

Carel Kwant en zijn gezin waren niet de enige gasten van het echtpaar Theunissen in de tweede wereldoorlog. Harry en Mieneke namen ook verschillende onderduikers in huis. Ze hadden een nieuwe boerderij in de Korte Herreweg, een gemengd bedrijf met ruim drie buunder grond, twee koeien, een paard, tien varkens en kippen. De twee kippenhokken stonden een beetje verscholen in de boomgaard die ze ook hadden. In een van de hokken, onder de grond, vond ook een geallieerde luchtmachtsoldaat een schuilplek tot de bevrijding (Bron: Geleefd Verleden, Balgoy in de 20e eeuw van Ries van Haren, blz 69).

Sigbert Toonen Dekkers

Sigbertus Marinus Toonen Dekkers

Er zijn zeker nog meer herinneringen en verhalen over Balgoy en de tweede wererldoorlog, die bewaard moeten blijven voor het nageslacht. De meesten in Balgoy kennen het verhaal van Sigbert Toonen Dekkers, die in mei 1940 net als enkele andere mannen uit Balgoy, naar het Grebbebergfront moest. Hij was een van de 382 militairen van het Nederlandse leger die tijdens de strijd om de Grebbeberg sneuvelden volgens een telling van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, achttien officieren, 344 manschappen van een lagere rang en twintig vermisten. Op de militaire erebegraafplaats op de Grebbeberg liggen ongeveer achthonderd in de meidagen gesneuvelde Nederlandse militairen (Bron: Wikipedia). WOII, een periode in de Balgoyse en Nederlandse geschiedenis die we niet mogen vergeten.

Militair_ereveld_Grebbeberg

Militair ereveld Grebbeberg, met de naam van Sigbert Toonen Dekkers op het monument (Bron: Wikimedia.org)