In de Gelderlander: op zoek naar de ambtsketen van de gemeente Balgoy en Keent.

Ruud van Haren (zittend) en ik (© Koen Verheijden, De Gelderlander)

Het artikel in de Gelderlander van zaterdag 20 mei (1) vertelt het verhaal van de zoektocht naar de burgemeestersketen van de gemeente Balgoy en Keent, de gemeente die in 1923 (precies honderd jaar geleden dus) opging in de gemeente Overasselt en nu deel uitmaakt van de gemeente Wijchen. Na het verschijnen van het artikel vroegen verschillende mensen, hoe zat en zit dat nou met zo’n burgemeestersketen?

De ambtsketen van de gemeente Balgoy en Keent in 1931 na het overlijden van de laatste burgemeester (Bron: 60 jaar harmonie Kunst en Vriendschap (1979) Wim Verhoeven)

Alweer een paar jaar geleden, als ik me goed herinner met de opening van het gemeentehuis aan de Kasteellaan in Wijchen, hadden Rudy van Haren en ik het idee opgepakt om uit te zoeken wat er met de ambtsketen van de laatste burgemeester van Balgoy en Keent is gebeurd. Dat ook de gemeente Balgoy en Keent zo’n ambtsketen heeft gehad wisten we door een foto die afgedrukt staat in het boek 60 jaar harmonie Kunst en Vriendschap van Wim Verhoeven. Onder andere door corona is dat toen uiteindelijk niet gelukt. Maar omdat het dit jaar honderd jaar geleden is dat de gemeente Balgoy en Keent ophield een zelfstandige gemeente te zijn, willen we nog een poging doen. Het lijkt ons mooi om de ambtsketen op te nemen in de collectie ambtsketens van Kasteel Museum Wijchen, of op zijn minst daar een tijdje tentoon te stellen.

Heel lang vormden Balgoy en Keent een Heerlijkheid. In 1810 werd het gebied geannexeerd door het Franse keizerrijk en kregen de dorpen Balgoy en Keent zelfs de namen Commune de Balgoij et Keent (1810-1813) en Mairie de Balgoij et Keent (1810-1813). Na het vertrek van de Fransen in 1814 en met de Grondwet van 1848 en de daarvan afgeleide gemeentewet van 1851 werden er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de organisatie van het gemeentelijk bestuur (2). Balgoy en Keent werden een gemeente. Per 1 januari 1853, kort na de invoering van de gemeentewet van 1851, werd er door Thorbecke, de minister van binnenlandse zaken, een verplicht ambtsteken ingesteld voor burgemeesters om te dragen bij bijzondere gelegenheden. Dit ambtsteken bestond uit een zilveren penning met een diameter van 40 mm. Op de ene zijde van de penning stond het rijkswapen afgebeeld, terwijl de andere zijde het gemeentewapen of de naam van de gemeente toonde. De penning diende te worden gedragen aan een oranje lint of een zilveren ketting, waarbij het lint de goedkopere optie was. De burgemeestersketting die hierboven afgebeeld staat, dateert zeer waarschijnlijk uit de tijd van Thorbecke of niet lang daarna. Deze ketting is van eenvoudige schoonheid en destijds ook niet duur geweest. Zo’n penning werd in die tijd voor ƒ10 geslagen bij de Rijks Munt te Utrecht, terwijl de standaardketting ƒ15 kostte. De ambtsketting diende gedragen te worden wanneer de burgemeester de raad voorzat, bij brand, bij oproer, wanneer hij op basis van een wet in het openbaar persoonlijk bevelen gaf, en bij plechtige gelegenheden waarin hij de gemeente vertegenwoordigde. Sommige burgemeesters hadden ook een extra ketting thuis voor noodgevallen, zoals brand. Bij afwezigheid van de burgemeester droeg zijn vervanger de ketting. Het was niet duidelijk wie de kosten voor het ambtsteken zou dragen, ofwel de burgemeester zelf of de gemeente, maar de voorkeur ging uit naar de gemeente. In het geval van de gemeente Balgoy en Keent is niet bekend of de burgemeester persoonlijk een penning met keten besteld heeft of dat de gemeenteraad besloot tot aanschaffing van een penning met een ketting voor rekening van de gemeente, maar we mogen er wel van uitgaan dat er zo’n ambtsketen is aangeschaft (3)(4).

Vanaf 1825 trad er in de plattelandsgemeenten rondom Nijmegen een nieuw reglement in werking dat voorzag in een gemeenteraad en een college. Het college werd gevormd door de burgemeester (in het begin nog schout genoemd) en één of meer assessoren (wethouders). De burgemeester werd door de koning benoemd, de gemeenteraad door de gedeputeerde staten en de assessoren door de gouverneur. Mr. Pieter Hendrik de la Court (1778-1848) was in 1838 schout van de gemeente Balgoy en Keent. Het Rivierpolder reglement van datzelfde jaar maakte in feite een definitief einde aan de heerlijkheid Balgoy en Keent. Toch blijft ook in de jaren daarna de naam heerlijkheid Balgoy en Keent een veel gebruikte naam voor de zelfstandige gemeente. De la Court werd op zijn verzoek bij Koninklijk Besluit van 29 juli 1840 eervol ontslag verleend en Henricus van Lunen werd tegelijkertijd benoemd tot “heer van de heerlijkheid”. Dus zelfs in 1840 wordt nog gesproken van de gemeenteraad van de heerlijkheid Balgoy en Keent. Desalniettemin is er dan dus wel een gemeenteraad; de eerste stappen naar een democratie.

Hierna volgden nog enkele andere burgemeesters voordat de familie De Bruijn aantrad. Deze familie was generaties lang betrokken bij het lokale bestuur. Details daarover vinden we in een stamboom op genealogie online (5). Jacobus “Jacob” de Bruijn werd geboren rond 1690 in Keent. Hij was van beroep landbouwer. Hij was schepen van Balgoy en trad ook op als stadhouder aldaar. Hij is overleden op 4 augustus 1760 in Balgoy. Hij was getrouwd met Helena Gerardts. Hun zoon Johannes Jacobs de Bruijn werd gedoopt op 28 juni 1744 in Balgoy. Hij was schepen van Balgoy en trad ook op als stadhouder (d.w.z. plaatsvervanger van de Vrijheer van de heerlijkheit Balgoy). Hij was een rijke landbouwer met veel land en enige boerderijen (zie koopakten in het rechterlijk archief van Balgoy). Van hem stamt waarschijnlijk het familiewapen de Bruijn, waarmee hij als schepen zegelde. Hij huwde in de kerk te Balgoy op 8 juni 1786, met kerkelijke dispensatie wegens bloedverwantschap, met Maria Hermens van Haren. Uit dit huwelijk werd Hermanus de Bruijn geboren. Gedoopt 26 september 1789 te Balgoy en overleden 31 augustus 1859. Hij was assessor (wethouder, schepen) van Balgoy en heerboer. Hij huwde te Balgoy 27 januari 1821 met Antonetta Toonen. De oudste zoon, Johannes de Bruijn, geboren 5 november 1821 te Balgoy stierf er 6 mei 1893. Hij werd begraven bij de oude kerk (de zerk van het graf is nog steeds aanwezig bij de oude toren). Johannes was een rijke heerboer, die blijkens notariële akten veel land bijkocht. Verder was hij heemraad en rentmeester. Hij trouwde te Balgoy op 3 juni 1857 met Hendrika van Eldonk. In 1856 werd Johannes burgemeester van Balgoy, en in 1886 schoof hij zijn zoon Wilhelmus Joannes Cornelius naar voren als zijn opvolger. Wilhelmus Joannes Cornelius de Bruijn trouwde op 9 augustus 1898 te Balgoy met Maria van Eldonk. Deze echtlieden waren dubbel neef en nicht. Wilhelmus was de allerlaatste burgemeester van de gemeente Balgoy en Keent, tot het samenging met Overasselt in 1923 (6)(7). Tijdens deze periode ging het financieel minder goed met Balgoy en Keent. Er was gebrek aan geld en de salarissen van de ambtenaren moesten omhoog, wat het dorp niet kon dragen met slechts vierhonderd inwoners. Uiteindelijk moest Balgoy vanwege armoede aansluiting zoeken bij de gemeente Overasselt. Deze informatie hebben we van oudere mensen uit het dorp vernomen.

Via goede kennissen van de familie de Bruijn kwamen we in contact met een achterneef van Wilhelmus Joannes Cornelius de Bruijn, die in Hilversum woont. En tot onze grote vreugde bleek de ambtsketen al die tijd in de familie te zijn gebleven. We konden ons geluk niet op toen we foto’s van de ambtsketen ontvingen van de nazaten. We deelden ons plan om de keten tentoon te stellen in Kasteel Museum Wijchen, maar de familie De Bruijn was terughoudend en niet direct bereid om de ambtsketen uit handen te geven. Ze waren misschien bezorgd dat ze hem niet meer zouden terugkrijgen. De familie had bezwaren tegen de standaard bruikleenovereenkomst van het museum en zo eindigde het contact.

We vroegen ons af of de gemeente Wijchen eigenaar was van de ambtsketen van Balgoy, maar we konden geen definitief antwoord vinden. Zoals in het begin al genoemd, zou het ook mogelijk kunnen zijn dat de ambtsketen particulier was aangeschaft (4). Ook de gemeente Wijchen was niet op de hoogte van de huidige status van de keten, maar ze waren bereid om verder onderzoek te doen. Wijzelf gaan natuurlijk ook verder met het zoeken naar meer informatie over de aanschaf en het gebruik van de ambtsketen.

Ons doel blijft om de ambtsketen fysiek aan de mensen te tonen. We zien het al voor ons, in de vitrinekast van het Kasteel Museum Wijchen samen met de ambtsketens van Bergharen, Batenburg en ook een oude keten van de gemeente Wijchen. We vinden als leden van de Heemkundekring Pagus Balgoye dat we onze lokale geschiedenis moeten koesteren en willen graag dat onze erfgoedstukken worden gedeeld met anderen.

Bronnen:

  1. Ruud en Piet zochten naar de oude burgemeestersketen van Balgoij. Ze vonden hem, maar krijgen ze hem ooit terug? In: De Gelderlander (editie Maas en Waal), 20 mei 2023
    https://www.gelderlander.nl/wijchen/ruud-en-piet-zochten-naar-de-oude-burgemeestersketen-van-balgoij-ze-vonden-hem-maar-krijgen-ze-hem-ooit-terug~a5869e97/
  2. Gemeente Balgoij en Keent, in: Huis van de Nijmeegse geschiedenis
    https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Gemeente_Balgoij_en_Keent
  3. Ambtsketting van de burgemeester, in: Streekarchief Hattem, Epe en Heerd
    https://www.streekarchiefepe.nl/blog/ambtsketting-van-de-burgemeester/
  4. Molen-den Outer, B. ter (1979) Ambtsketens van burgemeesters in Nederland (‘s-Gravenhage: Stichting Gemeentelijk Cultuurfonds)
  5. Stamboom van de familie de Bruijn samengesteld door W. de Bruijn en bestaat uit 53.767 personen
    https://www.genealogieonline.nl/stamboom-de-bruijn/
  6. Lijst van burgemeesters van Balgoij, in: Wikipedia
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_burgemeesters_van_Balgoij
  7. Samen maken we de goede keuzes: een naïeve gedachte? In: Piet’s Blog: Balgoyse mins
    https://balgoyseminse.blog/2018/03/20/samen-maken-we-de-goede-keuzes-een-naieve-gedachte/

Met Fotowandelclub Wijchen een rondje Balgoy maken

Met de Wijchense fotowandelclub wandelend door Balgoy (Korte Herreweg). Bron: © Sienie Kolvoort

Woensdagmorgen 19 april was het zo ver. Samen met Fotowandelclub Wijchen zijn we op pad gegaan voor een rondje Balgoy. Dick Vogelzang had een mooie route uitgestippeld die heel afwisselend was. De route leidde ons langs fruitboomgaarden, door weilanden en door het dorp met o.a. karakteristieke woningen gebouwd in de eerste helft van de vorige eeuw. Overal was de relatie van het dorp met de Maas zichtbaar.

De door Dick Vogelzang uitgestippelde route met begin- en eindpunt Theetuin en Koffiehuis “De Holtsehoek”.

Ik mocht de gids zijn en was zelf ook erg enthousiast om op pad te gaan met de club. Het was een prachtige dag om te wandelen en foto’s te maken. De zon scheen en er was een aangenaam briesje. We waren met een grote groep, maar het voelde niet massaal. Het was gezellig en iedereen was druk bezig met zijn of haar camera.

Ik heb het dorp in de tijd dat ik er nu kom wel goed leren kennen en heb geprobeerd de mooiste plekjes te laten zien langs de route die we liepen. De clubleden genoten zichtbaar van het dorp en van de verhalen erover. Tijdens de wandeling werden er veel foto’s gemaakt, vooral van de afwisselende omgeving. Het was mooi om te zien hoe iedereen zijn of haar eigen kijk had op het dorp en hoe deze vastgelegd werd met de camera.

We werden ’s morgens hartelijk ontvangen bij Theetuin en Koffiehuis “De Holtsehoek” door Yvonne. De wandeltocht eindigde ook weer op dezelfde plek. Het was een geweldige wandeling, maar ook van het samenzijn voor- en achteraf hebben we genoten en was erg gezellig.

“Balgoij in al zijn schoonheid”. Wandeling door en rond Balgoij van Henk Loeffen.

Al met al was het een geslaagde dag met de fotowandelclub. We hebben gelachen, elkaar geholpen en mooie herinneringen gemaakt. Misschien moet ik bij een volgende wandeling ook maar eens meegaan en andere mooie plekjes van Wijchen gaan zien.

Gaat AI onze (onder)zoekactiviteiten naar het verleden van Balgoy en de Balgoyse mensen beïnvloeden?

OpenAI en Microsoft hebben GPT-3.5 ontwikkeld, wat nu gebruikt wordt in de Bing-zoekmachine

Goedemorgen! Vandaag wil ik graag met jullie delen hoe een nieuwe ontwikkeling ons leven gaat beïnvloeden. Het gaat hier om kunstmatige intelligentie (AI), wat al een tijdje een populair onderwerp is. Maar nu lijkt het erop dat de AI-industrie echt gaat doorbreken met de opkomst van ChatGPT. OpenAI en Microsoft hebben GPT-3.5 ontwikkeld, wat het taalmodel is achter ChatGPT. Dit taalmodel is nu ook geïntegreerd in de Bing-zoekmachine en Edge-webbrowser. Daarnaast is Microsoft van plan om deze technologie te integreren in hun Office-suite, zoals Word, Outlook en PowerPoint. Google is nog wat terughoudend en loopt iets achter, maar zij hebben hun eigen alternatief genaamd Bard, gebaseerd op LaMDA. Dit is een krachtig taalmodel dat jaren geleden door Google is ontwikkeld en uiteindelijk zullen ze ook hiermee succes gaan hebben. Deze ontwikkeling zal niet alleen ons dagelijks leven beïnvloeden, maar ook onze (onder)zoekactiviteiten naar het verleden van de Balgoyse mensen.

Detail van de invulpagina van Bing

Hoezo en wanneer gaat dat gebeuren zult u zich misschien afvragen. Nou, het gebeurd nu al. Ik heb zojuist in de Edge-browser van mijn laptop een poging gedaan om een blog verhaal te maken voor mijn weblog. Ik ga het resultaat met jullie delen en laat maar weten wat je ervan vindt. Ik heb de volgende vraag ingetikt:

Goeiemorgen Bing. Wil je voor mij een verhaal maken voor mijn weblog over de geschiedenis van Balgoy, Keent en de Balgoyse mensen. Met name over de heerlijkheid Balgoy en Keent, de gemeente Balgoy en Keent, de overstroming van 1926 en de maaskanalisatie. Verder ook nog een stukje recente geschiedenis over de keuze die de Balgoyse mensen moesten maken om bij de gemeente Overasselt te blijven of naar de gemeente Wijchen te gaan. Meestal maak ik verhalen van ongeveer 750 woorden met geïntegreerde bronvermelding en een lijst op het einde. Wil je dat doen?

Brabants Dagblad 8 maart 2019

Bing kwam terug met het volgende verhaal:

Balgoy, Keent en de Balgoyse mensen: een korte geschiedenis

Balgoy en Keent zijn twee dorpen die al eeuwenlang met elkaar verbonden zijn door de geschiedenis, de cultuur en de natuur. Samen hebben ze veel meegemaakt: van heerlijkheid tot gemeente, van overstroming tot kanalisatie, van herindeling tot keuze. In dit verhaal zullen we een kijkje nemen naar enkele belangrijke momenten uit hun verleden.

De heerlijkheid Balgoy en Keent

Balgoy ontstond op een oeverwal tussen twee armen van de Maas. Nog voor 1200 raakte de noordelijke rivierarm afgesneden van de Maas. De oude rivierarm slibde dicht en is als Broeksloot en de Balgoijse Wetering nog herkenbaar in het landschap. Balgoy kwam aan de noordelijke, Gelderse kant van de Maas te liggen, net als Keent, een ander buurtschap (1). De beide dorpen waren via de Molenstraat met elkaar verbonden (2). Samen vormden zij een hoge heerlijkheid, wat betekende dat de heer veel macht had over zijn onderdanen (3). Hij kon bijvoorbeeld rechtspreken, belastingen heffen en soldaten leveren. In 1795 werd de heerlijkheid afgeschaft door de Franse bezetting.

De gemeente Balgoy en Keent

In 1810 werd Balgoy samen met Keent een zelfstandige gemeente onder het Koninkrijk Holland. De gemeente behoorde tot verschillende arrondissementen en districten in Gelderland (3). In 1845 bedroeg het aantal inwoners 406. De gemeente was klein en had weinig voorzieningen. Er was bijvoorbeeld geen school of dokter in Balgoy of Keent. De meeste mensen leefden van de landbouw of de visserij. In 1923 werd de gemeente ingedeeld bij Overasselt, omdat ze te klein was om zelfstandig te blijven (2, 4).

De overstroming van 1926

In januari 1926 brak er een grote ramp uit in het rivierengebied: de overstroming van de Maas (5). Door hevige regenval en smeltwater steeg het waterpeil enorm. Op nieuwjaarsdag brak de Maasdijk bij Overasselt en Nederasselt waardoor het Land van Maas en Waal overstroomde. Ook Balgoy en Keent kwamen onder water te staan. Veel huizen, boerderijen, wegen en bruggen werden beschadigd of verwoest. Mensen moesten vluchten naar hogere gebieden of werden geëvacueerd naar andere plaatsen. Gelukkig vielen er geen doden of gewonden in Balgoy of Keent, maar wel veel materiële schade.

De maaskanalisatie

Na de overstroming besloot de regering om maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Ir. W.C. Lely kreeg de opdracht om met een betere oplossing te komen voor het beheersen van de Maas. Hij kwam met het plan om tien scherpe bochten af te snijden waardoor de rivier met 19 kilometer zou worden ingekort (6, 7). Hierdoor zou de waterafvoer worden bevorderd en zou er meer ruimte komen voor landbouw en recreatie langs de oevers. De maaskanalisatie werd uitgevoerd tussen 1932 en 1942 (6). Een van de bochten die werd afgesneden was die bij Balgoy en Keent. Hierdoor werd Keent afgescheiden van Balgoy en kwam het op Brabants grondgebied te liggen (4, 7). De Molenstraat werd onderbroken door een nieuwe Maasarm en er werd een veerpont ingesteld om de verbinding te behouden.

De keuze tussen Overasselt en Wijchen

In 1980 vond er een gemeentelijke herindeling plaats in Gelderland. De gemeente Overasselt, waartoe Balgoy behoorde, zou worden opgeheven en verdeeld over twee andere gemeenten: Heumen en Wijchen (4). De inwoners van Balgoy kregen de keuze om bij Overasselt te blijven of naar Wijchen te gaan. De meeste mensen kozen voor Wijchen omdat ze zich meer verbonden voelden met deze gemeente dan met Overasselt. Ze hadden bijvoorbeeld meer contacten, voorzieningen en verenigingen in Wijchen dan in Overasselt. Bovendien lag Wijchen dichter bij Nijmegen, waar veel mensen werkten of studeerden. Sinds 1 januari 1984 hoort Balgoy officieel bij de gemeente Wijchen.

Bronvermeldingen:

  1. https://balgoyseminse.blog/2023/02/21/de-katholieken-in-balgoy-en-keent-de-vroegste-geschiedenis/
  2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Balgoij
  3. https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Gemeente_Balgoij_en_Keent
  4. https://www.wijchenis.nl/zien-en-doen/cultuur-historie/balgoij/
  5. https://nl.wikipedia.org/wiki/Overstroming_van_de_Maas_(1926)
  6. https://mijngelderland.nl/inhoud/routes/cultuurhistorie-in-het-land-van-maas-en-waal/watersnood-in-balgoy
  7. https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/verhaal-tussen-maas-waal/balgoij-en-keent-gescheiden
MyHeritage AI Time Machine™ foto van mezelf

Tot zover het verhaal dat Bing leverde. Het zijn ca. 600 woorden en geen 750 en het verhaal klopt op een enkel detail na. De Maasdijk is bijvoorbeeld niet op nieuwjaarsdag doorgebroken, maar op oudjaarsdag en het is een vrij kleurloos verhaal. Misschien dat je denkt, wat zeur je Piet, maar dat komt misschien wel doordat het verhaal beter is dan ik had verwacht. Dat je zo’n verhaal krijgt na het intypen van een simpele zin, is heel veelbelovend. Ik verwacht er nog veel meer van. Wie weet wat we nog kunnen verwachten als de hoeveelheid data zal toenemen in de toekomst en de machine misschien wel gevoed gaat worden met archiefbronnen. Ik vond het een leuk experiment zegt de gepensioneerde wetenschapper.

De katholieken in Balgoy en Keent – de vroegste geschiedenis

Figuur 1 Boerderij aan de Veldsestraat (situatie voor 1980) op de plek waar tot 1811 een schuurkerk stond.

Er is al veel gepubliceerd over “de oude toren” en “de nieuwe kerk” in Balgoy. Met name Wim Verhoeven heeft veel geschreven over de Balgoyse kerkgeschiedenis. Een hoofdstuk “Een stukje kerkgeschiedenis” in het boek 60 jaar Kunst en Vriendschap uit 1979, bladzijde 100 – 125 geeft een mooi overzicht. In 1989 schrijft Wim het boek 75 jaar Kerkkroniek Balgoy. In dat jaar bestond de kerk aan de Boomsestraat, “de nieuwe kerk”, 75 jaar, een goede gelegenheid om terug te blikken naar het verleden. Het boek geeft het verhaal van de Balgoyse kerk in grote lijnen weer. Het is geen algemene kerkgeschiedenis, maar veel meer de geschiedenis van de Balgoyse parochiekerk met gebeurtenissen die er plaatsvonden. Pas geleden stuitte ik in Delpher (www.delpher.nl, een website met ruim 130 miljoen pagina’s uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften) op een boek uit 1872 over de geschiedenis van het bisdom ’s-Hertogenbosch. Dat viel samen met genealogisch onderzoek dat ik aan het doen was en nog aan het doen ben naar enkele oude boerderijen in de Veldsestraat, waaronder een woning waarvan verteld werd dat er ooit een schuurkerk in was gevestigd (figuur 1). Genoeg informatie om mijn nieuwsgierigheid op te wekken en een onderzoek te starten naar de vroegste geschiedenis van de katholieken in Balgoy.

Historisch perspectief

De reden dat de Rooms-Katholieke kerk zo groot is geworden, is omdat Keizer Constantijn de Grote rond 300 de kerk zag als een manier om het Romeinse Rijk bij elkaar te houden. De kerk nam de manier waarop het rijk was georganiseerd met provincies en districten bijna letterlijk over en dit bleek een succesvolle formule. Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk ontstonden er problemen. Keizers van het Karolingische en later ook het Duitse Rijk wilden ook de macht over de kerk en dat leidde vanzelfsprekend tot een strijd tussen paus en keizer. Het Land van Maas en Waal viel tot 1648 onder het Duitse Rijk en de kloosters en kerken die zich hier vestigden, volgden de keizer. Hierdoor werden oorspronkelijk Romaanse kerken in dit gebied uitgebouwd in de Gotiek tot pseudobasilieken, wat de keizerlijke bouwvorm was, zo ook die van bijvoorbeeld Bergharen, Batenburg en Balgoy. Meer hierover is te lezen op de website van het verhaal tussen Maas en Waal: Een landschap vol kerken – Verhaal Tussen Maas en Waal.

De vele kerken en torens die we nu tegenkomen in het Land van Maas en Waal laten zien dat de Rooms-Katholieke kerk veel macht had in deze regio. Dat begon al in de vroege middeleeuwen en dit bleef zo totdat het gebied gedwongen protestants werd tussen 1600-1850. In de tweede helft van de zestiende eeuw begon de Nederlandse opstand tegen de katholieke koning Filips II. De Staten van Gelderland sloten zich bij de opstand aan, verboden de uitoefening van het katholieke geloof en voerden de reformatie door. Katholieken mochten geen openbare ambten meer vervullen en er werden harde maatregelen tegen hen genomen tijdens de Synode van Dordrecht in 1618. Ondanks deze harde opstelling bleef het aantal rooms-katholieken relatief stabiel. Het Land tussen Maas en Waal bleef grotendeels rooms-katholiek, mede door de geïsoleerde ligging en de steun van adellijke families en kloosters uit naburige godsdienstvrije gebieden. Wel kregen de protestanten de bestaande kerken toegewezen en mochten de katholieken geen nieuwe bouwen. Het gebruik van schuilkerken werd gedoogd, maar er moest wel voor betaald worden en er golden strenge regels. Ze moesten zover van de begane wegen staan, dat mensen het gezang niet konden horen en ze moesten rieten daken hebben om op schuren te lijken. Ze werden dan ook wel schuurkerken genoemd. Pas vanaf 1853 konden de katholieken weer nieuwe kerken bouwen en ook de protestanten bouwden toen hun eigen kerken.

Figuur 2 Meanderende Maas (tekening: Werner Peters)

Ook de loop van de Maas heeft zeker een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het gebied waar Balgoy en Keent nu liggen. De meanderende rivier heeft eeuwenlang invloed gehad op het landschap en het lot van de dorpen die in de buurt lagen. Het dorp Balgoy is waarschijnlijk ontstaan op een wat hoger gelegen zandgebied ten westen van Nederasselt, waar de rivier gedwongen werd een ruime bocht naar het noordwesten te maken. Balgoy lag toen westelijk van de rivier, op Brabantse grond. Toen de rivier in de 11e eeuw van bedding veranderde en een nieuwe loop aannam, kwam Balgoy aan de noordelijke, Gelderse kant van de Maas te liggen (figuur 2). Deze verandering zal ongetwijfeld hebben geleid tot veranderingen in het gebied en de manier waarop de dorpen met elkaar in verbinding stonden. Het is aannemelijk dat Balgoy en Keent door deze veranderingen meer met elkaar te maken kregen. Zo heeft de Maas niet alleen een grote invloed gehad op de fysieke omgeving, maar ook op de sociale en economische ontwikkeling van het gebied.

Hoe het begon, de Vroonhoeve

De kerken, met name het bisdom Utrecht, maar ook het dekenaat Xanten, behorend tot het aartsbisdom Keulen, spelen in de vroege geschiedenis van Balgoy een belangrijke bestuurlijke rol. We weten dat in de 12e eeuw de buurschappen Balgoy en Keent werden ondergebracht in één kerspel. In Balgoy was al lang daarvoor een kerkje gebouwd (ca. 960) en in Keent een kapel. De bisschoppen van Utrecht verwierven veel grond in het gebied en zij inden de tienden (belastingen) in Balgoy voor het Kapittel van St. Jan. Zij bouwden er ook een grote herenboerderij of vroonhoeve. Horigen deden het werk en het bestuur van Balgoy werd geregeld vanuit deze vroonhoeve, die waarschijnlijk gestaan moet hebben in de Holtsehoek (in de buurt van de boerderijen ’t Hof en/of ’t Hold). Een vroonhof, vroonhoeve of vroenhof was in de middeleeuwen de hoeve, van waaruit de omringende landbouwgronden werden geëxploiteerd volgens het puur economische Hofstelsel, dus voordat er in Balgoy sprake was van een meer feodaal, politiek systeem, de Heerlijkheid. Wanneer die herenboerderij definitief verdween, is nog niet duidelijk. Het kerkje in Balgoy bleek al snel te klein, want al in diezelfde 12de eeuw werd het vergroot. De kanunniken van het Kapittel van St. Jan, die de gronden in bezit kregen en exploiteerden, gaven de kerk de naam St. Jan. Johannes de Doper was hun beschermheilige.

Figuur 3 Passage uit het Registrum Memorial van de Johannes de Doperkerk waarin staat dat de kerk van Balgoy is gebouwd in het jaar 960.

De eerste kerk

Zoals hierboven al beschreven, werd de eerste kerk in Balgoy gebouwd in het jaar 960, zo staat in het Registrum Memorial van de Johannes de Doperkerk (figuur 3). Of die kerk ook op de plek gestaan heeft waar de oude toren nu staat en hoe die kerk er toen uitzag is niet bekend. Voor het jaar 1100 hoorde de parochie Balgoy waarschijnlijk bij het bisdom Utrecht. In de elfde of begin twaalfde eeuw werd door een Heer van Herpen, hoogstwaarschijnlijk machthebber van het gebied waarin de parochie lag, een zaalkerkje van veld- en tufsteen gebouwd. Deze bouwstijl was typisch voor de regio Nederrijn-Maasgebied waarin Balgoy zich bevond. Later in de twaalfde eeuw werden Balgoy en Keent samengevoegd tot één parochie en werd het zaalkerkje in Balgoy omgedoopt tot parochiekerk.  In de loop der tijd werd de kerk in Balgoy uitgebreid door het Kapittel van St. Jan, totdat het oorspronkelijke zaalkerkje was getransformeerd tot een pseudo-basiliek. In de veertiende en vijftiende eeuw werd het koor in gotische stijl uitgebouwd met aan de zuidzijde een kapelachtige uitbouw. Tegen de westzijde werd een toren gebouwd. Deze kerk werd gewijd aan Johannes de Doper. De parochie Balgoy en Keent was inmiddels onder het bestuur van Keulen komen te vallen. Dit betekende dat de bisschop van Keulen het kerkelijke gezag had over de parochie. Dit had ook gevolgen voor de manier waarop de kerk bestuurd werd en hoe het kerkelijke leven in Balgoy zich ontwikkelde. In de late vijftiende en vroege zestiende eeuw onderging de kerk van Balgoy een belangrijke transformatie. Het oude, eenbeukige schip werd vervangen door een nieuw schip met zijbeuken, waarin de toren werd opgenomen. De toren zelf werd verhoogd en voorzien van een indrukwekkende naaldspits (figuur 4). Deze ingrijpende vernieuwing resulteerde in een ruimere en statigere kerk.

Figuur 4 Volgens de tekening van C. Pronk bestond de Balgoyse kerk in de late middeleeuwen uit een pseudobasilikaal schip met een ingebouwde toren en een verlaagd priesterkoor in gotische stijl 1732 © C. Pronk.

De schuurkerk

In 1609 werden de parochiekerk van Balgoy en de kapel van Keent, die al geruime tijd zonder priester zaten, aan de katholieke eredienst onttrokken. Voortaan gingen de katholieken van deze dorpen in Ravenstein of Velp naar de kerk, vanaf 1675 konden ze ook in Wijchen terecht waar zich een pastoor gevestigd had. In 1693 kregen ze toestemming in Balgoy een schuurkerk te openen, waarvan ook de katholieken van een deel van Nederasselt (o.a. het Eind en Hoogveld) gebruik maakten. Een schuurkerk was een schuilkerk die was gevestigd in een gebouw dat er van buiten als een schuur uitzag. Rooms-katholieken, remonstranten, lutheranen en doopsgezinden waren voor hun erediensten na de reformatie aangewezen op deze schuilkerken, ze kwamen dan ook in grote delen van Nederland voor. De geloofsgemeenschap mocht ook geen parochie meer heten, maar werd een statie. De statie “Balgoy en Keent” omvatte toen behalve Balgoy en Keent, een deel van Nederasselt en “twee hoeven op de Weggelaar onder Wijchen”. In 1715 werd een nieuwe schuurkerk ingewijd. De schuurkerk werd gebouwd op grond, die de katholieke kasteelvrouw, Everdina geboren gravin van Weede, prinses van Anholt en Vrijvrouwe van Balgoy en Keent, daarvoor ter beschikking stelde. Zij legde op 15 juli 1715 de eerste steen. Verder droeg zij tot de bouw bij door een deel van het oude kasteel te laten afbreken en de stenen ten behoeve van het te bouwen “kerkehuis” te schenken. De gemeente Balgoy en Keent droeg f 700, – bij, de grond kostte f 35. Voor de verder benodigde penningen zorgde Maximilianus Snel, broer van de pastoor Eustachius Snel. Dat de mensen weer samen konden komen in hun eigen (schuur)kerk verbond ze en gaf ze dat saamhorigheidsgevoel dat we nu nog zien. Ik denk dat in die periode ook de basis is gelegd voor een leefgemeenschap groter dan de geografische grenzen van het dorp Balgoy. De statie werd aanvankelijk bediend door reguliere priesters, tot 1707 een karmeliet uit Boxmeer, daarna tot 1731 kapucijnen uit Velp. In 1730 vaardigden de Staten van Gelderland een plakkaat uit tegen regulieren, waarop de schuurkerk korte tijd werd gesloten. Vanaf 1732 waren aan de statie seculiere pastoors verbonden. In 1795, nadat de Bataafse Republiek was uitgeroepen, werd de statie weer omgezet in een parochie en in 1805 kregen de katholieken de oude parochiekerk van Balgoy terug; de schuurkerk werd in 1811 verkocht en gesloopt. De RC Kerk en pastorie zijn in de OAT tabel behorend bij het minuutplan 1811-1832 van Balgoy, Gelderland, sectie A, blad 012 (OAT05015A012) nog wel terug te vinden, maar zijn wel al doorgestreept (figuur 5).

Figuur 5 Collage met detail van het minuutplan 1811-1832 van Balgoy. Links een detail van topografische kaart van Balgoy uit 1980. Met pijlen is de locatie aangegeven van de schuurkerk (rechts) en later boerderij van figuur 1 (links). Onder detail van OAT tabel met vernoeming van kerk en pastorie Balgoy.

In 1835 werden het schip en koor afgebroken van de kerk, die meer dan twee eeuwen in handen van de protestanten was geweest. Waarschijnlijk mede door achterstallig onderhoud was een verbouwing noodzakelijk. Het oude schip met zijbeuken werd vervangen door een eenvoudiger, eenbeukig schip met een halfronde afsluiting aan de oostzijde. Deze nieuwe kerk was nog steeds gewijd aan Johannes de Doper, maar was beduidend soberder dan de voorganger. De kerk was echter nog niet klaar met veranderingen. In 1852 werd de kerk onder de bezielende leiding van pastoor Reijnen toch weer opnieuw vergroot, ditmaal in waterstaatsstijl.

Figuur 6 Topografische kaart uit 1850 waarop te zien is dat op de plek waar tot 1811 een schuurkerk had gestaan een nieuwe boerderij is gebouwd.

Op de plek waar de schuurkerk had gestaan is waarschijnlijk al heel snel een nieuwe boerderij gebouwd, want die staat al aangegeven op een topografische kaart uit 1850 (figuur 6). In het bevolkingsregister van 1860-1890 wonen in Wijk A nummer 26 vanaf mei 1887 landbouwer Petrus de Bruijn met zijn echtgenote Franciska van Haren. Dit komt overeen met kadastergegevens uit die tijd. Diezelfde kadastergegevens laten ook zien dat het de woning betreft van figuur 1, waar in die tijd (1950-1985) Petrus Antonius (Piet) van Haren en Anna Maria (Anna) Ariens woonden.

Lijst met pastoors van Balgoy en Keent tot ca. 1850

  • 1421: De eerst beschreven pastoor van Balgoy, wiens naam niet genoemd wordt, was ook rector van het beneficie in de kapel van Keent.
  • 1457: Udo de Buchulin.
  • 1460: Het is onzeker of Henricus Bloemaerts of Bloemaerts, in 1460 rector van de kapel van Keent, ook de parochie Balgoy heeft bediend.
  • 1515: Joannes.
  • 1549: Antonius Spierinck. Hij aanvaardde de parochie op 23 juni 1549 en deed al snel afstand in 1552.
  • 1552: Albertus Wemmari. Hij werd aangesteld op 2 december 1552, maar het is niet bekend hoelang hij tijdens de “Nederlandse beroerten” in Balgoy heeft kunnen blijven.
  • 15..: Missionarissen.
  • 1609-1672: Pastoors van Ravenstein en vooral van Velp.
  • 1672: Pastoor van Wijchen.
  • 1693: Florentius Spapen uit Poederle. Florentius van Sint Joanne Baptista, een karmeliet uit het klooster in Boxmeer, was de eerste pastoor na de godsdienstvervolging die van 1693 tot 1706 de parochies Balgoy en Keent bediende, evenals een deel van Nederasselt.
  • 1707: Eustachius Snel van Brussel. Hij was een kapucijn uit Velp die beschreef dat bijna de helft van Nederasselt sinds 1693 geestelijk aan de parochie Balgoy was toegevoegd. Er waren destijds in totaal 200 communicanten. Pastoor Snel werd begraven op 30 juli 1728 in de kloosterkerk te Velp.
  • 1728: Franciscus Nijpels. Hij was een kapucijn met de kloosternaam Tranquilinus en waarschijnlijk afkomstig uit St. Truiden, die in 1695 als gardiaan van Velp werd gekozen. Door het edict van 19 oktober 1731 tegen de reguliere geestelijken kon de pater de parochie niet blijven besturen en werd zelfs in 1731 de kerk gesloten. Deze dwangmaatregel werd het jaar daaropvolgend wel opgeheven, maar pastoor Nijpels moest vertrekken en vervangen worden door een seculiere priester. Sindsdien is er geen sprake meer van reguliere pastoors in Balgoy, behalve in 1808.
  • 1732: Marc. Joan. Rutten uit Maashees. Hij overleed op 21 januari 1745.
  • 1745: Gosuinus van Linden uit Lith. In 1748 werd hij pastoor van Wamel. Van Linden was in 1742 kapelaan in Puijflijk en werd, net als zijn voorganger, op aanbeveling van Wilhelm van Hessen Philipsthal, heer van Balgoy en Keent, tot pastoor benoemd.
  • 1748: Jacobus Sengers uit Batenburg. Hij overleed op 15 februari 1786.
  • 1786: Hubertus Voet uit Ravenstein. Hij overleed op 5 juni 1808.
  • 1808: Joannes Sengers uit Wijchen wordt pastoor van Balgoy en Keent en overlijdt op 9 februari 1838. Hij was een capucijn van het klooster in Velp en zijn kloosternaam was Basilius.
  • 1838: Theod. Melsen uit Beuningen wordt pastoor van Balgoy en Keent en overlijdt op 2 augustus 1848. Melsen was kapelaan in Grave in 1818 en werd in 1819 pastoor van Druten.
  • 1848: Antonius Reijnen uit Wanroij wordt deken en pastoor van Balgoy en Keent. Reijnen werd geboren op 16 maart 1804 en was kapelaan in Nijmegen in 1832 en in St. Antonius in 1838. In 1848 werd hij pastoor van Balgoy en in 1858 deken van het district Nijmegen. Hij was ook de gedreven herder die de kerk en parochie nieuw leven inblies nadat de statie Balgoy weer werd omgezet naar een parochie.

De bovenstaande lijst is afkomstig uit een publicatie van 1872. Een lijst met meer recente pastoors is beschreven in 75 jaar: Kerkkroniek Balgoy.

Lid zijn van harmonie Kunst en Vriendschap uit Balgoy voelt als familie

Een blijde boodschap. Daar draait het om met kerstmis. Het is ook een tijd om dankbaar te zijn voor alles wat we hebben en om onze goede wensen te uiten aan anderen. Met kerst wensen we iedereen zalig kerstfeest en de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar. Dat geldt voor je gezin, je familie en alle mensen om je heen. Natuurlijk ook voor de verenigingen waar je lid van bent, want dat is ook een soort familie. Zeker harmonie Kunst en Vriendschap uit Balgoy, waar ik al meer dan dertig jaar actief (bestuurs)lid ben. Weliswaar ben ik “import” in Balgoy, maar ik heb me er altijd “thuis” gevoeld, familie gevoeld. Je hoort nog wel eens, zeker ook buiten Balgoy, dat het moeilijk is om binnen de Balgoyse verenigingen geaccepteerd, opgenomen te worden, maar dat is niet zo. Natuurlijk is er wel verschil tussen familie voelen en familie zijn. Voor zover ik wist had ik geen genealogische familiebanden met Balgoyse mensen, maar dat veranderde deze week door een verrassende Whatsapp.

Bladzijde uit trouwboekje van Johannes Gerrits en Francisca van Erp

Via e-mail of Whatsapp krijg ik regelmatig berichtjes met vragen over Balgoyse mensen of vragen die daaraan zijn gerelateerd. Zo kreeg ik 20 december via Whatsapp een foto gestuurd van een bladzijde uit een oud trouwboekje (zie hierboven). Rieky de Valk – Gerrits, echtgenote van Kunst en Vriendschap bassist Peter de Valk, schreef erbij: “Hallo Piet, is dit familie van jou?? Het zijn mijn opa en oma.” Nou snap ik wel dat Rieky dit vraagt want haar oma heet Francisca van Erp en in het trouwboekje staat geboren in Geffen in 1875. Toch hoeft iemand met de achternaam van Erp uit Geffen niet zonder meer familie te zijn van mij, want de achternaam van Erp komt er frequent voor en er wonen verschillende families met dezelfde achternaam terwijl het geen familie is. Nieuwsgierig was ik natuurlijk wel.

Stamreeks Gerrits

Een genealogisch aanknopingspunt naar de familie Gerrits was snel gevonden op de Myheritage-website. De Gerritsen komen oorspronkelijk uit Leur, hier bij Wijchen. In 1756 wordt Wilhelmus, zoon van Gerardus Willems en Petronella Peeters geboren, die Willem Gerardisse genoemd wordt. Later gaat Willem de naam Gerrits voeren. Diens zoon Jan (1799 – 1848), die zijn hele leven in Leur heeft gewoond, krijgt in 1844 een zoon Gijsbertus Gerrits en die trouwt in 1872 met Henrica Willems uit Huisseling aan de andere kant van de Maas. Gijsbertus en Henrica zijn in Huisseling gaan wonen. Daar wordt ook hun zoon Jan Gerrits (1873 – 1952) geboren, die in 1903 trouwt met de Geffense Cisca van Erp (1875 – 1948). De oma van Rieky, die ook familie van mij zou kunnen zijn. Jan en Ciska krijgen elf kinderen; een van hen is Grad (1907 – 2000). Hij trouwt in 1939 in Reek met Kea Gerrits en ze blijven in Reek wonen.

Links trouwfoto van Grad Gerrits en Kea Gerrits en rechts een artikel uit de krant toen het echtpaar 50 jaar getrouwd was

Zoals in het krantenartikel hierboven is te lezen kreeg het echtpaar Grad en Kea Gerrits-Gerrits veertien kinderen, waaronder Rieky, die met Peter de Valk in Wijchen is gaan wonen en Jan, die met Riek de Valk in Balgoy is gaan wonen. Nu terug naar Rieky’s vraag: “Zijn wij familie van elkaar?”

De geboorteaangifte van Francisca van Erp

De geboorteaangifte van Francisca van Erp uit de burgerlijke stand van de gemeente Geffen geeft meer duidelijkheid over haar afkomst. De aangifte van haar geboorte wordt gedaan op 15 december 1875 door haar vader, de drieëndertigjarige voerman Gerardus van Erp. Hij verklaart dat op 14 december in zijn huis aan de Papendijk 67 zijn echtgenote Maria Kuijpers is bevallen van een dochter.

Detail uit de stamboom van Erp

In de stamboom van onze familie van Erp kunnen we terugvinden, dat Gerardus (Grad) van Erp een broer was van mijn overgrootvader Cornelis van Erp. Francisca was dus een nicht van mijn opa Petrus (Piet) van Erp. Zij ging al op 18-jarige leeftijd als dienstmeid werken in Alem (1893-1897; bevolkingsregister). In mei 1902 gaat ze in Huisseling werken (volgens bevolkingsregister van Huisseling en Neerloon in ’t Weegstraatje op C75). Misschien dat Jan Gerrits en Cisca van Erp langs die weg met elkaar in contact zijn gekomen? Het antwoord op de vraag van Rieky is in ieder geval wel duidelijk. Rieky en ik zijn familie en dat betekent ook dat ik nu weet dat ik familie ben van mijn medebestuursleden van harmonie Kunst en Vriendschap Jeroen (zoon van Jan Gerrits) en Yvonne (dochter van Rieky de Valk – Gerrits). Een lid van harmonie Kunst en Vriendschap uit Balgoy voelt zich dus niet alleen familie, maar kan zomaar ineens ook echt familie worden.