De periode 1940 – 1945 en de Tweede Wereldoorlog zijn zelden onderwerp van deze blog. Dit heeft geen speciale reden anders dan dat het niet mijn persoonlijke interesse heeft. Natuurlijk begrijp ik de impact die het heeft gehad en nog steeds heeft op de mensen die die periode hebben meegemaakt. Daarom ook is het heel belangrijk dat hun verhalen, nu deze generatie nog leeft, wordt opgetekend en vastgelegd. Het artikel in het Maas en Waals Tijdschrift voor Streekgeschiedenis Tweestromenland is dan ook meer dan de moeite waard om te lezen: “De lotgevallen van de familie Kwant in Balgoij, oktober 1944 tot maart 1945”.
Nijmegenaar Carel Kwant vertelt zijn verhaal over Nijmegen bij het begin van Operatie Market Garden in september 1944, de voortdurende beschietingen van de stad en zijn leven in de (schuil)kelder. Het artikel begint met een citaat van hem: “Als ik leerlingen in mijn klas had die uit Balgoij kwamen, vertelde ik hen altijd over mijn jeugdherinneringen. Die leerlingen waren b.v. Charles van Haren, Sander v.d. Boogaard, Wim Willems, Wilma Willems en Liesbeth Wintjes. Het leek mij leuk om die herinneringen in Tweestromenland door te geven aan alle geïnteresseerden.” Het gezin Kwant werd in oktober 1944, samen met een aantal buurtgenoten, naar Balgoy gebracht. Hij had nog nooit van Balgoy gehoord. In het artikel vertelt Carel dat het gezin tot december bij het gezin Thijs Francissen werd ondergebracht, toen naar de familie Wim en Cato Willems verhuisde en in januari tot maart 1945 werd ondergebracht bij het echtpaar Harry en Mieneke Theunissen. In maart keerde het gezin terug naar Nijmegen, dat toen weer veilig was.

Harry Theunissen en Mien van Overbeek aan het melken (bron: Geleefd Verleden, Balgoy in de 20e eeuw van Ries van Haren)
Carel Kwant en zijn gezin waren niet de enige gasten van het echtpaar Theunissen in de tweede wereldoorlog. Harry en Mieneke namen ook verschillende onderduikers in huis. Ze hadden een nieuwe boerderij in de Korte Herreweg, een gemengd bedrijf met ruim drie buunder grond, twee koeien, een paard, tien varkens en kippen. De twee kippenhokken stonden een beetje verscholen in de boomgaard die ze ook hadden. In een van de hokken, onder de grond, vond ook een geallieerde luchtmachtsoldaat een schuilplek tot de bevrijding (Bron: Geleefd Verleden, Balgoy in de 20e eeuw van Ries van Haren, blz 69).

Sigbertus Marinus Toonen Dekkers
Er zijn zeker nog meer herinneringen en verhalen over Balgoy en de tweede wererldoorlog, die bewaard moeten blijven voor het nageslacht. De meesten in Balgoy kennen het verhaal van Sigbert Toonen Dekkers, die in mei 1940 net als enkele andere mannen uit Balgoy, naar het Grebbebergfront moest. Hij was een van de 382 militairen van het Nederlandse leger die tijdens de strijd om de Grebbeberg sneuvelden volgens een telling van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, achttien officieren, 344 manschappen van een lagere rang en twintig vermisten. Op de militaire erebegraafplaats op de Grebbeberg liggen ongeveer achthonderd in de meidagen gesneuvelde Nederlandse militairen (Bron: Wikipedia). WOII, een periode in de Balgoyse en Nederlandse geschiedenis die we niet mogen vergeten.

Militair ereveld Grebbeberg, met de naam van Sigbert Toonen Dekkers op het monument (Bron: Wikimedia.org)
Om mee te beginnen – en dat zal weinigen verbazen – de kerk staat er nog steeds. De roomkatholieke kerk Johannes de Doper aan de Boomsestraat, een ontwerp van de Tilburgse architect Jan van der Valk, werd in 1914 gebouwd. Het is een belangrijke kerk in neoromaanse en neogotische vormen, met toren. Gebouwd ter vervanging van een vroegere kerk, waarvan de middeleeuwse toren nog elders in het dorp staat. Het ontwerp sluit aan bij de wensen van de Liturgische Beweging (zgn. volkskerk) van begin twintigste eeuw: vergrote viering in de vorm van een onregelmatige achthoek. Grotendeels houten overwelving van het interieur; het gewelf over de viering bevat een bovenlicht. Mede doordat dit één van de laatst overgebleven kerken naar ontwerp van architect J. van der Valk is, heeft deze kerk een extra zeldzaamheidswaarde. De enige andere nog bestaande, en als kerk in gebruik zijnde, kerk van deze architect is de O.L. Vrouw Moeder van Goede Raad in Tilburg-Broekhoven (2).




Van der Vijver wilde meer en met de watersnoodramp van 1926 nog vers in het geheugen van de mensen wist hij het gemeentebestuur te interesseren voor een grote vliegdemonstratie. Er werd een vliegterrein van 600 x 600 meter aangelegd op het Meridelterrein in Keent, waar van 15 t/m 19 juli 1933 de Overasseltse vliegweek plaatsvond. De vliegdemonstraties trokken meer dan 20.000 bezoekers. Een deel van de opbrengst kwam ten gunste van het crisiscomité van de overstromingsramp.


