Nog een eBook met verhalen over Balgoy en de Balgoyse minse
In 2017 verscheen mijn eerste boek “Boeren, burgers en buitenlui, verhalen over Balgoy en de Balgoyse minse”. Een boek met korte verhalen die betrekking hebben op de geschiedenis, maar zeker ook op de leefbaarheid van de kleine leefgemeenschap Balgoy en zijn voorbeelden voor zowel de geboren en getogen Balgoyenaren als voor nieuwe inwoners.
Het was een collectie van verhalen die in de jaren tot de zomer van 2017 waren verschenen op de website van Pagus Balgoye, verhalen gekoppeld aan QR-codes op plekken in Balgoy en met name verhalen op een weblog over Balgoy en de Balgoyse minse. Op die manier wilde ik een stukje verhaal van het Balgoy toen en nu vertellen. Wel op mijn manier, met veel feitelijke informatie uit documenten die in archieven zijn bewaard gebleven. Natuurlijk verschenen er in de loop van de tijd meer verhalen op de weblog en kortgeleden verscheen dan ook het vervolg, verhalen verschenen in 2017 en 2018. Vooralsnog is de vorm een eBook (Flipbook) geworden, passend in deze nieuwe tijd.
Ik was zelf zo enthousiast over het resultaat, dat ik ook de jaren 2019 en 2020 heb gebundeld tot een eBook (Flipbook) om zo de geschiedenis van Balgoy en Keent levend te houden. Dit is het resultaat geworden. Tweehonderd pagina’s verhalen en geschiedenis. Lees, leer en geniet ervan!
Een van de carnavalsfoto’s van Rikie Peters – Hulsman die in de afgelopen carnavalsweken op Facebook verschenen: van rechts naar links Corrie Hammen, Maria Rossen en Rikie zelf in de carnavalsoptocht van 1968. Foto is genomen ter hoogte van van Haren Mengvoeders in de Eindsestraat.
Corrie is een van de veertien kinderen van Hendrik Hammen en Annie Hammen – Lucassen uit Balgoy. Hendrik overleed in 2006 en Annie in 2018. De familie Hammen is alom bekend en zeer actief in onze dorpsgemeenschap en haar verenigingen. In dit verhaal wil ik net als de dansmariekes dat deden met de carnavalsoptocht, jullie meenemen via Eindsestraat, Boomsestraat, Torenstraat en Houtsestraat, naar waar de familie Hammen woont en al bijna 150 jaar gewoond heeft.
De kerk is uit en Hendrik Hammen (midden) wandelt eind vorige eeuw op zondagmorgen richting zijn woonhuis, samen met de gebroeders Lamers. Rechts het woonhuis van zoon Gerard. Dit was eens het Balgoyse boterfabriekje.
Huis van familie Hammen in de Torenstraat
De zonen Henk en Paul wonen nog in het ouderlijk huis van de familie Hammen in de Torenstraat. De boerderij werd gekocht in 1926 (zie kadaster dienstjaar (dj) 1927). Opvallend was dat de boerderij op naam stond van drie minderjarigen, nl. Frans (Franciscus Hendrikus), geboren in 1908, Gien (Regina Elisabeth), geboren in 1910 en Hendrik (Hendrikus Franciscus) Hammen, geboren in 1912.
Kadastraal leggerartikel Balgoy dienstjaar 1927 met huis, schuur en bouwland Sectie A 736.Gezin Grad Hammen, vlnr: Grad, Frans, Gina, Hendrik, Keetje Driessen in de dertiger jaren van de vorige eeuw.
Het gezin van Grad Hammen, had daarvoor gewoond in de Houtsestraat (Sectie A Nr. 8). Na hun huwelijk in april 1907 waren Grad Hammen en Keet Driessen ingetrouwd bij de ouders van Grad. Zij kregen daar drie kinderen. Grad was zelf enigst kind van Francis (Frans) Hammen en Hendrina (ook soms Hendrika genoemd) Janssen.
Blad 41 van het Bevolkingsregister van Balgoy 1890 – 1923. De familie Hammen woont in die periode in de Houtsestraat, sectie A nr. 8.
Alleen is er voor zover ik weet geen foto of afbeelding van de boerderij aan de Houtsestraat beschikbaar; ook de familie Hammen heeft die niet. Een luchtfoto uit 1953 is wel een tastbare indicatie van waar de locatie was. Als er iemand is, die nog wel een foto heeft dan zou ik die graag willen zien.
Luchtfoto Houtsestraat (Holtsehoek) Balgoy, 1953. In die tijd was er op die plek nog geen Balgoyseweg of Drutenseweg. Hoewel de familie Hammen al in 1926 naar de Torenstraat verhuisde, bleef een deel van de bebouwing staan. Sloping vond pas plaats in 1965.
Wie was Francis Hammen en waar kwam hij vandaan? Hij trouwde in 1875 in Balgoy met Hendrina Janssen, weduwe van Gradus Willems (29 november 1873 overleden in Balgoy). In de trouwakte staat dat Francis Hammen van beroep dienstknecht was en geboren was in Reek. Hoe het contact is ontstaan tussen de dertig jarige dienstknecht en de tweeënveertig jarige weduwe is niet duidelijk. In het bevolkingsregister is niet vermeld dat Francis werkzaam was op de boerderij van Gradus Willems en Hendrina Janssen of ergens anders in Balgoy.
Trouwakte Balgoy 1875 Francis Hammen en Hendrina Janssen.
Gradus Willems was de zoon van Willem Willems en Maria van den Anker. De vader van Maria van den Anker, Cornelius van den Anker woonde ook in de boerderij waar later de familie Hammen woonde. Dat is te vinden in het minuutplan van den Holdschen Hoek uit die periode. Met behulp van de OAT-bladen kunnen we vaststellen wie er in de boerderijen woonden. In de Steeg (nu Houtsestraat) woonde op Het Hold, kadastraal nr. 26 Jacob de Bruijn (landbouwer), verder op de hoek, kadastraal nr. 32 Sebilla Loeffen (doorgestreept Francis Loeffen, landbouwer) en dan naar het oosten kadastraal nr. 70 Cornelis van den Anker (bouwman).
Dit was in de periode eind 18e en begin 19e eeuw. In die periode toen Nederland van de Franse overheersing werd bevrijd, vonden er op bestuurlijk gebied de nodige veranderingen plaats, ook in het gebied waar Balgoy en Keent deel van uitmaakten. Toch was er geen sprake van een revolutie, van een complete ommekeer. Het ambt van Maas en Waal kreeg weliswaar een nieuw bestuur, de heerlijke rechten werden afgeschaft en de heerlijkheden, waaronder Balgoy en Keent, werden opgeheven en als zelfstandige gemeenten bij het ambt gevoegd, terwijl bijna alle buurmeesters en schouten op de dorpen door nieuwe werden vervangen. Toch bleven de laatste heren van de heerlijkheid Balgoy en Keent, Bernhard Rappard (overleden in 1819) en Conrad Willem Le Mercier van Rappard nog aan de macht en werden zij tevens schout in het schoutambt Balgoy en Keent.
In 1824 overleed Conrad Willem Le Mercier van Rappard, schout van de gemeente en voormalig heer der heerlijkheid Balgoy en Keent; in de raadsvergadering van 1 oktober 1824 verklaarde eerste assessor (tot ca. 1850 de naam voor wethouder) Cornelius van den Anker dat hij tijdelijk de functies van schout zal waarnemen (Secretariearchief gemeente Balgoij en Keent, (1776) 1811 – 1923, inv. nr. 1). Hoewel niet officieel genoemd in de lijst van burgemeesters op Wikipedia, is Cornelius eigenlijk de eerste “burger” burgemeester van Balgoy en komen we hem tegen in de stamboom van de familie Hammen.
Stamboom Hammen met de verbinding naar Cornelius van den Anker
Afgelopen weekend verscheen het boek “Balgoyse minse, verhalen over Balgoy en haar inwoners door de eeuwen heen, het vervolg”. Zoals de titel zegt is het boek een vervolg op een eerder verschenen boek. Wederom een boek met verhalen over Balgoy en de Balgoyse mensen. De verhalen zijn (deels bewerkingen van) in 2017 en 2018 op deze weblog geplaatste teksten. Verhalen over mijn familie. De familie Jans, generaties terug al boer in Mill en via Escharen in Balgoy terecht gekomen. Ook over de familie van Erp uit Geffen, waar dezelfde verhalen worden rondverteld en die ik meegebracht heb naar Balgoy en zo worden verweven met de Balgoyse geschiedenis. Ook verhalen over Keent, kasteel, maaskanalisatie en tweede wereldoorlog zijn gebundeld in het 175 pagina’s tellende boek. Lees, leer en geniet ervan!
In 2017 verscheen het eerste boek met verhalen over Balgoy en de Balgoyse minse met als titel “Boeren, burgers en buitenlui”. De titel van dat boek was een verwijzing naar het thema van Open Monumenten Dag 2017: “Boeren, burgers en buitenlui”. Net als met het OMD-thema, lag de nadruk van het boek sterk op mensen en hun onderlinge economische en culturele relaties. De korte verhalen in het boek hebben betrekking op de leefbaarheid van de kleine leefgemeenschap Balgoy en zijn voorbeelden voor zowel de geboren en getogen Balgoyenaren als voor nieuwe inwoners.
Het klinkt tegenstrijdig, maar verhalen vertellen over de geschiedenis van het dorp en zijn inwoners is een belangrijke manier om het dorp levend te houden. We moeten nooit ophouden met deze overlevering! Het verbindt de mensen in het dorp en bevordert daardoor de leefbaarheid en sociale cohesie. De boeken over Balgoyse minse zijn een bescheiden poging om mijn bijdrage te leveren aan die overlevering. Een nieuwe tijd kent nieuwe vormen en ik heb de afgelopen jaren geprobeerd om middels website van stichting Balgoy Beter Bekend, website van Pagus Balgoye, facebook, QR-codes en mijn weblog een stukje verhaal van het Balgoy toen en nu te vertellen. Wel op mijn manier, met veel feitelijke informatie uit documenten die in archieven zijn bewaard gebleven. Het nieuwe boek is (nog) niet verschenen op papier. Misschien hoeft dat ook niet meer in deze nieuwe tijd van podcasts, youtube en e-readers. Ook het eerste boek uit 2017 heb ik daarom omgezet naar een flipboek (zie hierboven).
Bijna twee jaren geleden verhuisden Ans en ik (tijdelijk) naar Wijchen-Zuid, zodat onze dochter Anneke met haar gezin in Balgoy kon komen wonen. Toch blijft Balgoy mijn Balgoy. Hoe komt het dat je zo thuis kunt zijn in een dorp als Balgoy? Die vraag heb ik me de afgelopen veertig jaar regelmatig gesteld en hield me ook afgelopen week bezig in de aanloop naar carnaval in het Moasland. Het zijn niet de gebouwen, de geschiedenis die je opduikt in een archief en ook niet per see een activiteit zoals carnaval, een Allerzielen herdenkingsviering, een concert van de harmonie of de gezelligheid op het voetbalveld van Diosa. De ontmoeting met, de herinnering aan en het praten over mensen die leven of geleefd hebben in het dorp maken dat je deel uit gaat maken van de leefgemeenschap, dat je meeleeft en je er thuis gaat voelen.
Mijn opa en oma, Piet van Erp en Lena van Tuijl, voor hun kruidenierswinkeltje in de kerkstraat te Geffen in augustus 1959.
Wat heeft mijn interesse in mensen en hun verhalen opgewekt? Het was het buurten dat ik leerde toen ik als klein kind bij mijn opa en oma op bezoek was, later tijdens familiefeestjes of als er duivenmelkers bij ons thuis kwamen. Altijd werden er verhalen verteld, verhalen over mensen uit het heden en verleden van het dorp.
Ries van Haren (1938 – 2019), met Landleven tussen de dijken (foto: de Gelderlander 2007)
De verhalen van Ries van Haren over “zijn Keent” zitten nog vers in ons geheugen. Het zijn de verhalen van Ries die ons nog steeds verbinden met de mensen, die leven en leefden in het buurtschap Keent dat eind dertiger jaren van de vorige eeuw van Balgoy werd afgesneden door de maaskanalisatie. Tot 1 mei 1923 vormden de buurtschappen Balgoy en Keent de gemeente Balgoy. In 1923 werd de gemeente ingedeeld bij Overasselt. Keent werd in 1958 definitief ingedeeld bij het Brabantse Ravenstein en is nu gemeente Oss. Ries hield de verbinding van Balgoy en Keent levend in zijn gedichten:
De scheiding van Ballegoij en Keent (1932 – 1938) Scheppen, graven, alle dagen, weken, maanden, jaren Op de grens van Keent en Balgoij, noodzakelijk kwaad maar echt niet mooi Zandzuigers en baggermolens die gingen het verder uitdiepen Er kwam een nieuwe Maas, waar eerst de mensen en dieren liepen Families gescheiden door water en dijken Van school en kerk en dode lijken Keentse mensen, allemaal om- en/of uitgekocht Hebben nog gauw in Balgoij of elders ruimte gezocht Opnieuw beginnen en herinneren Hoe mooi het vroeger was met die boerderijtjes aan de Keentse dijk Markttuinders, zelfvoorzienend, eigen cultuur, hooigras, Maar toch in armoede rijk (Bron: Balgoijse Minse – Een eeuw Balgoijse sfeer tussen de Loswal en de Bremdenmeer, 1999)
Ook de oudere geschiedenis van het dorp geeft het dorp zijn eigenheid. De eerste kerk in Balgoy werd gebouwd in het jaar 960, zo staat in het Registrum Memorial van de Johannes de Doperkerk. Waar deze stond en hoe die kerk er uit zag is niet bekend (Bron: 75 jaar: Kerkkroniek Balgoy (1989) Wim Verhoeven). Een Registrum Memorial is een aantekenboek waarin chronologisch lopende zaken vermeldt worden. Volgens bisschoppelijk voorschrift diende het door elke pastoor te worden bijgehouden, zodat de opvolger zich goed kon informeren over de geschiedenis en over het financieel reilen en zeilen van zijn nieuwe standplaats. Van deze plicht heeft de ene pastoor zich nauwgezetter gekweten dan de andere en in het aantekenboek is zeker niet de complete geschiedenis van de kerk terug te lezen. Zeker is wel dat de kerk een belangrijke factor is geweest voor de verbondenheid van de Balgoyse leefgemeenschap.
Halverwege de 18e werd door Bulthuis een kopergravure gemaakt van “het dorp Balgoyen” met de toenmalige kerk. De ets, die ook nog eens “oud” is ingekleurd, hangt in onze keuken.
Een voorbeeld is dat de Balgoyse kerk in 1609 door de gereformeerden in bezit werd genomen. Tot 1672 gingen de Katholieken in Ravenstein en Velp bij Grave naar de kerk, daarna voornamelijk naar Wijchen, totdat in 1693 in Balgoy een schuurkerk werd geopend. De eerste schuurkerk werd in 1715 door een nieuwe vervangen in wat nu de Veldsestraat is. De parochie omvatte toen behalve Balgoy en Keent ook half Nederasselt en “twee hoeven op de Weggelaar onder Wijchen”. De schuurkerk werd gebouwd op grond, die de kasteelvrouw, Everdina geboren gravin van Weede, prinses van Anholt en Vrijvrouwe van Balgoij en Keent, daarvoor ter beschikking stelde. Zij legde op 15 juli 1715 de eerste steen. Verder droeg zij tot de bouw bij door een deel van het oude kasteel te laten afbreken en de stenen ten behoeve van het te bouwen “kerkehuis” te schenken. De gemeente Balgoy en Keent droeg f 700, – bij, de grond kostte f 35. Voor de verder benodigde penningen zorgde Maximilianus Snel, broer van de pastoor Eustachius Snel. De paters Capucijnen uit Velp bedienden de statie gedurende een groot deel van de 18de eeuw (Bron: Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte (1982) A.G. Schulte). Dat de mensen weer samen konden komen in hun eigen (schuur)kerk verbond ze en gaf ze dat saamhorigheidsgevoel dat we nu nog zien. Ik denk dat in die periode ook de basis is gelegd voor een leefgemeenschap groter dan de geografische grenzen van het dorp.
In Balgoy, de leefgemeenschap zoals hierboven beschreven, voel ik me thuis, zo simpel is het. Daarom ook mijn interesse in zijn geschiedenis en de “Heemkunde”. Het woord(deel) heem is een Oudnederlands woord en kent twee betekenissen: 1) Woning, huis, hoeve en 2) Woonplaats, woongebied, dorp, buurtschap. “Heem” is verwant aan het Engelse home en het Duitse Heim(at), maar wij hebben in onze taal “Heem” vervangen door het woord “thuis”. Dus mijn interesse in de Balgoyse geschiedenis heeft dus vooral te maken met het feit dat ik me er thuis voel en er oud wil worden. Dat wist ik al 15 jaar geleden met de carnaval in 2007, zoals te zien in onderstaande foto.
Op zoek naar een bejaardehuisje in Balgoy. carnaval 2007
Bidprentje uit een verzameling gekregen foto’s en bidprentjes.
Soms blijft een verhaal als concept voor langere tijd liggen. Dat kan verschillende redenen hebben. Je bent niet helemaal tevreden over de inhoud, je mist nog informatie of je vindt de informatie te gevoelig om meteen openbaar te maken. Dat laatste gevoel had ik toen ik twee jaar geleden met het onderstaande bezig was. Het was zaterdagmorgen en ik snuffelde wat door een verzameling foto’s, envelopjes met kaartjes en bidprentjes afkomstig van de toen pas overleden Theo Willems. Materiaal dat geschikt zou kunnen zijn voor onze heemkundegroep Pagus Balgoye. En dan stuit je op bovenstaand bidprentje in een kerkmissaaltje dat van iemand uit het dorp is geweest. Een kindje dat na 3 maanden overleden is, maar alleen de voornamen zijn vermeld. Geen achternaam dus en ook niet waar het kindje is begraven.
Een kind verliezen is het ergste dat ouders kan overkomen. Dat was ruim zeventig jaar geleden niet anders dan nu. De reden waarom in dit geval geen achternaam of locatiegegevens zijn gebruikt is niet bekend, maar de samenleving en met name de katholieke kerk was in die tijd erg streng en het zou zo maar kunnen zijn dat de toen geldende regels van de katholieke kerk ermee te maken hebben gehad.
Dan maar een berichtje op de Facebookpagina van Pagus Balgoye zetten en hopen dat er misschien iemand anders is die iets meer weet. Sneller dan verwacht kwam er antwoord. Toen ik buurvrouw en Paguslid Riky Peters vertelde over het bidprentje, suggereerde ze dat het wellicht een zus van Theo Willems zou kunnen zijn. En inderdaad blijken namen en data van het bidprentje overeen te komen met de gegevens over het oudste zusje van Theo in het trouwboekje van haar ouders Toon Willems en Nelleke Kuipers.
Bladzijde uit het trouwboekje van Antonius Lambertus Willems en Petronella Jacoba Kuipers, die op 29 augustus 1945 voor de wet getrouwd zijn in Overasselt en op 2 september in de H. Johannes de Doperkerk te Balgoy.
Bidprentjes werden en worden nog steeds uitgegeven naar aanleiding van een overlijden en vermelden minimaal de voornaam of voornamen, de achternaam, geboorte- en sterfdag van de overledene. Soms ook staat er een korte levensbeschrijving op. Deze bidprentjes hadden zeker vroeger tot doel om in een missaal te worden gestoken, zodat men tijdens een Heilige Mis naar zo’n prentje kon bladeren en zo deze personen in herinnering roepen. Ze werden op deze manier lang bewaard en zijn dan ook een goede vertrekbasis bij het opstellen van een stamboom, maar de informatie moet met enige omzichtigheid gebruikt worden omdat er nogal eens fouten of onnauwkeurigheden (bv. in de naam van een persoon) voorkomen. Bidprentjes werden ook uitgegeven bij sacramenten zoals doopsel, eerste communie, vormsel, huwelijk en priesterschap. Deze prentjes waren meestal voorzien van een religieuze afbeelding, vaak een heilige, en er stond op voor- of achterzijde meestal ook een gebed.
Gedachtenisprentje (bidprentje) van Theo Willems.
Nadenkend over het plaatsen van dit verhaal, vind ik dat dit een mooi moment is. Theo Willems is zo’n Balgoyse mens die we willen blijven herinneren. We hebben misschien niet allemaal een missaal meer, waarin we bidprentjes verzamelen, maar middels dit verhaal blijft Theo toch nog een beetje bij ons. Hij overleed in de nacht van 4 februari 2020. Zijn laatste boodschap aan de mensen in Balgoy was: “Allemaal genieten met de carnavalsdagen, jong en oud. Groetjes van Theo uit de Veldsestraat”. Dus mensen allemaal genieten volgende week.