Twee vliegeniers in de boomgaard van Harrie Theunissen in juni 1942

Op 2 juni 1942 is een Britse Wellington bommenwerper neergestort in Nederasselt (Bron foto: nieuwsbrief Erfgoedplatform Heumen, januari 2024).

Afgelopen week verscheen nieuwsbrief nummer 20 van het Erfgoedplatform Heumen. Een kort bericht daarin is de aanleiding voor deze blog. In de schaduw van Baron van Brakelstraat 3 en 3A in Nederasselt, onthult het fietspad naar Wijchen een stukje WOII-geschiedenis. Voorjaar 2023 lokaliseerde het Planehunters Recovery Team met hulp van Erfgoedplatform-vrijwilligers de exacte crashsite van een Britse Wellington bommenwerper op 2 juni 1942. Vier bemanningsleden overleefden, maar de staartboordschutter, George Thompson Reid, niet. In april 1952 werd zijn lichaam opgegraven en op de Jonkerbos begraafplaats in Nijmegen begraven. Het Erfgoedplatform stelde voor het fietspad naar hem te vernoemen, een eer die recentelijk is toegekend door de gemeente Heumen. Het bord bij het fietspad draagt de tekst:

Het verhaal begint toen ik eind juni vorig jaar werd gebeld over deze vliegtuigcrash in Nederasselt uit de tweede wereldoorlog. Ze hadden gehoord/gelezen dat ik een verhaal geschreven had over Harrie Theunissen en Mieneke van Overbeek als “helpers” in de tweede wereldoorlog (Bron: Balgoyse minse, het vervolg – verhalen over Balgoy en haar inwoners door de eeuwen heen, blz 127). Harrie en Mieneke hadden in juni 1942 twee vluchtende inzittenden van het in Nederasselt gecrashte vliegtuig geholpen. Of ik dat verhaal kende, of ik meer kon vertellen over Harrie en Mieneke en of ik wist of er nog familie of kennissen in Balgoy waren, die meer details kenden over deze gebeurtenis.

Geneagram waarin de relatie is weergegeven tussen Mien en Truus van Overbeek en hoe ik daardoor familie ben van Harrie en Mien Theunissen – van Overbeek.

Ja, ik kende Harrie Theunissen en zijn vrouw Mien. Het is zelfs nog familie via de moeder van mijn echtgenote Ans Jans. Tegelijkertijd moet ik toegeven dat mijn kennis over Balgoy in de Tweede Wereldoorlog beperkt is en daarom ben ikzelf maar eens gaan zoeken.

Op internet bleek wel het een en ander terug te vinden te zijn over het gecrashte vliegtuig, maar de informatie was niet in alle gevallen eenduidig. Het onderdeel OTU (Operational Training Unit) van de RAF was gelegerd op de Engelse RAF basis Finningley. Deze eenheid voerde een aantal operationele raids uit in 1942. Een operationele raid is een militair offensief dat wordt uitgevoerd door een luchtmachteenheid. Op 1 juni 1942 ’s avonds om 11 uur vertrok de Vickers Wellington Mk Ic DV434 voor een bombardementsmissie naar Essen.

Graf G.T. Reid

Boven Noord-Limburg werd het toestel met zeven bemanningsleden aan boord neergeschoten. Dit zou het werk zijn geweest van Kurt Loos 1./NJG1 van het Duitse militaire vliegveld Venlo. Volgens de website aviation-safety.net/wikibase/52850 zou het toestel neergekomen zijn bij Horst (12 km NW van Venlo); volgens een andere website, het Verliesregister 1942, was het bij Nederasselt (12 km W van Nijmegen). Zes bemanningsleden overleefden de crash en werden krijgsgevangen gemaakt. Sergeant G.T. Reid kwam om het leven. Hij werd na de oorlog begraven op het oorlogskerkhof van de Commonwealth, Jonkerbos (Bron: website oorlogsdoden Nijmegen).

Ik vroeg me toen af of het Erfgoedplatform Heumen hier ook iets over wist, vanwege de crash bij Nederasselt en bij navraag bleek dat ook zo te zijn. Het eerste wat ze mij lieten weten is dat de crash achter de kalverenschuur van Burgers had plaatsgevonden, in het Nederasseltsche Broek en dat er recent nog uitgebreid onderzoek gedaan was.

Plek waar de Vickers Wellington Mk Ic DV434 is neergestort (Bron: Erfgoedplatform Heumen)

Omdat het bij mij aan de andere kant van de Graafscheweg is, ben ik ook meteen even op de fiets gestapt en er langs gereden.

Weiland achter de schuren van Burgers

In het Verliesregister 1942 kun je terugvinden wat de bemanningsleden van het gecrashte vliegtuig hebben meegemaakt. Sergeant John A. Nugent was de tweede piloot van de Wellington DV434 van 25 OTU. In de nacht van 1 op 2 juni 1942 nam de bommenwerper deel aan de tweede 1000-bommenwerpersaanval op Essen. Op de terugweg werd de Wellington neergeschoten door een nachtjager vanaf de Venlo luchtbasis en crashte in de buurt van Nederasselt. Van de zeskoppige bemanning overleefde de achterste schutter, Sergeant G.T. Reid, het niet. De andere vijf bemanningsleden werden uiteindelijk allemaal gevangen genomen, maar het duurde enkele dagen voordat Nugent en de frontgunner, Sergeant R.J.A. (Johnny) Johnstone (E1086), in handen kwamen van de Duitsers. Het is niet duidelijk waar Nugent en Johnstone precies zijn geland, maar het zou in de buurt van Kleef in Duitsland geweest kunnen zijn. Na de landing vonden ze elkaar al snel. Op 7 juni werden ze gevonden door Hendrikus M. Theunissen in Balgoy. Hij verstopte hen in een kippenren en ‘gaf hun de hele dag door voedsel’. Een onderwijzer genaamd G. Willems, die Engels sprak, had een gesprek met de twee. Theunissen vertelde na de oorlog: ‘Omdat er destijds in 1942 maar weinig bekend was over illegale organisaties en onderduiken, kon ik hen niet helpen zoals later mogelijk was’. Onderwijzer Willems hielp hen op 8 juni verder op weg.

Hendrikus M. (Harrie) Theunissen en zijn vrouw Mieneke van Overbeek in de zeventiger jaren van de vorige eeuw

Om meer te weten te komen over wat er in Balgoy gebeurd is nam ik contact op met Werner Peters. Van alle leden van de Heemkundekring “Pagus Balgoye” weet hij het meest over de Tweede Wereldoorlog en met name ook wat zich allemaal in Balgoy afspeelde. Ik kreeg van hem de tip om in het boekje “Balgoy ’40 – ’45” van Heemkundekring Pagus Balgoy uit 2004 te kijken, want hij dacht dat daarin iets over onderduikers bij Harrie Theunissen beschreven was. En inderdaad in Balgoy 40-45 is een verhaal terug te vinden dat geschreven is door Wim Verhoeven, die veel verhalen over Balgoy heeft geschreven en verteld. Het is een aardig verhaal, maar de feiten kloppen niet helemaal. Om maar een voorbeeld te noemen vertelt Wim in geuren en kleuren het verhaal van één militair die Harrie Theunissen is tegengekomen in zijn boomgaard. Ik zal met alle informatie die ik nu heb proberen een zo compleet mogelijke en op feiten gebaseerde reconstructie te maken.

Op 2 juni wordt de Vickers Wellington bommenwerper Mk Ic DV434, die teruggevlogen komt van een bombardement op Essen, geraakt door een Duits jachtvliegtuig ergens boven Noord-Limburg. De bemanning moet zich redden door uit het vliegtuig te springen. De bommenwerper stort neer bij Nederasselt. Nugent en Johnstone zijn uit het vliegtuig gesprongen en geland in de buurt van Kleef net over de grens bij Nijmegen. Na de landing vonden ze elkaar al snel en hebben ze waarschijnlijk besloten westwaarts te gaan, weg van Duitsland en richting Engeland. Van Kleef naar Balgoy is ca 8-10 uur lopen (ca. 40 km), maar toch duurde het tot 7 juni eer ze gesignaleerd werden door Harrie Theunissen. Hoewel we het niet precies weten, zal de reden zijn geweest dat ze zich alleen gedurende de nacht durfden te verplaatsen en alle contact probeerden te vermijden.

Een foto van het kippenhok in de boomgaard van Harrie Theunissen. De foto is gemaakt in 2014. Niet lang daarna is het hok afgebroken. (Bron: Geert Heinen)

Op de vroege ochtend van 7 juni 1942 werden de twee vliegeniers gezien in een boomgaard. Ze wenkten naar Hendrikus M. Theunissen, die naar hen toeging en hen verstopte in het in de boomgaard aanwezige kippenhok (zie foto hierboven). Deze vliegeniers waren al zes dagen onderweg en probeerden Rotterdam te bereiken. Theunissen voorzag hen de hele dag van voedsel. Ze vroegen om iemand die Engels kon spreken. Theunissen ging naar zijn buurman en zwager W. Willems (Wim) en die haalde vervolgens zijn broer G. Willems (Gerrit), die onderwijzer was. Hij sprak met de twee vliegeniers. Op dat moment was er helaas nog weinig bekend over het verzet, dus konden de Balgoyse mensen hen niet zo goed helpen als in latere fases van de oorlog. Omdat de vliegeniers geen kaarten meer hadden en Theunissen ook geen kaart had, gaf de onderwijzer hen zo goed mogelijk aanwijzingen over de route. Hij raadde hen aan om de grote wegen en bruggen te vermijden. Verder konden zowel Theunissen als Willems niets meer voor hen doen. Onderduiken was destijds nog niet bekend. In de nacht van 7 op 8 juni 1942 vertrokken ze.

Links Harrie Theunissen en rechts Wim Willems in café de Valk.

Wie was Harrie Theunissen? Henrikus Marinus (Harrie) Theunissen werd in januari 1903 geboren in wat nu het Witte Huis is (Houtsestraat 11 in Balgoy). Hij was de zoon van Theodorus Theunissen, die het huis in kadastraal dienstjaar (dj) 1899 gekocht had van de kinderen Lamers. Het huis werd her-/verbouwd in dj 1918 en kreeg toen ook een ander kadastraal nummer, sectie A nummer 723. In dj 1940 vond “scheiding” plaats en werd het huis verdeeld. Het huis met adres a/d Houtsestraat (in dj 1929 was het nog de Steeg) staat in dj 1940 op naam van Catharina Theodora (Cato) Theunissen, dochter van Theodorus Theunissen en zus van Harrie.

Kadastraal leggerartikkel 1334 waaruit blijkt dat in dj 1940 Cato Theunissen eigenaar is van het huis aan de Houtsestraat kadastraal Sectie A nummer 723
In dj 1941 is er in leggerartikel 1335 nog een vermelding “verklaring” en in leggerartikel 1340 staat het huis op naam van Wilhelmus Hendrikus Willems, landbouwer te Balgoy, gemeente Overasselt, Houtsestraat 11

Wilhelmus Hendrikus (Wim) Willems werd geboren op 23 september 1913. Vader was postbode Johannes Sigbertus Willems en moeder Hendrika Maria de Bruijn. Wim was de oudste zoon. Het gezin woonde in de twintiger jaren van de vorige eeuw (Bevolkingsregister Overasselt 1924 – 1930) in Wijk C op nummer 19 bij de toenmalige kerk (nu Oude Toren) in Balgoy.

Bevolkingsregister Overasselt 1924 – 1930. Het gezin van Johannes Sigbertus Willems
familie Willems – de Bruijn: Jo, Dien, Wim, Jan, Drieka, Marietje, Nora, Toon, moeder Drieka, Pieta, Harrie en Gerrit in 1935 (Bron: Pieta Banken – Willems)

Bovenstaande foto komt uit het boek “Geleefd Verleden” van Ries van Haren waar ook informatie vandaan komt dat een broer van Wim, Gerrit, onderwijzer was geworden (relevante informatie bij het oorlogsverhaal). Gerrit overleed in 1946 op 25-jarige leeftijd aan tuberculose.

Overlijdensakte gemeente Overasselt 1946 Gerrit Willems. Ook in de overlijdensakte is terug te vinden dat het beroep van Gerrit onderwijzer was

Wilhelmus Hendrikus (Wim) Willems is op 27 december 1939 in Overasselt getrouwd met Cato Theunissen. Zij gaan inwonen bij de vader van Cato, Theodorus Theunissen (De echtgenote van Theodorus, Catharina van den Bergh is al in 1932 overleden). De meeste andere kinderen zijn al getrouwd. Alleen Harrie Theunissen is dan nog niet getrouwd. Hij zal op 22 april 1940 in Escharen trouwen met Mieneke van Overbeek. Harrie en Mieneke gaan wonen in een nieuwe boerderij in de Korte Herreweg, kadastraal BGY00 Sectie A nummer 681, een gemengd bedrijf met ruim drie bunder grond, twee koeien, een paard, tien varkens en kippen. Voor de kippen waren er twee kippenhokken die een beetje verscholen in de boomgaard stonden.

De boerderij in de Korte Herreweg waar Harrie Theunissen en Mieneke van Overbeek hebben gewoond. De foto dateert van begin tachtiger jaren (Bron: Geert Heinen)

Terug naar Nugent en Johnstone, de twee vluchtende soldaten van de neergestorte bommenwerper. Werner Peters vertelde dat in het boekje “Balgoy 40-45” stond dat Koos Hulsman tijdens de oorlog contactpersoon was in Balgoy voor het verzet en dat Leo Stevens, die inmiddels is overleden hem dat verteld had. Verder staat erin dat Leo wist dat Harrie Theunissen contact opnam met Koos Hulsman en dat die Hend Stevens (vader van Leo Stevens) inseinde die met zijn roeiboot (Hend was visser/stroper) vluchtelingen naar Keent voer. De brug bij Grave en de pont naar Keent waren te gevaarlijk. Hoewel er in het begin van de oorlog nog weinig Duitsers in Balgoy waren, werden brug en pont wel bewaakt. Overzetten met een roeiboot was daarom de meest veilige weg en dit is waarschijnlijk ook de route die Nugent en Johnstone zijn gegaan, waarna ze de Maas gevold zijn richting Rotterdam.

Volgens het boek ‘Vijftig klurre Bèrgs’ werden Nugent en Johnny Johnstone op de ochtend van 9 juni gevonden door Grada van Zummeren. Ze woonde aan de Harense Steeg in Berghem. Nugent en Johnstone hielden zich ook hier schuil in de boomgaard achter het huis. Tot dan toe hadden ze ’s nachts gelopen. Haar dochter Joke sprak Engels en sprak met de twee vliegeniers. Ondertussen verzamelde een vriend, Bertus den Brok, twee overalls. Nugent en Johnstone verlieten het huis nadat ze de adressen van hun ouders hadden gegeven aan Grada. Het was uiteindelijk onzeker of ze de oorlog zouden overleven. Grada hield woord en nam na de oorlog contact op met de ouders. Alhoewel beide vliegeniers de oorlog hadden overleefd, kreeg ze van de Canadees Nugent nooit antwoord. Van Johnstone, die in Rhodesië woonde wel, al was het pas jaren later in 1960. In 1961 kwam Johnstone terug naar Nederland. Met vrouw
en kinderen bezocht hij de mensen aan de Harense Steeg waaraan hij in 1942 zoveel te danken had. Of hij toen ook in Balgoy bij Harrie en Mieneke Theunissen geweest is, is in Balgoy niet bekend voor zover ik weet.

Johny Johnstone met vrouw en kinderen in 1961 tijdens zijn bezoek aan Nederland. In het midden Grada van Zummeren (bron: het boek ‘Vijftig klurre Bèrgs’)

Na het verblijf in Berghem vervolgden Nugent en Johnstone hun weg in westelijke richting. Jammer genoeg werden beide mannen gearresteerd voordat ze naar Engeland konden vluchten. Nugent in Maassluis op 17 juni en Johnstone in Rotterdam op 22 juni. Tot het einde van de oorlog bleven ze Duitse krijgsgevangenen, maar beiden hebben de oorlog overleefd en zijn uiteindelijk terug naar huis gegaan. Ik ben benieuwd of er mensen in Balgoy of Nederasselt zijn, die over dit verhaal nog meer kunnen vertellen.

Een gedachte over “Twee vliegeniers in de boomgaard van Harrie Theunissen in juni 1942

Plaats een reactie