Bijna een eeuw Hammen aan de Torenstraat

Figuur 1. De kerk is uit en Hendrik Hammen (midden) wandelt eind vorige eeuw (1981) op zondagmorgen richting zijn woonhuis, samen met de gebroeders Lamers. Rechts het woonhuis van zoon Gerard. Dit was eens het Balgoyse boterfabriekje.

Over een Balgoyse boerderij die al generaties lang familiegrond is

Als je net als Hendrik Hammen en Frans en Wim Lamers door de Torenstraat loopt en dan op het kruispunt richting Wegelaar en de Oude Toren gaat, zie je op dit moment aan de rechterkant de boerderij waar nu Henk en Paul Hammen wonen. Twee broers die hier al hun hele leven gewoond hebben, op het erf dat eind 2025 precies honderd jaar in bezit is van de familie Hammen. Een mooi moment om stil te staan bij de rijke voorgeschiedenis van deze plek én bij het leven dat er in al die jaren is geleefd.

Figuur 2. Boerderij Torenstraat 14 in juli 2025. De oorspronkelijke boerderij was een hallenboerderij (het huidige achterhuis, foto rechtsonder). Na 1864 is het een T-boerderij geworden (met voorhuis, foto links). Verder is er nog een bakhuis (Foto rechtsboven).

Van Van Eldonk tot Janssen

De oudst bekende eigenaar van deze boerderij is Francis Jacobs, die vóór 1811 op deze plek woonde. Rond 1825 werd het eigendom van Jan van Eldonk, geboren rond 1794 en afkomstig uit Keent. In 1826 woonde hij met zijn vrouw Elisabeth Jacobs in Balgoy toen hun zoon Franciscus werd geboren. Het perceel is terug te vinden in het minuutplan van Balgoy (sectie A nummer 129) en wordt in de OAT (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel) beschreven op blad 008.

Figuur 3. Minuutplan 1811-1832 van Balgoy (met sectie A nummer 129) en detail uit blad 008 van de OAT (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel).

Jan van Eldonk zou tot circa 1862 op het erf wonen. Daarna trekt hij in bij Jacob van Haren op Florenstein (zie Bevolkings Register Balgoy 1860-1890, blad 16). In datzelfde jaar wordt de woning betrokken door een nieuwe bewoner: Hendrikus Janssen, geboren in 1825, die hoofdonderwijzer in Balgoy werd en Willem Frederik Kalf opvolgde op de school in de Houtsestraat (De geschiedenis van de lagere school in Balgoy | Piet’s Blog: Balgoyse mins). Daarmee begint een periode van zestig jaar waarin de familie Janssen de boerderij bewoont.

Hendrikus’ zoon, Jacobus Alphons Clemens (Fons) Janssen, geboren op 9 juni 1864 in Balgoy, erft de woning en woont er samen met zijn ongehuwde zus Adriana Dorothea. Beiden staan tussen 1924 en 1925 als bewoners geregistreerd op adres Wijk C 20 (voor 1928: Wijk C 23). Ook een kostganger, Gerardus Broeren (Gradus), schilder van beroep, woont er dan.

Figuur 4. Boerderij van familie Hammen in de Torenstraat in de tweede helft van de vorige eeuw.

Een gedwongen verhuizing op oudejaarsdag

In november 1925 verandert alles. Op 27 november worden Fons en zijn zus uitgeschreven uit de gemeente Overasselt en vertrekken ze naar Nijmegen. Gradus Broeren moest daarom ook verhuizen en ging inwonen bij klompenmaker Nicolaas (Klaasje) van der Linden, die in het oude protestantse kerkje woonde (Wijk C 14 in Balgoy). De boerderij wordt verkocht via een veiling aan Gerardus (Grad) Hammen, geboren op 14 mei 1876 in Balgoy. Samen met zijn vrouw Kornelia (Keetje) Driessen (geb. Nederasselt, 1871) en hun drie kinderen – Franciscus Hendrikus, geb. 23 augustus 1908 in Balgoy, Regina Elisabeth, geb. 18 juni 1910 in Balgoy en Hendrikus Franciscus, geb. 16 januari 1912 in Balgoy – woonde hij tot dan toe aan de Houtsestraat, in de Holtschehoek (Frans Hammen, een boerenknecht uit Reek trouwt in de 19e eeuw in Balgoy. | Piet’s Blog: Balgoyse mins).

Figuur 5. Gezin Grad Hammen, vlnr: Grad, Frans, Gina, Hendrik, Keetje Driessen in de dertiger jaren van de vorige eeuw.

Volgens een interview dat zoon Hendrik in 2003 gaf aan Chris Bouchoms en Leo Bijmans van Heemkundekring Pagus Balgoye, vond de daadwerkelijke verhuizing plaats op oudejaarsdag 1925. Niet uit vrije keuze, maar gedwongen door natuurgeweld: een dijkdoorbraak tussen Nederasselt en Overasselt zorgde voor ernstige overstromingen in het Maasgebied. De boerderij in de Holtschehoek kwam onder water te staan. Ook aan de Torenstraat was er overlast, maar het water stond er minder hoog. Zo werd de verhuizing een noodzaak — en een keerpunt in de familiegeschiedenis.

Hendrik Hammen: veehouder, vader en verhalenverteller

De jongste zoon van Grad Hammen en Keetje Driessen, Hendrikus Franciscus (roepnaam Hendrik), geboren op 16 januari 1912, groeit op op de boerderij. Hij zal het bedrijf later overnemen en er zijn hele werkzame leven blijven wonen en werken. Hendrik trouwt met Annie Lucassen uit Escharen, en samen krijgen zij maar liefst veertien kinderen. Een groot gezin dat opgroeit op de boerderij — tussen het vee, de akkers en het ritme van de seizoenen.

In het eerder genoemde interview uit 2003 vertelt Hendrik uitgebreid over het boerenleven in de twintigste eeuw. Hij spreekt over het melken van koeien met de hand, het ploegen met een paard, het werk met paard en wagen, en de komst van de dorsmachine. Over hoe de boerderij zich aanpaste aan de tijd: van kaarslicht naar elektra, van losse handel naar melkfabriek en van een eenvoudige stal naar een moderne inrichting.

Figuur 6. Hendrik Hammen met hart en ziel achter de ploeg.

Wat vooral naar voren komt is zijn diepe verbondenheid met het erf, het vak en de familie. In een veranderende wereld wist hij vast te houden aan waarden als arbeidsethos, zorg voor het vee, en de kracht van een groot gezin.

Honderd jaar familiegrond

De boerderij aan de Torenstraat is inmiddels bijna een eeuw in handen van de familie Hammen. Dat is in deze tijd bijzonder. Het is geen monument, maar wel een plek met monumentale betekenis: een anker van continuïteit in een wereld die voortdurend verandert. Wat begon als een eenvoudig boerenbedrijf, groeide uit tot een plek van generaties. Van de bescheiden start aan de Houtsestraat tot het runnen van een gemengd bedrijf aan de Torenstraat. Altijd met de voeten in de Balgoyse klei en het hart bij het land.

Henk en Paul Hammen wonen er nog altijd. Het actieve boerenbedrijf is inmiddels gestopt, maar het erf wordt nog altijd met zorg onderhouden. Voor hen is het geen verleden tijd, maar levende geschiedenis. Een erf dat verhalen draagt van hard werken, grote gezinnen, verbondenheid en volharding — en dat nog altijd thuis is voor wie er woont.

Waar stond het café van Wilhelmina’s ouders? – Een zoektocht naar Balgoyse wortels

Via info@pagusbalgoye.nl ontving de Heemkundekring Pagus Balgoye een bijzondere vraag van iemand uit Groesbeek. Die persoon was op zoek naar haar familiegeschiedenis, en dan vooral naar de jeugdjaren van haar grootmoeder Wilhelmina van den Boogaard, geboren op 5 augustus 1874 in Balgoy. Volgens familieverhalen hadden Wilhelmina’s ouders, Jan van den Boogaard en Hendrina Schippers, een huis met een caféfunctie waar ook brood werd gebakken. En dat huis zou in de nabijheid van de kerk hebben gestaan.

Een Balgoyse familie met bakkersbloed
In mijn MyHeritage stamboom Balgoyse minse v1 is te vinden dat Wilhelmina (in aktes van de burgerlijke stand wordt de naam Maria Wilhelmina gebruikt) uit een familie kwam waarin brood bakken en horeca geen onbekende begrippen waren. Haar broer Willem van den Boogaard werd brood- en beschuitbakker in Eindhoven. Een andere broer, Peter, was bakker in Nederasselt. Het idee dat er in het ouderlijk huis brood werd gebakken, wordt dus ondersteund door deze bredere familietraditie.

Hoogveld: bakkerij én thuisbasis

Figuur 1. Hinderwetvergunning gemeente Overasselt 1901

De grootste doorbraak in deze zoektocht kwam uit het archief van de voormalige gemeente Overasselt. In een beschikking van burgemeester en wethouders uit 1901 (inventarisnummer 1128) wordt een hinderwetvergunning verleend aan J. van den Bogaard te Nederasselt. Het betreft een vergunning voor het exploiteren van een bakkerij aan de Hoogveldsestraat, kadastraal bekend als sectie C nr. 784. De realisatie (stichting) van de bakkerij is ook terug te vinden in het kadaster.

Figuur 2. Hulpkaart kadaster Nederasselt, dienstjaar 1903 – Stichting bakkerij

Deze vondst bevestigt wat al werd vermoed: Jan van den Boogaard had daadwerkelijk een bakkerij op het Hoogveld, op de grens van Balgoy en Nederasselt. Dit geeft ons voor het eerst een concreet adres en een juridisch document dat het bestaan van de bakkerij officieel maakt. De Hinderwet was bedoeld om overlast en risico’s van ambachtelijke bedrijvigheid te beperken – dus deze vergunning betekende dat het om een serieuze bakkerij ging, waarschijnlijk met een hout- of steenkoolgestookte oven.
Verder onderzoek in het bevolkingsregister van Overasselt uit de periode 1880 tot 1900 laat zien dat de twee broers Jan en Kornelis van den Bogaard in die periode vlak bij of naast elkaar woonden. Kornelis en zijn gezin woonden op Hoogveld nr 137 en Jan van den Bogaard met gezin op Hoogveld nr 138.

Balgoy was toen nog zelfstandig
Een belangrijk historisch detail: Balgoy was tot 1923 een zelfstandige gemeente, en viel dus niet onder Overasselt. Hoogveld lag in de buurt van de grenzen van Balgoy, Keent en Nederasselt. Dat de vergunning uit Overasselt komt, betekent waarschijnlijk dat het perceel aan de kant van Nederasselt lag. Het grootste gedeelte van het Hoogveld behoorde daarentegen wel tot de parochie Balgoy.

Jan van den Bogaard verhuist met gezin naar de gemeente Balgoy en Keent
Op 25 april 1904 wordt Jan van den Bogaard uitgeschreven uit de gemeente Overasselt en op 29 april 1904 ingeschreven in de gemeente Balgoy en Keent. Hij verhuist naar Wijk B nummer 42 in Balgoy (BR Balgoy 1890 – 1923 blad 16). Al op 21 september 1905 overlijdt hij en wordt hij begraven in Balgoy. In de overlijdensakte van Jan van den Bogaard uit 1905 staat duidelijk dat hij geboren is in Nederasselt en overleden is in Keent, waar hij ook gewoond heeft.

Figuur 3. Overlijdensakte 1905 van Jan van den Bogaard

Zijn vrouw Hendrina Schippers wordt hoofd van het gezin, tot in maart 1906 zoon Willem, die ook bakker was, terugkeert uit Algiers (Afrika) en hoofd van het gezin wordt. Hij trouwt in juni 1907 met Arnolda van den Broek. De precieze plek waar het gezin gewoond heeft is nog niet precies bekend, maar moet in de buurt van het Merste straatje en de Zandweg in Keent zijn geweest. Of ze daar ook een bakkerij hebben gehad weten we ook niet zeker. Wat er wel in het Bevolkingsregister van Balgoy 1860 – 1890 staat beschreven is dat in Wijk B nummer 40b, dus vlakbij of naast de familie van den Bogaard, Johannes van Haaren woonde (overleden 31-12-1885), die wethouder, landbouwer, tapper, winkelier en karman was. Maria Wilhelmina van den Bogaard trouwt op 29 november 1906 in Groesbeek met Johannes Kersten. Op 7 juli 1907 wordt Maria Wilhelmina uitgeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Balgoy en Keent. Zij gaat in Groesbeek wonen. In mei 1916 vertrekt de rest van het gezin naar Wijchen.

En het café?
Of er daadwerkelijk een café was in het Hoogveld, is (nog) niet met documenten aangetoond. Maar in die tijd was het niet ongewoon dat een bakkerij of woonhuis ook dienst deed als ontmoetingsplek. Misschien werd er koffie of bier geschonken aan klanten of dorpsgenoten die hun brood kwamen halen. Veel hangt af van hoe breed je het begrip “café” neemt – maar dat het huis een levendige plek was, lijkt aannemelijk. En over de periode in Keent weten we nog minder.

Oproep: wie herkent dit verhaal of weet meer over sectie C 784 in Nederasselt en Wijk B42 in Keent?
We gaan verder zoeken in de kadastrale gegevens en oude kaarten om het perceel sectie C 784 precies te lokaliseren. Misschien weet iemand die dit verhaal leest hier nog meer over. Wie kent verhalen over een bakkerij in het Hoogveld begin 20e eeuw? Is het pand blijven bestaan? Zijn er nog foto’s? En waar heeft het gezin van Jan van den Bogaard precies gewoond in Keent? Is hier nog meer over bekend?

Figuur 4. Het gezin van den Bogaard in Nederasselt en Keent rond 1900

Het is prachtig om te zien hoe een persoonlijke vraag van een kleindochter een kettingreactie van lokale geschiedenis op gang brengt – over een bakkerij, een dorp, een parochie en mensen die hun sporen achterlieten op Hoogveld en in Keent.

Boerderij in centrum van Balgoy maakt na meer dan twee eeuwen plaats voor zes woningen

In april 2023 werd de boerderij in de Torenstraat afgebroken.

Veranderingen in Balgoy zijn altijd nieuws. Het is al weer even geleden en we zijn er al weer aan gewend geraakt denk ik, maar in 2022-2023 heeft een opmerkelijke transformatie plaatsgevonden in de Torenstraat. Op de plek waar voorheen een oude boerderij met bijbehorende schuur stond, prijken nu zes nieuwe huizen – twee speciaal ontworpen voor senioren en vier twee-onder-één-kap-woningen. De verandering kwam tot stand door een herziening van het bestemmingsplan. Wethouder Geert Gerrits, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening in de gemeente Wijchen, benadrukte toentertijd het belang van deze ontwikkeling voor Balgoy. Hij noemde het een welkome aanvulling tussen het oude en nieuwe gedeelte van ons dorp (De Gelderlander maart 2021).

Tijdens de werkavond van heemkundekring Pagus Balgoye op 6 december 2023 in dorpshuis ’t Ballegoyke vertel ik over bronnen voor genealogisch onderzoek.

Op de laatste werkavond in 2023 van de heemkundekring Pagus Balgoye was het onderwerp “bronnen voor genealogisch onderzoek”. Om uit te leggen hoe en welke bronnen je tot je beschikking hebt om genealogisch (stamboom) onderzoek te doen werd de geschiedenis van de voormalige boerderij aan de Torenstraat als onderwerp gekozen. Het ontrafelen van een (familie)geschiedenis begint altijd dicht bij huis. Een reis terug in de tijd, die echter vaak begrensd wordt door beperkingen op het inzien van officiële documenten uit de burgerlijke stand, die pas na een periode van 50 tot 100 jaar openbaar worden. Om deze tijdslimiet te overbruggen, moet je je speurtocht starten binnen de familiekring. Bij het terugzoeken van enkele generaties is het raadzaam om te grasduinen in familiepapieren. Denk aan waardevolle documenten als trouwboekjes, paspoorten, geboortekaartjes, bidprenten en overlijdensberichten. Deze stukken kunnen vaak essentiële informatie bevatten die je een stap dichter bij voorouders brengen. Verder is het handig om te achterhalen of andere familieleden al gegevens hebben verzameld. Misschien heeft iemand anders binnen de familie al eens onderzoek gedaan naar de afstamming. Het raadplegen van (oudere) familieleden is ook van onschatbare waarde. Niet alleen voor basisinformatie zoals namen en data, maar ook voor een schat aan verhalen die de geschiedenis van de familie tot leven kunnen brengen. Vaak bezitten zij niet alleen oude familiefoto’s, maar hebben ze ook memorabele verhalen en anekdotes over vroegere generaties paraat. Deze verhalen zijn kostbaar, hoewel soms doorspekt met mythes. Het is aan ons, als objectieve onderzoekers van de geschiedenis, om te achterhalen welke van deze verhalen op waarheid berusten. Dat avontuur gaat dan verder in de archieven, waar we dan stukje bij beetje de puzzel van de geschiedenis kunnen leggen.

Wie weet welke bijzondere verhalen en verborgen parels er schuilen in de geschiedenis van deze boerderij in Balgoy. Het onderzoek naar de wortels van Balgoyse mensen kan een onverwachte en betoverende reis zijn door de tijd, waarbij elke ontdekking een nieuw hoofdstuk opent in het boeiende verhaal van het verleden. Wat betreft deze boerderij in de Torenstraat, begint het verhaal ook nog eens met een stukje eigen familiegeschiedenis. Laten we deze reis maar beginnen met een artikel in het tijdschrift Boerderij van dik tien jaar geleden.

Frans Jans en Petra van Uden en de boerderij aan de Torenstraat in 2011 (Bron: Boerderij 96, no. 44, 2011).

Frans Jans en Petra Jans-Van Uden waren de laatste bewoners van de boerderij en wonen nu in een van de twee levensloopbestendige woningen. In 2011 besloten ze om de boerderij aan te houden tot 2022 met circa 65 melkkoeien, waarmee ze een stabiel inkomen konden halen. Dat bleek uit een bedrijfsplan van toen. In 2009 waren de melkprijzen slecht en er was geen opvolger voor Frans. Toch wilde hij graag doorboeren. Hij vroeg zich af of dat wel kon en hoe dat op het huidige bedrijf zou kunnen worden gerealiseerd. DLV Rund­vee Advies hielp om de zaken op een rij te zetten en een bedrijfsplan te maken. Uit de bedrijfseconomische analyse bleek dat de laatste kilo’s melk niet genoeg geld opbrachten. Ook was de ligboxenstal te vol en toe aan renovatie. Vervolgens werden drie ontwikkelscenario’s doorgerekend: investeren in een melkrobot, uitbreiden en optimaliseren bij de huidige bedrijfsomvang. Het werd optimaliseren. Dat bracht opvallende keuzes met zich mee. Er werd melkquotum verkocht en de ligboxstal werd gerenoveerd. Dus niet uitbreiden en investeren; althans niet in groei, maar als resultaat van de optimalisatie wel een investering in koecomfort (Bron: Boerderij 96, no. 44, 2011).

Het begin van de stamboom van Frans Jans, de laatste bewoner van de boerderij, met het gezin, broer, zus en ouders.
Bewijs van eigendom
De boerderij in de Torenstraat.

En toen werd het 2022. Frans en Petra besloten definitief om te stoppen en de boerderij verdwijnt. Met de kennis van familieleden en familiedocumenten kunnen we teruggaan in de tijd, naar het jaar 1987. Frans, de jongste zoon van Theodorus Petrus (Thé) Jans en Johanna Wilhelmina (An) de Grunt, treedt in het voetspoor van zijn ouders en gaat verder met het boerenbedrijf na zijn huwelijk met Petra van Uden. We gaan verder terug, naar 1954. Het huis met erf, bouw- en weiland en boomgaard, kadastraal Balgoy sectie A, nummers 135, 136, 138, 139, 140, 141 en 507 werd officieel overgedragen aan Thé Jans, waarmee een nieuw tijdperk voor de boerderij aanbrak. Thé kocht de boerderij van zijn vader Petrus Johannes (Piet) Jans. Een jaar later, in 1955, trouwt Thé met An de Grunt. Zijn vrijgezelle broer Antonius Hermanus Gijsbertus (Antoon) blijft op de boerderij werken.

Begin vorige eeuw, om precies te zijn op 6 mei 1910, trouwde Petrus Johannes (Piet) Jans uit Escharen met Johanna Arnolda (Hanna) Kersten uit Balgoy. Zij trouwden in op de boerderij aan de Torenstraat in Balgoy van de ouders van Hanna Kersten, Hendrikus Kersten en Elizabeth de Bruijn, die er vanaf 1876 hadden geboerd. Hoe Piet Jans in Balgoy terecht is gekomen is te lezen in een ander verhaal in deze blog: Het boeren zit de Brabantse familie Jans in de genen.

Trouwboekje van Piet Jans en Hanna Kersten

Op het plaatje hieronder, een detail van een kadastrale kaart uit 1811-1832, zie je een boerderij met de naam Florenstein. We kennen allemaal de plek van deze boerderij, omdat die nog steeds prominent in Balgoy te vinden is. De naam Florensteijn prijkt nog op de voorgevel. Als we het over de Balgoyse geschiedenis hebben, over de gebouwen en de mensen die er geleefd hebben, valt regelmatig de naam Florensteijn. Ook in deze blog heb ik vanzelfsprekend over Florensteijn geschreven; recente artikelen van de blog gingen uitgebreid over de geschiedenis van Florenstein, over de mensen die op Florensteijn gewoond en geleefd hebben en daarvoor over een oude sage uit de Katholieke Illustraties.

Detail kadastrale kaart 1811-1832 van Balgoy sectie A.

Al in de tijd van deze kadastrale kaart uit het begin van de 19e eeuw stond er naast Florenstein een boerderij, kadastraal sectie A nummer 139, de boerderij die nu afgebroken is. Dat het om dezelfde boerderij gaat blijkt uit recentere kadastrale gegevens. Toen Piet Jans de boerderij verkocht aan zijn zoon Thé in dienstjaar 1955 waren de kadastrale nummers nog steeds dezelfde.

De boerderij van Piet Jans in 1955 Balgoy C27, nog steeds kadastraal sectie A nummer 139

Eigenaar van de boerderij in het begin van de 19e eeuw was volgens het kadaster de weduwe van Daan Danen (Daan (Daniel) Danen is op 24 maart 1814 overleden), Elisabeth van Velp. Daniel Danen was de zoon van Antonius Danen en Henrica Paulissen. Henrica Paulissen op haar beurt was een dochter van Paulus Aarts van Florenstein, die op Florenstein woonde. Terwijl een andere dochter van Paulus Aarts, Elisabeth, getrouwd met Petrus Jacobs van Haren op Florenstein bleef wonen, is er hoogstwaarschijnlijk door splitsing een tweede boerderij gekomen voor Henrica.

Afstammingsreeks van de bewoners van Frans Jans, die hem en de boerderij verbindt met Florenstein

Met behulp van WieWasWie (https://www.wiewaswie.nl/) kunnen we een afstammingsreeks van de bewoners van de boerderij maken van Frans Jans terug in de tijd die uitkomt bij Henrica Paulissen. Een afstammingsreeks toont via welke lijnen iemand afstamt van één van de voorouders. In tegenstelling tot een stam- of moederreeks volg je dan niet continu de rechte mannelijke of rechte vrouwelijke lijn, maar in dit geval blijf je wel op dezelfde boerderij.

Samengevat heeft de werkavond van Pagus Balgoye wederom een mooi stukje Balgoyse geschiedenis opgeleverd. Het verhaal begon met een krantenbericht dat op de plek waar voorheen een boerderij met bijbehorende schuren stond zes nieuwe huizen zijn gebouwd. In 2022 besloten Frans en Petra Jans definitief om te stoppen met de boerderij. Meer dan twee eeuwen lang werd er geboerd op die plek in het centrum van Balgoy. Opvallend is dat de boerderij steeds overgenomen werd door een van de kinderen van het gezin. Verder kunnen we met vrij grote zekerheid aannemen dat de boerderij is ontstaan uit splitsing van het naast gelegen voormalige adellijke huis Florenstein halverwege de 18e eeuw.

Een vraag van de overkant van de Maas: Heeft er een familie Stevens in Keent gewoond?

Vorige week ontving ik een e-mail van Henk Swinkels uit Keent, die een vraag kreeg van Ria Stevens (meisjesnaam), een onbekende voor hem. Ze was op zoek naar informatie of er begin vorige eeuw een familie Stevens in Keent had gewoond, mogelijk in verband met een huis aan de Veldweg in Balgoy of de Hoogveldsestraat in Keent, dat dateerde uit 1914, 1925 en de jaren 30. Henk vroeg mij of ik haar vraag kon beantwoorden.

Uitzicht vanaf de dijk aan de Veldsestraat in Balgoy. Aan de overkant van de Maas ligt Keent en de Hoogveldsestraat.

Met de Veldweg die Ria noemt, zal ze wel de huidige Veldsestraat in Balgoy bedoelen, die in het verlengde van de Hoogveldsestraat ligt. In de eerste helft van de vorige eeuw, voor de maaskanalisatie dus, was dat een lange weg die Balgoy en Keent met elkaar verbond.

Pet de smid en Lieneke Arts

Denkend aan Keent en de Hoogveldsestraat herinnerde ik me een verhaal van Ries van Haren over Pet de smid en Lieneke Arts, dat ook is opgenomen in zijn boek “Geleefd Verleden” op bladzijde 133. Daarin staat ook een mooie beschrijving, een typisch Ries van Haren gedicht. Pet de smid, wiens volledige naam Petrus (Piet, Pet) Stevens was, werd geboren in Keent. Hij trouwde op 19 september 1891 met Helena (Lieneke) Arts in Balgoy en ze gingen in oktober van dat jaar wonen in het Keentse Hoogveld volgens het Bevolkingsregister van Overasselt (Nederasselt) 1880-1900.

Bevolkingsregister van Overasselt 1880-1900

Daar zijn ze blijven wonen met hun kinderen, zoals blijkt uit het bevolkingsregister van Overasselt 1923-1930. Pet’s beroep smid is ook vermeld in het bevolkingsregister.

Bevolkingsregister van Overasselt 1923-1930
Kadastraal leggerartikel waarin huis, tuin en erf van Piet Stevens staan beschreven

Met behulp van de gegevens uit het bevolkingsregister, aangevuld met enkele aktes van de Burgerlijke Stand is snel een korte stamboom gemaakt, die laat zien dat Pet de smid, zijn vader Jan en diens vader Petrus allemaal in Keent woonden, wat hen echte Keentse mensen maakte. Het kadaster bevestigde dat Petrus Stevens, Jzn, de eigenaar was van het huis, erf en tuin gelegen aan de Hoogveldsestraat, zoals vastgelegd in Nederasselt sectie C nummer 818 en 819. Het huis werd verkocht in kadastraal dienstjaar 1935 (1934), waarschijnlijk na het overlijden van Lieneke in 1930, terwijl Petrus zelf in 1937 overleed in Grave, volgens de overlijdensakte van de Burgerlijke Stand.

Korte stamboom van Petrus Stevens
Oude kadastrale kaart met de huisnummers volgens het bevolkingsregister 1923-1930

Op een oude kadastrale kaart van begin 20e eeuw, waarop de toenmalige huisnummering is aangegeven, is te zien dat het huis met adres B147 stond op de hoek van de Hoogveldsche Straat en het Mertste Straatje en in het boek van Ries van Haren staat ook nog een foto van het huis.

Woonhuis en smederij van Pet de smid in Keent.

Hoe de omgeving er nu uitziet weet ik niet precies, maar als ik op perceelloep.nl kijk is het toenmalige huis van Pet de smid niet ver van Henk Swinkels vandaan en zal hij dat wel weten.

Huidige situatie in de Hoogveldsestraat

In de Gelderlander: op zoek naar de ambtsketen van de gemeente Balgoy en Keent.

Ruud van Haren (zittend) en ik (© Koen Verheijden, De Gelderlander)

Het artikel in de Gelderlander van zaterdag 20 mei (1) vertelt het verhaal van de zoektocht naar de burgemeestersketen van de gemeente Balgoy en Keent, de gemeente die in 1923 (precies honderd jaar geleden dus) opging in de gemeente Overasselt en nu deel uitmaakt van de gemeente Wijchen. Na het verschijnen van het artikel vroegen verschillende mensen, hoe zat en zit dat nou met zo’n burgemeestersketen?

De ambtsketen van de gemeente Balgoy en Keent in 1931 na het overlijden van de laatste burgemeester (Bron: 60 jaar harmonie Kunst en Vriendschap (1979) Wim Verhoeven)

Alweer een paar jaar geleden, als ik me goed herinner met de opening van het gemeentehuis aan de Kasteellaan in Wijchen, hadden Rudy van Haren en ik het idee opgepakt om uit te zoeken wat er met de ambtsketen van de laatste burgemeester van Balgoy en Keent is gebeurd. Dat ook de gemeente Balgoy en Keent zo’n ambtsketen heeft gehad wisten we door een foto die afgedrukt staat in het boek 60 jaar harmonie Kunst en Vriendschap van Wim Verhoeven. Onder andere door corona is dat toen uiteindelijk niet gelukt. Maar omdat het dit jaar honderd jaar geleden is dat de gemeente Balgoy en Keent ophield een zelfstandige gemeente te zijn, willen we nog een poging doen. Het lijkt ons mooi om de ambtsketen op te nemen in de collectie ambtsketens van Kasteel Museum Wijchen, of op zijn minst daar een tijdje tentoon te stellen.

Heel lang vormden Balgoy en Keent een Heerlijkheid. In 1810 werd het gebied geannexeerd door het Franse keizerrijk en kregen de dorpen Balgoy en Keent zelfs de namen Commune de Balgoij et Keent (1810-1813) en Mairie de Balgoij et Keent (1810-1813). Na het vertrek van de Fransen in 1814 en met de Grondwet van 1848 en de daarvan afgeleide gemeentewet van 1851 werden er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de organisatie van het gemeentelijk bestuur (2). Balgoy en Keent werden een gemeente. Per 1 januari 1853, kort na de invoering van de gemeentewet van 1851, werd er door Thorbecke, de minister van binnenlandse zaken, een verplicht ambtsteken ingesteld voor burgemeesters om te dragen bij bijzondere gelegenheden. Dit ambtsteken bestond uit een zilveren penning met een diameter van 40 mm. Op de ene zijde van de penning stond het rijkswapen afgebeeld, terwijl de andere zijde het gemeentewapen of de naam van de gemeente toonde. De penning diende te worden gedragen aan een oranje lint of een zilveren ketting, waarbij het lint de goedkopere optie was. De burgemeestersketting die hierboven afgebeeld staat, dateert zeer waarschijnlijk uit de tijd van Thorbecke of niet lang daarna. Deze ketting is van eenvoudige schoonheid en destijds ook niet duur geweest. Zo’n penning werd in die tijd voor ƒ10 geslagen bij de Rijks Munt te Utrecht, terwijl de standaardketting ƒ15 kostte. De ambtsketting diende gedragen te worden wanneer de burgemeester de raad voorzat, bij brand, bij oproer, wanneer hij op basis van een wet in het openbaar persoonlijk bevelen gaf, en bij plechtige gelegenheden waarin hij de gemeente vertegenwoordigde. Sommige burgemeesters hadden ook een extra ketting thuis voor noodgevallen, zoals brand. Bij afwezigheid van de burgemeester droeg zijn vervanger de ketting. Het was niet duidelijk wie de kosten voor het ambtsteken zou dragen, ofwel de burgemeester zelf of de gemeente, maar de voorkeur ging uit naar de gemeente. In het geval van de gemeente Balgoy en Keent is niet bekend of de burgemeester persoonlijk een penning met keten besteld heeft of dat de gemeenteraad besloot tot aanschaffing van een penning met een ketting voor rekening van de gemeente, maar we mogen er wel van uitgaan dat er zo’n ambtsketen is aangeschaft (3)(4).

Vanaf 1825 trad er in de plattelandsgemeenten rondom Nijmegen een nieuw reglement in werking dat voorzag in een gemeenteraad en een college. Het college werd gevormd door de burgemeester (in het begin nog schout genoemd) en één of meer assessoren (wethouders). De burgemeester werd door de koning benoemd, de gemeenteraad door de gedeputeerde staten en de assessoren door de gouverneur. Mr. Pieter Hendrik de la Court (1778-1848) was in 1838 schout van de gemeente Balgoy en Keent. Het Rivierpolder reglement van datzelfde jaar maakte in feite een definitief einde aan de heerlijkheid Balgoy en Keent. Toch blijft ook in de jaren daarna de naam heerlijkheid Balgoy en Keent een veel gebruikte naam voor de zelfstandige gemeente. De la Court werd op zijn verzoek bij Koninklijk Besluit van 29 juli 1840 eervol ontslag verleend en Henricus van Lunen werd tegelijkertijd benoemd tot “heer van de heerlijkheid”. Dus zelfs in 1840 wordt nog gesproken van de gemeenteraad van de heerlijkheid Balgoy en Keent. Desalniettemin is er dan dus wel een gemeenteraad; de eerste stappen naar een democratie.

Hierna volgden nog enkele andere burgemeesters voordat de familie De Bruijn aantrad. Deze familie was generaties lang betrokken bij het lokale bestuur. Details daarover vinden we in een stamboom op genealogie online (5). Jacobus “Jacob” de Bruijn werd geboren rond 1690 in Keent. Hij was van beroep landbouwer. Hij was schepen van Balgoy en trad ook op als stadhouder aldaar. Hij is overleden op 4 augustus 1760 in Balgoy. Hij was getrouwd met Helena Gerardts. Hun zoon Johannes Jacobs de Bruijn werd gedoopt op 28 juni 1744 in Balgoy. Hij was schepen van Balgoy en trad ook op als stadhouder (d.w.z. plaatsvervanger van de Vrijheer van de heerlijkheit Balgoy). Hij was een rijke landbouwer met veel land en enige boerderijen (zie koopakten in het rechterlijk archief van Balgoy). Van hem stamt waarschijnlijk het familiewapen de Bruijn, waarmee hij als schepen zegelde. Hij huwde in de kerk te Balgoy op 8 juni 1786, met kerkelijke dispensatie wegens bloedverwantschap, met Maria Hermens van Haren. Uit dit huwelijk werd Hermanus de Bruijn geboren. Gedoopt 26 september 1789 te Balgoy en overleden 31 augustus 1859. Hij was assessor (wethouder, schepen) van Balgoy en heerboer. Hij huwde te Balgoy 27 januari 1821 met Antonetta Toonen. De oudste zoon, Johannes de Bruijn, geboren 5 november 1821 te Balgoy stierf er 6 mei 1893. Hij werd begraven bij de oude kerk (de zerk van het graf is nog steeds aanwezig bij de oude toren). Johannes was een rijke heerboer, die blijkens notariële akten veel land bijkocht. Verder was hij heemraad en rentmeester. Hij trouwde te Balgoy op 3 juni 1857 met Hendrika van Eldonk. In 1856 werd Johannes burgemeester van Balgoy, en in 1886 schoof hij zijn zoon Wilhelmus Joannes Cornelius naar voren als zijn opvolger. Wilhelmus Joannes Cornelius de Bruijn trouwde op 9 augustus 1898 te Balgoy met Maria van Eldonk. Deze echtlieden waren dubbel neef en nicht. Wilhelmus was de allerlaatste burgemeester van de gemeente Balgoy en Keent, tot het samenging met Overasselt in 1923 (6)(7). Tijdens deze periode ging het financieel minder goed met Balgoy en Keent. Er was gebrek aan geld en de salarissen van de ambtenaren moesten omhoog, wat het dorp niet kon dragen met slechts vierhonderd inwoners. Uiteindelijk moest Balgoy vanwege armoede aansluiting zoeken bij de gemeente Overasselt. Deze informatie hebben we van oudere mensen uit het dorp vernomen.

Via goede kennissen van de familie de Bruijn kwamen we in contact met een achterneef van Wilhelmus Joannes Cornelius de Bruijn, die in Hilversum woont. En tot onze grote vreugde bleek de ambtsketen al die tijd in de familie te zijn gebleven. We konden ons geluk niet op toen we foto’s van de ambtsketen ontvingen van de nazaten. We deelden ons plan om de keten tentoon te stellen in Kasteel Museum Wijchen, maar de familie De Bruijn was terughoudend en niet direct bereid om de ambtsketen uit handen te geven. Ze waren misschien bezorgd dat ze hem niet meer zouden terugkrijgen. De familie had bezwaren tegen de standaard bruikleenovereenkomst van het museum en zo eindigde het contact.

We vroegen ons af of de gemeente Wijchen eigenaar was van de ambtsketen van Balgoy, maar we konden geen definitief antwoord vinden. Zoals in het begin al genoemd, zou het ook mogelijk kunnen zijn dat de ambtsketen particulier was aangeschaft (4). Ook de gemeente Wijchen was niet op de hoogte van de huidige status van de keten, maar ze waren bereid om verder onderzoek te doen. Wijzelf gaan natuurlijk ook verder met het zoeken naar meer informatie over de aanschaf en het gebruik van de ambtsketen.

Ons doel blijft om de ambtsketen fysiek aan de mensen te tonen. We zien het al voor ons, in de vitrinekast van het Kasteel Museum Wijchen samen met de ambtsketens van Bergharen, Batenburg en ook een oude keten van de gemeente Wijchen. We vinden als leden van de Heemkundekring Pagus Balgoye dat we onze lokale geschiedenis moeten koesteren en willen graag dat onze erfgoedstukken worden gedeeld met anderen.

Bronnen:

  1. Ruud en Piet zochten naar de oude burgemeestersketen van Balgoij. Ze vonden hem, maar krijgen ze hem ooit terug? In: De Gelderlander (editie Maas en Waal), 20 mei 2023
    https://www.gelderlander.nl/wijchen/ruud-en-piet-zochten-naar-de-oude-burgemeestersketen-van-balgoij-ze-vonden-hem-maar-krijgen-ze-hem-ooit-terug~a5869e97/
  2. Gemeente Balgoij en Keent, in: Huis van de Nijmeegse geschiedenis
    https://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Gemeente_Balgoij_en_Keent
  3. Ambtsketting van de burgemeester, in: Streekarchief Hattem, Epe en Heerd
    https://www.streekarchiefepe.nl/blog/ambtsketting-van-de-burgemeester/
  4. Molen-den Outer, B. ter (1979) Ambtsketens van burgemeesters in Nederland (‘s-Gravenhage: Stichting Gemeentelijk Cultuurfonds)
  5. Stamboom van de familie de Bruijn samengesteld door W. de Bruijn en bestaat uit 53.767 personen
    https://www.genealogieonline.nl/stamboom-de-bruijn/
  6. Lijst van burgemeesters van Balgoij, in: Wikipedia
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_burgemeesters_van_Balgoij
  7. Samen maken we de goede keuzes: een naïeve gedachte? In: Piet’s Blog: Balgoyse mins
    https://balgoyseminse.blog/2018/03/20/samen-maken-we-de-goede-keuzes-een-naieve-gedachte/