Soms zit het mee en soms zit het tegen

BHIC (Brabants Historisch informatiecentrum) in de Citadel van ‘s-Hertogenbosch (Bron: BHIC op Wikipedea)

Onderzoek doen naar de geschiedenis van je familie of je leefomgeving is een fantastische hobby. Elke keer vind je weer verrassende informatie over mensen en de tijd waarin ze leefden. Er is zoveel bewaard gebleven over onze geschiedenis en er zijn heel veel bronnen waarin je kunt zoeken, in een archief en ook thuis achter je pc. Omdat veel Balgoyse mensen roots hebben in het Brabantse is een bezoek aan het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in de Citadel van Den Bosch onontkoombaar, maar ook zeer de moeite waard. Blijf je liever thuis, dan kun je in de digitale studiezaal van het BHIC informatie vinden in bijna 40 kilometer archieven en collecties. Je krijgt hulp bij onderzoek, kunt vragen stellen aan een archivaris via chat en ontmoet andere onderzoekers op het forum.

screenshot.png

BHIC Bronnen die je thuis kunt raadplegen

Toch kun je soms pech hebben. Dat overkwam mij met mijn speurtocht naar de voorouders van mijn vrouw Ans Jans, Godefridus Jans en Geertrudis van Raaij uit Escharen en hun verwanten. Informatie over het huwelijk van Godefridus en Geertrudis was niet te vinden. Omdat beiden uit Escharen kwamen, moet het huwelijk bijna zeker in de kerk van Escharen gesloten zijn. Zoeken in de Doop, Trouw en Begraafboeken van omringende plaatsen leverde ook niets op. Dan maar een vraag op het BHIC forum geplaatst. Nog diezelfde avond, was er al een reactie. De Doop, Trouw en Begraafboeken van Escharen van eind 18e eeuw blijken niet compleet te zijn en o.a. het R.K. trouwen Escharen 1788-1800 ontbreekt in het archief.

Soms heb je ook een meevaller. In het archief van het dorp Escharen wordt onder nummer 67 een lijst van eigenaren van onroerend goed bewaard (Bron: Escharen rond 1800: een boeren-gemeenschap, uitgave in het kader van de finan­ciële actie “Werk aan de kerk” onder auspiciën van het kerkbestuur van de Lambertuskerk in Escharen). Deze lijst werd begin 18e eeuw aangelegd voor belastingdoeleinden, en wel in het kader van nieuwe wetgeving op het (al bestaande) zegelrecht. Alle transportak­ten van onroerend goed, alle uitgiften van bezittingen in erfpacht, elke verkoop of ver­vreemding van erf pachtbrieven, alle renten, tienden en huren en alle verhuringen en ver­pachtingen voor een termijn van 25 jaar of langer op gezegeld papier moesten worden geschreven. Het tarief was progressief: hoe duurder het goed, des te duurder het zegel. Om de heffing van dit recht te kunnen verzekeren, diende de uitgangssituatie te worden vastgelegd: alle bewaarders van registers van vast goed moesten hun bestanden moesten actualiseren. Voor Escharen berustte deze verplichting bij het dorpsbestuur.
Al te willig waren de regeerders van Escharen niet, zo min overigens als vele anderen in den lande. Het opschrift van het Escharense kohier meldt dat het dorpsbestuur pas in actie kwam na een waarschuwing van het departementaal bestuur dat het kohier vóór 1 januari 1807 in orde moest zijn gemaakt. Conform de opdracht werden nu alle eigenaren van onroerend goed en alle tiendheffers onder de jurisdictie van Escharen in een register gebracht. Naderhand werden nog enkele mutaties opgetekend, zodat de beschreven situatie geldig mag worden geacht voor de periode ca. 1807 – ca 1810.

De lijst bevat veel interessante informatie over ontroerend goed in Escharen, waaronder twee nummers die van bijzondere interesse zijn, no. 40 en no. 55.

No. 55 zijn de eigendommen van Godefridus Jans:

  • “een Huys en verder getimmers gen: de bolt, voor 2/3, met 3/4 morgen Zompgrond”
  • “4 Hond biesagtig Weijland gelegen in eenen onverdeelden Kamp genaamt de Horst in het geheel groot 3 morgen belend Eenerzijds B: van de Wiegelaar en meer Erven eene Eynde de Rivier de Raam, en Verders de Gemeente”
  • “1/3 in eenen Kamp zompig wijland genaamt de Lagen waeijcamp, in het geheel groot”
  • “1/2 morgen belend, Eenerzyds Derk Prinss en meer Erven, Anderzyds B Van de Wiegelaar Eene Eynde de Rivier de Raam ander Eynde Mathijs Cuppen Escharen terug in de tijd pagina 19 4 een Parceel Heygrond groot 4 1/2 morgen gelegen aan de Legeheij belend, Eener­zeyds het Weversveld en verder de Gemeente”

No. 40 zijn eigendommen van de erfgenamen van Hendricus Theunisse van Raaij (de vader van Geertrudis van Raaij):

  • “eenen bouwhoff gelegen in de Lege­heij, met 4 1/2 morgen zoo bouw weij als Heijland belend Eener Zeyds de Wed: Jacob Jans en meer Erven en verder gemeene Wegen in de marge: Modo Godefridus Jans het huys met hoff en aangelegen bouwland groot 1/2 morgen, Reinier Reijnders c:s: eene morgen bouw en groesland, Jan van Raaij eene morgen bouw en Heyland, Johannes v:d: Broek 6 & 3/4 morgen bouw en een Kampke wyland groot 1/4 morgen, Hermanus van den bogaard c:s: eene morgen bouw en groesland”
  • “4 1/2 hond Weijland geleegen in Eenen onverdeelden Kamp, in het geheel groot 3 H: Morgen, gen: de Horst, belend EenerZeijds B: van de Wiegelaar en meer Erven, Eynde de Rivier de raam ander zeyds en eynde de Gemeente in de marge: Modo de Heer A:W: van Ham te Grave”

Deze beschrijving komt overeen en wordt bevestigd door de erfdeling die in 1807 plaatsvindt en die is terug te vinden in de index van het schepenprotocol van Escharen onder toegangsnummer en inventarisnummer 7040.522.
De kinderen en erfgenamen van Hendricus Theunissen van Raaij en Catharina Jacobs van den Heuvel in leven echtelieden, Jan van Raaij, Godefridus Jans weduwnaar van Geertruij van Raaij, Anthonet van Raaij en Johannes van den Broek echtelieden, Angenes van Raaij en Reinier Reinders echtelieden, Elisabeth van Raaij en Hermanus van den Bogaart echtelieden verdelen de volgende onroerende goederen: een huisje met aangelegen moeshof en bouwland in de Legeheij, groot samen ongeveer een halve morgen. Een perceel bouw- en groesland een Hollandse morgen groot. Een morgen bouw- en heiland, grenzend enerzijds Godefridus Jans en verder rondom de gemeene wegen. Drie vierde morgen bouwland en een kampke groesland ongeveer een tiende morgen tussen de gemeene straat en Godefridus Jans. Een stuk bouw- en groesland ongeveer een Hollandse morgen groot, grenzend enerzijds de gemeente en een eind Melchior en ander eind Rein Hendriks. Was getekend M. Poos klerk.

 

Piet van Willem van Peter van Hannes Schel uit Vinkel

 

Deze keer geen blog over Balgoy of Keent en ook niet over Geffen. Of eigenlijk toch wel een beetje, want Geffen en Vinkel zijn ongeveer hetzelfde als Balgoy en Keent. Naar aanleiding van de vorige blog “Pietje de Hoas en Thé den Hoan, namen om niet te vergeten”, die ging over namen en bijnamen in de vorige eeuw en daarvoor, kreeg ik al binnen een dag een reactie uit Geffen van Herman de Haas. Zoals ik in dat bericht al zei heb ik regelmatig nog even contact met deze Geffense mens, meestal via Facebook. Het WordPress bericht wordt ook altijd vermeld op Facebook, waar het dan wordt opgepikt en eventueel geliked. Soms ook, zoals deze keer, krijg je een reactie.

Pietje de Haas

Pietje de Haas uit de van Coothstraat in Geffen

Herman reageert op Facebook: “Pietje de Hoas, is geborre in Vinkel in de Neeikampen, as Piet van Willem van Hannes Schel, mar deh weten de mensen in Geffen wir nie, mar in Vinkel ist nou nog altijd: oo geh zet er inne van Piet van Willemke Schel.” Ik reageer meteen terug met “Mag ik dit stukske nog d’r bij schrijven? Makt ‘t wel af!”, waarna ik met kerende post een positief antwoord krijg en nog wat extra informatie: “Tuurlijk woarum nie, is ginne scheldnaam mar kumt van een oma af, Sara Schel.”

Natuurlijk geloof ik meteen dat wat Herman zegt klopt. Die bijnamen zitten zo diep geworteld in de families en hoewel onze generatie die bijnamen niet zo vaak meer gebruiken, zijn die door overlevering bewaard gebleven. Ik ben er inne van Jan van Piet de Corry en Herman is er inne van Piet van Willemke Schel!

Toch wil de wetenschapper in mij zoiets dan nog even checken, valideren. Dat kan in zo’n geval simpel met de websites van WieWasWie en BHIC. We typen op WieWasWie Petrus de Haas in en krijgen meer dan 1200 hits. Die vraag moet verfijnd worden. We gaan uitgebreid zoeken en voegen de plaatsnaam toe. Geffen levert geen bruikbare resultaten in de periode 1924-2000 op (Met Google al gevonden dat Piet de Haas op 25 december 2009 85 jaar oud werd en dus in 1924 geboren is), dus nieuwe poging gewaagd met Nuland. Vinkel was in de vorige eeuw opgesplits en hoorde deels bij Geffen, bij Nuland en bij Heesch. De combinatie met Nuland levert 10 resultaten, waaronder het bevolkingsregister vanaf 01-01-1917 met scan.

screenshot

screenshot.png

7340-0009.030

Detail van het Bevolkingsregister van Nuland, periode 1917-1934, pagina 29

Uit het bevolkingsregister blijkt dat het de Petrus (Piet) de Haas betreft die we zoeken, want de geboorteplaats is Nuland en de geboortedatum 25 december 1924. Verder is te zien dat Petrus in Wijk B (waarschijnlijk Vinkel) woont op nummer 57. Alleen worden geen ouders vermeld op deze pagina. Het volgnummer van Petrus is 21, dus er staan nog 20 vermeldingen op de pagina hiervoor (pagina 28). Herman vertelde dat hij er “inne was van Piet van Willemke Schel”, dus de naam van de vader van Petrus was Wilhelmus (Willemke). In WieWasWie wordt Petrus vervangen door Wilhelmus en we vinden opnieuw het Bevolkingsregister van 01-01-1917, maar dan een pagina eerder, pagina 28 in plaats van pagina 29.

screenshot.png

7340-0009.029.jpg

Pagina 28 van het Bevolkingsregister van Nuland, periode 1917-1934

Deze pagina vermeldt op volgnummer 1 het hoofd van het gezin van op B57 woont, nl. Wilhelmus de Haas, geboren 28-03-1867 in Nuland, weduwnaar van Antonia Bosch, die op 10-05-1918 getrouwd is met Gijsberdina van Lokven. Hij is dan 51 jaar. Petrus de Haas is hun zoon. Gijsberdina komt volgens het Bevolkingsregister uit Berlicum. Er van uitgaande dat Wilhelmus en Gijsberdina dan ook in Berlicum getrouwd zijn, is de huwelijksakte met behulp van WieWasWie gemakkelijk terug te vinden in het archief van de Burgerlijke Stand.

017-550-295-1918_014.jpg

Huwelijksregister Burgerlijke Stand Berlicum 1918

Behalve het bruidspaar, worden in de akte ook de wederzijdse ouders genoemd. Wilhelmus de Haas was boerenarbeider en meerderjarige zoon van Peter de Haas en Theodora van den Bosch uit Nuland. De stamreeks van Herman de Haas telt nu al een viertal generaties, maar de naam van “oma” Sara Schel is nog niet gevonden. We zoeken nu het huwelijk van Peter de Haas en Theodora van den Bosch op WieWasWie op. Zij zijn op 17-09-1857 in Nuland getrouwd. Peter was de zoon van Johannes Cornelus de Haas en Sara Schel!

116-050-5501-1857_024

Huwelijksregister Burgerlijke Stand Nuland 1857

stamreeks Piet de Haas

Korte stamreeks Piet de Haas 

Samengevat, kunnen we het volgende concluderen, nadat ik met behulp van de websites WieWasWie en BHIC enkele feiten heb opgezocht over de voorvaderen van Piet de Haas. Sara Schel was getrouwd met Johannes Cornelis (Hannes) de Haas en die kregen in 1825 een zoon Petrus (Peter) in Geffen. Dus Geffense mensen zouden ’t kunnen weten. Peter was de vader van Wilhelmus (Willemke) en dat was weer de vader van Pietje. Dus dat betekent dat Herman de Haas, Herman van Pietje van Willemke van Peter van Hannes Schel moet zijn. Een mooie bijnaam, diep geworteld in de Geffense en Vinkelse grond. Ik ben nog wel benieuwd naar waarom precies de naam van de vrouwelijke lijn als bijnaam werd aangenomen.

In memoriam Frans Berben 1924-2017

Op zaterdag 22 juli ontvingen de leden van Pagus Balgoye via de secretaris het droevige bericht dat het oudste lid van de vereniging, Frans Berben (92 jaar) was overleden.

Rouwkaart Frans Berben

Frans was een trouw en fanatiek lid van Pagus Balgoye. Hij genoot van de werkavonden, andere bijeenkomsten en excursies van de vereniging en was helemaal in zijn element als hij kon vertellen over de tijd dat hij jong was in Balgoy en in Keent. Toen Harrie Jans ook nog leefde, konden ze urenlang vertellen en herinneringen ophalen uit vroegere tijden en zij kenden nog veel van de oorspronkelijke Balgoyse mensen persoonlijk. Zij waren zelf echte Balgoyse mensen. Pagus Balgoye mag zich gelukkig prijzen met een opname uit 2007 op DVD van een gesprek dat ik had met Frans en Harrie over de maaskanalisatie, opgenomen door Adriaan Berben. Niet lang daarna in juli 2007 maakten een aantal leden van Pagus een rondwandeling door Keent en ook daar was Frans bij (zie foto hieronder).

DSCF4547 (1)

Harrie Jans en Frans Berben tijdens rondwandeling in Keent: waar stond toch die molen?

WO040914039

Franciscus Allegondus Gerardus (Frans) Berben werd geboren in Balgoy en was op twee na de jongste uit een gezin van twaalf kinderen. Zijn vader was Gradus Petrus (Grad) Berben, molenaar, geboren op 21-11-1889 te Balgoy, overleden op 10-01-1972 te Balgoy op 82-jarige leeftijd, zoon van Johannes Wilhelmus Berben en Johanna Arts. Gehuwd op 20-jarige leeftijd op 12-10-1910 te Beers met Adriana Maria Willems, 23 jaar oud, geboren op 07-06-1887 te Beers, overleden op 28-01-1968 te Balgoy op 80-jarige leeftijd, dochter van Willem Willems en Maria Elisabeth Kocken. Meer gegevens over de stamboom van Frans zijn te vinden in de genealogie van Andreas Berben.

Het bidprentje ter herinnering aan Frans geeft een mooi beeld van zijn levensverhaal.

Tekst bidprentje Frans Berben

De verbinding van Balgoy met Keent: Van Molenweg naar Hoeveweg

Alweer meer dan 25 jaar woonachtig in Balgoy aan de Hoeveweg of “op de Hoeve”. Uitzoeken waar die naam vandaan komt en wanneer precies de naam “Hoeveweg” aan de straat werd gegeven staat nog op mijn to-do-lijstje, maar met die laatste verwijzing “op de Hoeve” lijkt het voor de hand dat “de Hoeve” al eerder bestond dan de Hoeveweg. Nadat ik pas geleden op een werkvond van Pagus Balgoye dit onderwerp besprak, kwam ’s avonds al een reactie van mijn buurman en medelid van Pagus Balgoye. Een e-mail met een plattegrond die dateerde uit 1866 (1).

Ontwerp ter verbetering der rivier de Maas onder Balgoij (1866)

In het Balgoy uit die tijd heette volgens deze plattegrond het land ten oosten van de Herreweg “de Lumtte” (nu bekend als de Luumpt) en tussen de Herreweg en Molenweg “de Hoeve”. De Molenweg is wat nu de Hoeveweg heet en deze Molenweg verbond Keent en Balgoy, die een hoge vrije heerlijkheid vormden en die te zamen een kerspel en een rechtsgebied uitmaakten (2). In deze bron wordt weliswaar gesproken over Molenstraat, maar dit moet een vergissing zijn. Op een kadastrale kaart uit ca. 1830 is dit nog duidelijker te zien (3). De Molenweg vormt de verbindingsweg tussen de dorpskernen van Keent en van Balgoy. De kern van Balgoy was in die tijd gesitueerd rondom de toenmalige kerk (nu de Oude Toren).

Detail kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Balgoij, Gelderland (MIN05015VK1)

De naam Molenweg was te danken aan de Molen die aan de Maasbandijk was gelegen net voordat de dorpskern Keent begon (4). Volgens de molendatabase was er al een molen op die plek in 1730 of zelfs eerder. Op de kadastrale kaart uit 1811-1832 staat dat het een windkorenmolen betrof. Een korenmolen van het type standerdmolen, in 1908 door brand verwoest, weer opgebouwd en na 1937 gesloopt, omdat door de maaskanalisatie de functie verloren was gegaan. De molen was in de 20e eeuw eigendom van Lambertus Broeren, die woonde op de toen genaamde Hoeveweg, nu genaamd oude Maasweg. Broeren maalde voor boeren uit Keent roggemeel wat gebruikt werd voor varkensvoer en uiteraard ook ander meel voor bakkers uit de omgeving. Zo ook voor de opa van Arno van Zwam, die met zijn grote gezin naast de molen en molenwiel woonde. Zijn woning (boerderij) bezat een bakhuisje en hij bakte daar voor Keent het brood af. Het geknede deeg werd in bussen door Broeren aangeleverd en de opa van Arno kneedde er nog een beetje aan voordat hij het in het bakhuis afbakte. Het vuur stookte hij met snoeihout van de meidoornhagen die nog steeds in Keent te zien zijn (5).
Wie woonde er nog meer in de Hoeveweg in die tijd (6)? Misschien ook wel een interessante vraag voor de vele nieuwe bewoners van de straat. Een stukje geschiedenis van de plek waar je woont willen de meeste mensen wel weten. Hiervoor werd het bevolkingsregister van de gemeente Overasselt periode (1924 – 1931) in het Regionaal Archief te Nijmegen geraadpleegd. Het bevolkingsregister bestaat uit 10-jarige tabellen met daarin de inwoners van de gemeente geregistreerd op huisnummer. Bovendien is opgetekend wanneer zij in de betreffende periode zijn gevestigd of wanneer zij zijn vertrokken. De onlogische begindatum (1924) wordt verklaard door het feit dat op 1 mei 1923 de gemeente Balgoy en Keent haar zelfstandigheid opgaf en werd gevoegd bij de gemeente Overasselt. Als huisnummer is de nummering aangehouden zoals die door de gemeente Overasselt werd ingevoerd in de zomer van 1928 (juli/augustus). De huisnummers zijn ingetekend op een landkaart van die periode. Deze kaart is weer als overlay gebruikt op een Google Earth luchtfoto met datering 2006.

Op C85 woonde molenaar Broeren

Op C86 Petrus de Bruijn, die enkele jaren later moest wijken voor de maaskanalisatie en naar de Herreweg verhuisde

Op C87 woonde Hend Stevens

Een stukje verderop aan de Maasbandijk woonde het gezin van Peter van den Boogaard

Op C90 woonde het gezin Adrianus Arts

C92 was schuin tegenover C90 en werd bewoond door Gerardus Walk


Op C94 woonde de familie Rossen; de foto is van achter het huis gemaakt, want links ervan is heel mooi de “nieuwe” kerk te zien

Op C96 was ook een kruidenierswinkeltje gevestigd in die tijd

 

Het huis op C100 werd in die tijd bewoond door 2 broers en een zus; later in 1955 werd het gekocht door mijn schoonouders en nu woon ik er

Er zijn natuurlijk heel veel feiten met betrekking tot de Hoeveweg die we op dit moment nog niet kennen. Gebeurtenissen, activiteiten, gebouwen en mensen die er geleefd en gewerkt hebben, bijvoorbeeld het veerpont dat tussen Keent en Balgoy voer na de maaskanalisatie en van de maaskanalisatie zelf?

 

Wanneer werd de naam Hoeveweg ingevoerd en was het niet meer Molenweg? De geschiedenis van het café, dat halverwege de dertiger jaren werd gebouwd tegenover de kerk. De kerk die in 1914 werd gebouwd; waarom op die plek? De geschiedenis van het postkantoor dat er nu niet meer is.
In de periode dat bovengenoemde mensen in de Hoeveweg woonden, in 1927 om precies te zijn, werd er ook een school gebouwd in de Hoeveweg (7). De reden van het bouwen van deze school en waarom op die plek, toentertijd halverwege de Hoeveweg (of Molenweg) is mij (nog) niet helemaal bekend. Wellicht was de lokatie zo gekozen, omdat ook de kinderen uit Keent naar die school gingen. Het jaartal 1927 is niet helemaal zeker, omdat op de website van “huis van de Nijmeegse geschiedenis” 1914 wordt genoemd (8). In 1964 werd de school gesloten en niet lang daarna afgebroken. De kinderen gingen naar de nieuwe Roncallischool aan de Boomsestraat. De lagere school aan de Hoeveweg is zeker ook een stukje Balgoyse geschiedenis waar nog meer over te vertellen en schrijven valt.

Bron:

  1. Uit 1866 daterende kaart uit archief Pagus Balgoye betreffende de maaskanalisatie.
  2. Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte (1982) – A.G. Schulte, bladz. 287
  3. Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Balgoij, Gelderland (MIN05015VK1)
  4. http://www.molendatabase.org/ (nummer=3684)
  5. Arno van Zwam in: “de standerdmolen van Keent” van Jeroen Arts, Brabants Historisch Informatie Centrum
  6. “Wie woonde waar in Balgoy en Keent ten tijde van de maaskanalisatie” (2010) Piet van Erp, Werner Peters
  7. “75 jaar Kerkkroniek Balgoy” (1989) Wim Verhoeven
  8. Gemeente Balgoij en Keent

Het boeren zit ze in de genen – de familie Jans in Mill, Escharen en Balgoy van 1632 tot heden

Begin vorige eeuw, om precies te zijn op 6 mei 1910, trouwde Petrus Johannes (Piet) Jans uit Escharen met Johanna Arnolda (Hanna) Kersten uit Balgoy. Zij trouwden in op de boerderij aan de Torenstraat in Balgoy van de ouders van Hanna Kersten, Hendrikus Kersten en Elizabeth de Bruijn, die er vanaf 1876 hadden geboerd.
De boerderij van Frans Jans (kleinkind van Piet Jans) en Petra van Uden aan de Torenstraat in Balgoy.
Insert: Piet Jans en Hanna Kersten in 1960 toen ze 50 jaar getrouwd waren.
Vijf generaties “Jans” in Mill

Om te begrijpen hoe Piet Jans in Balgoy terecht kwam, zullen we beginnen bij de oudste stamvader die we gevonden hebben en de stamreeks volgen. Een stamreeks is een genealogisch overzicht van de afstammingslijn tussen een bepaalde voorouder en een nakomeling, vaak in mannelijke lijn. Hiervoor gaan we allereerst naar Mill, Noord-Brabant. Anthonius Nelissen werd daar rond 1632 geboren en trouwde met Johanna Jacobs. We hebben twee zonen van hen kunnen vinden. Een van deze twee kinderen, Joannes Theunissen trouwde met Wendel Kerstens in 1695 en van hen hebben we vier kinderen kunnen vinden. De derde generatie is Willebrordus Jans en Maria Jans van Dijck, getrouwd in 1718 en zij hadden bijna zeker twaalf kinderen. Joannes Wilbers was een van de twaalf en hij trouwde met Maria Jans Diependaal in 1746, nog steeds in Mill en zij kregen acht kinderen. Maria Jans Diependaal was al eerder getrouwd met Johannes van Sambeeck waarmee ze twee kinderen had.

Handtekenening Jan Wilberts (Joannes Wilbers) onder huwelijkscontract

Vanwege dit eerdere huwelijk werd er een huwelijkscontract opgesteld en hierdoor hebben we ook de handtekening van Joannes Wilbers. Maria Jans Diependaal kon blijkbaar niet schrijven en tekende met een “kruis”.
Hun zoon Godefridus Jans werd geboren in 1749 en was de laatste voorvader uit Mill.

Inschrijving van Godefridus in het doopboek van Mill

Godefridus trouwde met Geertruda van Raaij uit Escharen. Dit moet zijn geweest tussen 1790 en 1793, maar hierover is tot nu toe niets te vinden in de DTB registers van Escharen of de regio. Hij trouwde in in de ouderlijke boerderij van Geertruda, waar zij samen woonde met haar moeder die al weduwe was. Dit was op de Lage Heide.

Godefridus Jans verhuisde naar Escharen,
naar de Legeheij (Lage Heide).
Geertruda kreeg samen met Godefridus drie kinderen. De oudste was Johanna, die in een akte die we gevonden hebben staat omschreven als “onwijs”. In de overlijdensakte staat dat ze geboren is in Escharen en dat ze drieënveertig jaar oud is geworden. Dit betekent dat ze waarschijnlijk in 1794 geboren is, maar net als de huwelijksakte van haar ouders is een doopbewijs niet te vinden.
Als tweede werd Henricus geboren in 1796. Hij is een van onze voorvaderen. Hij werd later de wettelijke voogd over Johanna. Tenslotte werd in 1798 Petronella geboren.
In 1799 overleed Geertruda op drieënveertigjarige leeftijd. Zij werd niet in Escharen begraven, maar in het naburige Reek, waarschijnlijk omdat het kerkhof in Escharen onder water stond (door de Beerse overlaat?). Het kan ook zijn dat ze is verdronken (zie onderschrift bij de tekst in het begraafboek van Reek uit 1799).
1799 die 15 Februarii vite munita(=voorzien va ziekenzalving?) obit(=is gestorven) in Eschaare Gertrudis van Roij et ob(is overleden?) inundantiam(=onderwaterzetting?) aquaram(=door water?) hie sepelitur(=begraven) 19 ejsdern?
In 1802 gebeurde er iets belangrijks voor Godefridus. Zijn broer Peter werd ziek en overleed. Op zijn ziekbed maakte Peter een testament, waarin hij Godefridus als enige erfgenaam benoemde. Dit bleek een behoorlijke som geld en onroerende goederen, waaronder een boerderij in Escharen, de Bolt genoemd.

Godefridus verhuisde naar de Bolt. Het bakhuis stamt nog uit
die tijd, maar de boerderij werd in 1917 helemaal herbouwt.
We weten niet precies wanneer Godefridus verhuisde naar de Bolt. We weten wel dat Catrin van den Heuvel Jacobs, zijn schoonmoeder, overleed in 1806 en dat er in de Schepenbank een akte is met een boedelscheiding, waarin de ontroerende goederen van de Lage Heide verdeeld worden. Daarna is hij in ieder geval verhuisd naar de Bolt.
Godefridus had zeker aanzien in Escharen, want hij was Schepen, wat je tegenwoordig raadslid zou noemen en wordt veel genoemd in de Schepenbank van Escharen in die periode. Hij overleed in 1814. Na zijn overlijden erven de kinderen de Bolt. 2/3 voor zoon Henricus, omdat hij ook het erfdeel van zus Johanna beheert en 1/3 voor Petronella.

Overlijdensakte van Godefridus Jans uit de zeer jonge, nog Franse, Burgerlijke Stand van Escharen in 1814.

Henricus, Hendrik was zijn roepnaam, trouwde met Johanna van Beusekom op 18 mei 1823. Op dezelfde dag trouwde ook zijn zus, Petronella, met Gerardus Jans. Allen waren afkomstig uit Escharen en allemaal afkomstig uit boerenfamilies. Ze bleven wonen op de Bolt. Daar werden zeker vijf van de acht kinderen van Hendrik geboren.
Volgens het kadaster heeft Willem van Beusekom, zijn schoonvader, die woonde op een boerderij op Kouwenhuizen, zijn perceel kadastraal sectie G nummer 42 in 1834 in tweeën gesplitst. Op het nieuwe perceel sectie G nummer 163 bouwt Henricus een nieuwe boerderij. Op 13 oktober 1834 wordt de woning “deugdelijk verklaard” en verhuist hij waarschijnlijk snel daarna van de Bolt naar Kouwenhuizen.

Kouwenhuizen lag in het gebied van de voormalige Generaal de Bons-kazerne. Op  de Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Escharen, Noord Brabant, sectie G, blad 01 (rechtsboven, ) is de locatie aangegeven van de splitsing. In die tijd had het perceel nog nummer 42. Op de kadastrale hulpkaart uit 1834 is te zien waar de nieuwe boerderij van Henricus Jans werd gebouwd.
Op de kadastrale hulpkaart uit 1834 is te lezen dat perceel sectie G oud nummer 42 wordt gesplitst in nummer 162 nog steeds van Willem van Beusekom en nummer 163 van Hendricus Jans.
Op Kouwenhuizen werd in 1838 Joannes Jans geboren, onze volgende voorvader.
Van beroep was Johannes landbouwer. Dat is ook te lezen in een afschrift van de Nationale Militie, wat als huwelijkse bijlage te vinden was bij de huwelijksakte van Johannes en Gijsberta van der Burgt. Hierin staat dat hij in 1857 opgeroepen zou worden, maar een plaatsvervanger werd gesteld, die 5 jaar heeft gediend. Wat we verder weten uit een rapport van de Nationale Militie is dat Johannes in 1856 werd gekeurd en in het keuringsrapport wordt vermeld dat hij een gezonde slanke jongeman is van 1 m 70, een smal gezicht heeft, grijze ogen en een grote neus. Hij werd daarna opgeroepen om dienst te nemen, maar hij is de dag van de opkomst niet verschenen. Er gingen een paar maanden overheen, waarna hij een aanmaning kreeg dat als hij op een bepaalde datum niet zou verschijnen, hij opgehaald zou worden. Hij heeft het toen afgekocht. Je kon in die tijd een beroepsmilitair betalen, die dan de dienstplicht voor jou vervulde. In dit geval was dat een man uit Breda.
Joannes trouwt in 1866 met Gijsberta Hermina van der Burgt uit Escharen, ook weer een boerenfamilie. Hij trouwt in bij zijn schoonmoeder, Sebastiana Poos die weduwe is. Het adres is Kerkenhoek 147.
Escharen, Kerkenhoek 147. Waarschijnlijk is deze foto gemaakt op maandagmiddag want ’s maandags was het wasdag. Achter het Gemeentehuis hangt het wasgoed aan de lijn en in de tuin liggen de lakens ‘op de bleek’ (Foto’s gemaakt door Willie Blom vanuit de kerktoren in 1948, www.estersheem.nl)
Boerderij Hoog Esteren
Op de Kerkenhoek 147 werden twee van de dertien kinderen geboren. Daarna worden er zes kinderen ingeschreven als geboren aan de Hekkens, wijknummer 173. We hebben nog niet kunnen achterhalen waar dat precies is, want in Escharen zijn minstens 5 plekken die de Hekkens heten. De Hekkens kan een aanwijzing zijn dat er vroeger op die plek tol werd geheven. Nummer 9, Johannes Petrus werd geboren op Kerkenhoek 186 in 1879.
Uit het bevolkingsregister van Escharen van 1870 tot 1880 blijkt dat Johannes Jans binnen die periode is verhuisd naar een boerderij die eerst werd bewoond door Hendricus Cuppen. Verder zijn er kadastrale gegevens dat dit een woning betreft ten zuiden van het dorp Escharen op de Bullen, die Hoog Esteren heet.
Hulpkaart Kadaster Escharen 1881,
opgemaakt en deugdelijk
verklaard 30 mei 1880.
Opvallend is dat uit kadastrale gegevens blijkt dat de boerderij in 1880 grondig is aangepast. Een grote schuur werd afgebroken, het woonhuis werd verbouwd en er werd een karnmolen aangebouwd. Dit zou kunnen duiden op de verhuizing. Op 10 juni 1880 wordt kind nummer tien, zoon Petrus Johannes (Piet) Jans, geboren en in de doopakte van de Burgerlijke stand van Escharen staat vermeld dat hij geboren is op Hoogesteren. Ook opvallend is dat in datzelfde jaar de boerderij op de Bolt werd verbouwd en ook daar werd een nieuwe karnmolen gebouwd. Zoon Piet Jans blijft op boerderij Hoog Esteren wonen tot hij in 1910 trouwt en naar Balgoy verhuisd.
Vier generaties “Jans” in Escharen.
Piet Jans en Hanna Kersten kregen in Balgoy elf kinderen, waarvan er zeven volwassen zijn geworden. Het eerste kind Hendrikus Johannes heeft nog geen 4 maanden geleefd. Johanna Maria, die in 1918 werd geboren is nog geen 8 maanden oud geworden en de tweeling die daarna werd geboren zijn 1 en 2 dagen oud geworden. Ze werden pas uitgeschreven in 1920 (toen Antonius Hermanus Gijsbertus, Antoon, werd aangegeven).
Hermina Gijsberta, die Mien werd genoemd en in 1917 werd geboren, is op 24 september 1945 verongelukt in het cafe in Balgoy, door van de keldertrap te vallen toen ze hielp op een bruiloftsfeest.
Trouwboekje van Piet Jans en Hanna Kersten

Na Piet Jans, werd het boerenbedrijf aan de Torenstraat in Balgoy overgenomen door zoon Theodorus Petrus Jans en op dit moment is het bedrijf in handen van diens zoon Frans. Dus na Mill en Escharen boert de familie Jans al weer drie generaties (ruim honderd jaar) in Balgoy.