
Achter elk huis in Balgoy schuilt een verhaal. Dat geldt ook voor het huis waar nu mijn dochter woont en waar ikzelf bijna dertig jaar gewoond heb (figuur 1). Een karakteristiek woonhuis aan de Hoeveweg in Balgoy. Natuurlijk is de globale geschiedenis van het huis en zijn bewoners wel bekend (zie bijvoorbeeld: De verbinding van Balgoy met Keent: Van Molenweg naar Hoeveweg | Piet’s Blog: Balgoyse mins (balgoyseminse.blog), maar in deze blog meer details met behulp van kadaster, bevolkingsregister en burgerlijke stand.

Het verhaal begint met een ingemetselde muursteen met een naam bij de voordeur van het huis (figuur 2). Behalve een naam staat er ook nog een jaartal op. Bij de naam “Jan de Bruijn” gaat meteen een belletje rinkelen; de Bruijn is een bekende familienaam in het dorp, waarover al veel is verteld en geschreven. Tegelijkertijd ook vragen, want welke Jan de Bruijn is dit en wat is de familierelatie met dit huis?
Ook moet ik meteen denken aan een eerdere muursteen die in deze blog werd beschreven (Burgemeester stond niet bekend om zijn liefdadigheid | Piet’s Blog: Balgoyse mins (balgoyseminse.blog)), die ook verwees naar de familie de Bruijn en die bij de voordeur van het voormalige postkantoor te vinden is, aan de overkant van de straat. Op de muursteen staat geschreven “J.H.M.H.d.B. 25-1-1908”. Johan Hendrik Mattheus Herman de Bruijn, was de zoon van burgemeester Wilhelmus de Bruijn. Wilhelmus de Bruijn was de oorspronkelijke eigenaar die dat huis in 1908 liet bouwen. Dit is te vinden op een kadastraal leggerartikel van de kadastrale gemeente Balgoy (BGY00), artikel 857, met als eigenaar Wilhelmus Johannes Cornelius de Bruijn. Bij volgnummer 3 staat nog bouwland, maar geeft aan dienstjaar 1909 “Stichting” (een dienstjaar (dj) in het kadaster is een administratieve afronding van wat een jaar eerder gebeurde) en verwijst naar volgnummer 38 wat een huis, schuur, etc. vermeldt.
Op dezelfde manier kunnen we ook naar de “Stichting” van het huis dat nu als adres Hoeveweg 20 heeft gaan kijken. Hoe je het best kadastraal onderzoek kunt doen vertelt mijn “neefje” Arnout, die bij het BHIC in Den Bosch werkt, in een Workshop Kadastraal Onderzoek (youtube.com) (figuur 3). Als je op die manier te werk gaat vind je redelijk snel wie de eigenaren zijn geweest van het perceel.

Ik begon mijn zoektocht met de Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Balgoij, sectie A, blad 02 van beeldbank cultureel erfgoed (figuur 4). Hierop is een verbindingsweg tussen Balgoy en Keent te vinden, de Molenweg (wat nu de Hoeveweg is), met nauwelijks bebouwing. Ook de plek waar nu het woonhuis Hoeveweg 20 staat was toen nog onbebouwd; het betreft het perceel A235 of A236. Via de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT) die bij de minuutplannen horen kon ik al snel terugvinden dat perceel A235 in die periode eigendom was van de erven van Peter Jacob van Haren uit Balgoy en perceel A236 van Arnoldus Peters uit Keent.
Met behulp van de kadasterviewer van Mijn Kadaster kon ik door het kadastrale nummer sectie A nummer 235 in te vullen in Register 71 drie leggerartikelen vinden. Het eerste betrof Verkoop van bouwland in dj 1896, het tweede in dj 1900 en het derde in dj 1923. Dat betekent dat perceel A235 in 1922 nog steeds bouwland was en dus niet het perceel waarop in 1914 een woonhuis werd gebouwd. Met perceel A236 had ik meer geluk. Register 71 leverde twee leggerartikelen op. Het eerste beschrijft verkoop van bouwland in dj 1914 (in 1913 dus) door Johannes Wilhelmus Berben en Johanna Arts (Wed.). Het tweede leggerartikel, artikel 1078, waarnaar verwezen wordt is hieronder afgebeeld (figuur 5).

Het bouwland is dus gekocht door mannelijke en vrouwelijke landbouwers uit Keent met de achternaam de Bruijn. Een ervan is Johannes (Jan) de Bruijn. Bij volgnummer 2 en 3 zie je Stichting van een huis in dj 1915 (in 1914 dus) en dat het in dj 1953 verkocht wordt (Veiling). Nog een klein extra detail is te vinden in dit leggerartikel. Bovenin bij woonplaats wordt C100 vermeld. Dit is het adres wat gegeven is door de gemeente. In de tijd van de gemeente Balgoy en Keent was dit Wijk A nummer 45, toen Balgoy werd samengevoegd met Overasselt in 1923 werd het C45 en kort daarna werd het C100. Het laatste bewijs dat deze gegevens horen bij het huis van Hoeveweg 20 is dat bij volgnummer 3 het perceel met huis en bouwland wordt overgebracht naar leggerartikel 1435. Dit leggerartikel geeft als eigenaar Henricus Johannes Jans, zaakvoerder, uit Balgoy, mijn schoonvader die het huis in 1952 kocht.

Maar wie waren de eigenaars en wellicht bewoners die in 1914 het bouwland kochten en een huis erop bouwden? Het bevolkingsregister van Balgoy 1890 – 1923 kan daarbij helpen (zie figuur 6). In blad 21 is dit terug te vinden. In de periode 1914 (huis gereed) – 1923 hebben er vier personen gewoond, Hermanus, Odelia, Antoinetta en Johannes. Zij waren broers en zussen. Odelia overleed op 22 september 1920 staat achter haar naam geschreven. Dit wordt bevestigd door het bevolkingsregister van Overasselt 1923-1931, waarin alleen nog Hermanus, Antoinetta en Johannes worden vermeld.

Ook is er vanzelfsprekend de overlijdensakte van de Burgerlijke Stand (figuur 7), waarin Hermanus de Bruin, broeder van de overledene, oud drie en zestig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Balgoy en Hendrikus Stevens, oud acht en vijftig jaren, van beroep zoetwatervischer, wonende te Balgoy verklaren dat op 22 september 1920 binnen de gemeente Balgoy in het huis wijk A nummer 45 is overleden Odelia de Bruijn, oud vijf en zestig jaren, zonder beroep, geboren te Balgoy en wonende te Balgoy, ongehuwde dochter van wijlen de echtelieden Wilhelmus de Bruijn en Petronella Hendriks.

De ouders van Odelia de Bruijn zijn dus voor 1920 overleden. In het bevolkingsregister van Balgoy 1860-1890 is de familie terug te vinden. Zij woonden toen in Wijk B nummer 1. Een gezin met zeven kinderen, die volgens het geboorteregister van de burgerlijke stand allemaal in Balgoy zijn geboren in Wijk B, nummer 1. Wilhelmus (Willem) en Petronella (Nel) zijn in 1850 getrouwd in Wijchen. In 1851 werd hun eerste zoon geboren, Jan. Hij is helaas al op 11-jarige leeftijd overleden. In 1852 werd Wilhelmus geboren, die na zijn trouwen in 1888 met Hendrika van der Aa in Balgoy bleef wonen, in Wijk B nr 13. In 1855 werd Odelia geboren en in 1857 Hermanus. In 1859 werd Petrus de Bruijn geboren, die na zijn trouwen ook in Balgoy bleef wonen, in Wijk A nummer 41. Hij trouwde in 1887 met Francisca van Haren. In 1861 werd Antoinetta geboren en tenslotte in 1866 Johannes (Jan), de naam die nog steeds op de ingemetselde muursteen prijkt.

Op de kaarten van topotijdreis.nl (figuur 9) is te zien dat de ongehuwde broers en zussen de Bruijn een huis gebouwd hebben waar daarvoor nog geen huis gestaan had en dat de boerderij waar ze geboren zijn als gevolg van de maaskanalisatie is verdwenen.

Als in 1951 de laatste van de vier ongehuwde broers en zussen, Johannes (Jan) de Bruijn overlijdt (figuur 10) wordt het huis verkocht aan mijn schoonvader Henricus Johannes (Harrie) Jans, die er, na zijn huwelijk met Geertruda Josepha (Truus) van Overbeek in november 1952, gaat wonen.
Als je een verhaal maakt met feitelijke gegevens uit kadaster, bevolkingsregister en burgerlijke stand, blijven er vanzelfsprekend vragen. Hoe zagen de mensen eruit, wie waren het precies en hoe maakten ze deel uit van de Balgoyse gemeenschap? Als iemand foto’s of verhalen heeft over Wilhelmus, Odelia, Antoinetta of Johannes de Bruijn dan houd ik me aanbevolen. Wie kent nog de roepnaam van hen; Johannes was Jan, maar hoe heetten de andere drie? En wie was de “snijder” (kleermaker), die korte tijd, voordat Harrie Jans er ging wonen, een naaiatelier had in het huis?





























