Balgoys nieuws in de krant precies 100 jaar geleden

screenshot 2Wat was het Balgoyse nieuws vandaag precies 100 jaar geleden op maandag 22 juli 1918? We zouden daarvoor een krant moeten kunnen lezen van die datum. Dat kan! Met behulp van Delpher kunnen we dat. In “De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad“, een landelijk dagblad nogwel, vinden we een kort berichtje over Balgoy.

screenshot.png

De Tijd 22 juli 1918

In Delpher vindt je miljoenen gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften die je allemaal woord voor woord kunt doorzoeken. De teksten komen uit de collecties van diverse wetenschappelijke instellingen, bibliotheken en erfgoedinstellingen. Ze worden in Delpher onder één knop aangeboden om het vinden van informatie voor u gemakkelijk te maken.

Delpher is een goudmijn voor iedere onderzoeker. Het maakt niet uit wat voor onderzoek je doet en op welk niveau. Delpher biedt voor iedereen de originele teksten uit meer dan ruim 1,3 miljoen kranten, 4,4 miljoentijdschriftpagina’s en meer dan 320.000 boeken uit de 15de tot de 21ste eeuw. En het aanbod zal de komende jaren alleen maar groeien. Van 60 miljoen pagina’s nu tot 100 miljoen over een paar jaar. Wat nog mooier is, is dat het vrij te gebruiken is voor privé-doeleinden en onderzoek. Al het materiaal uit Delpher mag je voor eigen onderzoek vrij gebruiken. Het gebruik van de website wijst zichzelf, maar er is ook een uitgebreide handleiding voor wie dat wil.

pastoor Jan Cornelis Martens

Joannes Cornelis Martens (Bron: Wim Verhoeven)

Terug naar het Balgoys nieuws van 1918. De Balgoyse pastoor Martens werd op 22 juli voorzien van het H. Sacrament der Zieken, hij werd bediend. Joannes Cornelis Martens werd pastoor van Balgoy in 1911. Hij was geboren te Udenhout op 11-12-1866 als zoon van Adriaan Martens en Cornelia Burgmans. Hij had gestudeerd aan het seminarie van Haaren, werd in 1892 tot priester gewijd en in 1894 tot kapelaan in Wanroij benoemd. Van 1898 tot 1911 was hij aangesteld als kapelaan in Asten (Bron: Heemkundekring De Vonder Asten – Someren). Onder zijn pastoraat in Balgoy is de in 1913-1914 aan de Boomsestraat gebouwde nieuwe parochiekerk tot stand gekomen; Martens werd dan ook wel de “bouwpastoor” genoemd. Joannes Cornelis Martens is op 04-09-1918 te Balgoy overleden en hieronder zijn overlijdensakte.

overlijdensakte Martens

BS Overlijden Balgoy, Gelders Archief, Arnhem, Archief 0207, regnr 8074

screenshot

Het Centrum, 4 september 1918

In die overlijdensakte staat duidelijk dat “Johannes Cornelis Martens, roomsch Katholiek Pastoor”, “op den vierde september dezes jaars, des namiddags, om half een uur, binnen deze gemeente in het huis, wijk A, nummer negen en dertig a is overleden. Toch verscheen in het landelijk dagblad Het Centrum van woensdag 4 september 1918 een kort bericht, dat de pastoor “zijn intrek heeft genomen in het gesticht te Wanroy”.

advertentie fam Martens

De Tijd, 5 september 1918

Blijkbaar is pastoor Martens toch nog onverwacht overleden. Uit de overlijdensadvertentie van de familie in De Tijd, kan opgemaakt worden dat er sprake was van “een langdurig, geduldig lijden”. De benoeming van een nieuwe pastoor in Balgoy was in die tijd snel geregeld. Nog in diezelfde maand werd kapelaan van Acht uit Kaatsheuvel aangesteld als pastoor in Balgoy. Uit een bericht in De Nieuwe Tilburgsche Courant van 17 september 1918 blijkt dat Balgoy blij mocht zijn met de nieuwe pastoor en op 20 september was de benoeming een feit.

Kaatsheuvel

De Nieuwe Tilburgsche Courant van 17 september 1918

beeldengroep

Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant van 13 november 1918

Het meest verrassende en interessante bericht dat ik las in het krantennieuws van 2018, was een bericht uit de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant van 13 november 1918, een paar maanden na de benoeming van pastoor van Acht. Het betrof een cadeau van de leden van de vereniging van de H. Familie uit Kaatsheuvel, waarvan de toenmalige kapelaan van Acht directeur was geweest aan de nieuwe pastoor van Balgoy. Een beeldengroep. De beeldengroep!

De kerststal in de Balgoyse Johannes de Doperkerk

De beeldengroep (Bron: Rikie Peters)

In december 2015 schreef ik een blog over de kerstal in de Balgoyse kerk. Samen met religieuze kunstkenner Wim de Mul had ik in de kerk naar de kerststal gekeken of die van Pietro Mazzotti was. Wim bekeek de beeldengroep van afstand en was meteen overtuigd dat het inderdaad beelden waren van Mazzotti. Bij nadere inspectie bleek bij een aantal beelden ook het merkteken van Mazzotti (PM) aangebracht te zijn. Ik was heel tevreden met de nieuwe kennis dat de kerstgroep in onze kerk in het begin van de twintigste eeuw was vervaardigd in Münster door Pietro Mazzotti en dus naar alle waarschijnlijkheid was aangeschaft in de tijd dat de nieuwe Johannes de Doperkerk aan de Boomsestraat in gebruik werd genomen, in of net na 1914. Mooi niet dus! Een cadeautje uit Kaatsheuvel voor de nieuwe pastoor in  1918 is veel waarschijnlijker na dit krantenbericht gelezen te hebben. En een feestje om te vieren met Kerst: de kerstal is 100 jaar oud.

Er was natuurlijk nog veel meer nieuws in Balgoy in 1918. Ter illustratie een tweetal berichten uit de Maasbode. Dit klinkt als een regionale krant, maar de Maasbode was opgericht als weekblad met 800 abonnees in 1868 en vanaf 1885 een in Rotterdam verschijnend landelijk katholiek dagblad, na de Tweede Wereldoorlog als avondkrant (Bron: Wikepedia).

boerderijbrand

Het eerste bericht betreft een boerderijbrand in Keent. Vraag is wie weet wie H. St. was, die 2 koeien en een vaars verloor en onderverzekerd was? (De Maasbode van 23 februari 1918)

post

Met het tweede bericht begint een lange periode met postbezorging door de familie Willems. Dus 100 jaar geleden werd Jentje de Post benoemd als brievengaarder te Balgoy. (De Maasbode 4 maart 1918)

Soms zit het mee en soms zit het tegen

BHIC (Brabants Historisch informatiecentrum) in de Citadel van ‘s-Hertogenbosch (Bron: BHIC op Wikipedea)

Onderzoek doen naar de geschiedenis van je familie of je leefomgeving is een fantastische hobby. Elke keer vind je weer verrassende informatie over mensen en de tijd waarin ze leefden. Er is zoveel bewaard gebleven over onze geschiedenis en er zijn heel veel bronnen waarin je kunt zoeken, in een archief en ook thuis achter je pc. Omdat veel Balgoyse mensen roots hebben in het Brabantse is een bezoek aan het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in de Citadel van Den Bosch onontkoombaar, maar ook zeer de moeite waard. Blijf je liever thuis, dan kun je in de digitale studiezaal van het BHIC informatie vinden in bijna 40 kilometer archieven en collecties. Je krijgt hulp bij onderzoek, kunt vragen stellen aan een archivaris via chat en ontmoet andere onderzoekers op het forum.

screenshot.png

BHIC Bronnen die je thuis kunt raadplegen

Toch kun je soms pech hebben. Dat overkwam mij met mijn speurtocht naar de voorouders van mijn vrouw Ans Jans, Godefridus Jans en Geertrudis van Raaij uit Escharen en hun verwanten. Informatie over het huwelijk van Godefridus en Geertrudis was niet te vinden. Omdat beiden uit Escharen kwamen, moet het huwelijk bijna zeker in de kerk van Escharen gesloten zijn. Zoeken in de Doop, Trouw en Begraafboeken van omringende plaatsen leverde ook niets op. Dan maar een vraag op het BHIC forum geplaatst. Nog diezelfde avond, was er al een reactie. De Doop, Trouw en Begraafboeken van Escharen van eind 18e eeuw blijken niet compleet te zijn en o.a. het R.K. trouwen Escharen 1788-1800 ontbreekt in het archief.

Soms heb je ook een meevaller. In het archief van het dorp Escharen wordt onder nummer 67 een lijst van eigenaren van onroerend goed bewaard (Bron: Escharen rond 1800: een boeren-gemeenschap, uitgave in het kader van de finan­ciële actie “Werk aan de kerk” onder auspiciën van het kerkbestuur van de Lambertuskerk in Escharen). Deze lijst werd begin 18e eeuw aangelegd voor belastingdoeleinden, en wel in het kader van nieuwe wetgeving op het (al bestaande) zegelrecht. Alle transportak­ten van onroerend goed, alle uitgiften van bezittingen in erfpacht, elke verkoop of ver­vreemding van erf pachtbrieven, alle renten, tienden en huren en alle verhuringen en ver­pachtingen voor een termijn van 25 jaar of langer op gezegeld papier moesten worden geschreven. Het tarief was progressief: hoe duurder het goed, des te duurder het zegel. Om de heffing van dit recht te kunnen verzekeren, diende de uitgangssituatie te worden vastgelegd: alle bewaarders van registers van vast goed moesten hun bestanden moesten actualiseren. Voor Escharen berustte deze verplichting bij het dorpsbestuur.
Al te willig waren de regeerders van Escharen niet, zo min overigens als vele anderen in den lande. Het opschrift van het Escharense kohier meldt dat het dorpsbestuur pas in actie kwam na een waarschuwing van het departementaal bestuur dat het kohier vóór 1 januari 1807 in orde moest zijn gemaakt. Conform de opdracht werden nu alle eigenaren van onroerend goed en alle tiendheffers onder de jurisdictie van Escharen in een register gebracht. Naderhand werden nog enkele mutaties opgetekend, zodat de beschreven situatie geldig mag worden geacht voor de periode ca. 1807 – ca 1810.

De lijst bevat veel interessante informatie over ontroerend goed in Escharen, waaronder twee nummers die van bijzondere interesse zijn, no. 40 en no. 55.

No. 55 zijn de eigendommen van Godefridus Jans:

  • “een Huys en verder getimmers gen: de bolt, voor 2/3, met 3/4 morgen Zompgrond”
  • “4 Hond biesagtig Weijland gelegen in eenen onverdeelden Kamp genaamt de Horst in het geheel groot 3 morgen belend Eenerzijds B: van de Wiegelaar en meer Erven eene Eynde de Rivier de Raam, en Verders de Gemeente”
  • “1/3 in eenen Kamp zompig wijland genaamt de Lagen waeijcamp, in het geheel groot”
  • “1/2 morgen belend, Eenerzyds Derk Prinss en meer Erven, Anderzyds B Van de Wiegelaar Eene Eynde de Rivier de Raam ander Eynde Mathijs Cuppen Escharen terug in de tijd pagina 19 4 een Parceel Heygrond groot 4 1/2 morgen gelegen aan de Legeheij belend, Eener­zeyds het Weversveld en verder de Gemeente”

No. 40 zijn eigendommen van de erfgenamen van Hendricus Theunisse van Raaij (de vader van Geertrudis van Raaij):

  • “eenen bouwhoff gelegen in de Lege­heij, met 4 1/2 morgen zoo bouw weij als Heijland belend Eener Zeyds de Wed: Jacob Jans en meer Erven en verder gemeene Wegen in de marge: Modo Godefridus Jans het huys met hoff en aangelegen bouwland groot 1/2 morgen, Reinier Reijnders c:s: eene morgen bouw en groesland, Jan van Raaij eene morgen bouw en Heyland, Johannes v:d: Broek 6 & 3/4 morgen bouw en een Kampke wyland groot 1/4 morgen, Hermanus van den bogaard c:s: eene morgen bouw en groesland”
  • “4 1/2 hond Weijland geleegen in Eenen onverdeelden Kamp, in het geheel groot 3 H: Morgen, gen: de Horst, belend EenerZeijds B: van de Wiegelaar en meer Erven, Eynde de Rivier de raam ander zeyds en eynde de Gemeente in de marge: Modo de Heer A:W: van Ham te Grave”

Deze beschrijving komt overeen en wordt bevestigd door de erfdeling die in 1807 plaatsvindt en die is terug te vinden in de index van het schepenprotocol van Escharen onder toegangsnummer en inventarisnummer 7040.522.
De kinderen en erfgenamen van Hendricus Theunissen van Raaij en Catharina Jacobs van den Heuvel in leven echtelieden, Jan van Raaij, Godefridus Jans weduwnaar van Geertruij van Raaij, Anthonet van Raaij en Johannes van den Broek echtelieden, Angenes van Raaij en Reinier Reinders echtelieden, Elisabeth van Raaij en Hermanus van den Bogaart echtelieden verdelen de volgende onroerende goederen: een huisje met aangelegen moeshof en bouwland in de Legeheij, groot samen ongeveer een halve morgen. Een perceel bouw- en groesland een Hollandse morgen groot. Een morgen bouw- en heiland, grenzend enerzijds Godefridus Jans en verder rondom de gemeene wegen. Drie vierde morgen bouwland en een kampke groesland ongeveer een tiende morgen tussen de gemeene straat en Godefridus Jans. Een stuk bouw- en groesland ongeveer een Hollandse morgen groot, grenzend enerzijds de gemeente en een eind Melchior en ander eind Rein Hendriks. Was getekend M. Poos klerk.

 

Gertrudes van Raaij, echtgenote van Godefridus Jans, slachtoffer van de grillen van de Maas?

2e143-afbeelding9

Gertrudes van Raaij woonde in Escharen, op de Legeheij (Lage Heide)

Dat de Maas een grote rol speelde in het leven van de mensen die aan beide zijden van de rivier woonden is al vaker beschreven in deze blog.  Deze keer een voorbeeld aan de andere kant van de Maas.

Gertudes van Raaij, dochter van Hendricus van Raaij en Catrin Jacobs, geboren 28 januari 1756 op “de Legeheij” (tegenover “het Huukske” op de weg van Escharen naar Zeeland) was de echtgenote van Godefridus Jans, zoon van Jean Wilbers en Maria Jans Diependaal, geboren in Mill. Godefridus is de betovergrootvader van Harry Jans, geboren en getogen in Balgoy. Godefridus trouwde in in de ouderlijke boerderij van Gertrudes, waar zij samen woonde met haar moeder die al weduwe was.

van Godefridus naar Harry Jans

Stamreeks van Harry Jans, die in vier generaties uitkomt bij Godefridus Jans en Gertrudis van Raaij uit Escharen

Gertrudes overlijdt op 15 februari 1799, op 43-jarige leeftijd. Ze wordt niet in Escharen waar ze woonde begraven maar in Reek op 19 februari. In het begraafboek van Reek is te lezen waarom.

1a58c-afbeelding6

1799 die 15 Februarii vite munita (=voorzien van ziekenzalving) obit(=is gestorven) in Eschaare Gertrudis van Roij et ob (als gevolg van) inundantiam (inundatio=overstroming) aquaram (=water) hie sepelitur( =is hier begraven) 19 ejusdem (=hetzelfde)

De inschrijving in het begraafboek kan mijns inziens toch nog op twee manieren worden uitgelegd. De meest voor de hand liggende vertaling is: In 1799 op 15 februari is voorzien van de ziekenzalving overleden in Escharen Gertrudis van Roij en die is als gevolg van overstroming hier begraven op de 19e van diezelfde maand. De vraag is of Gertrudis verdronken is bij de overstroming of dat ze als gevolg van de overstroming niet begraven kon worden in Escharen. Op dit moment denk ik dat het laatste het geval was, omdat Gertrudis voorzien was van het sacrament der zieken. Bij de verdrinkingsdood verwacht je dat niet meteen, eerder bij een ziekbed.

In ieder geval is duidelijk dat in februari 1799 de Maas buiten zijn oevers was getreden. In het tijdschrift Tweestromenland, het Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis, van mei 1978 (nr. 28) wordt geciteerd uit een aantekeningenboekje van de Blerickse schoolmeester Simon Teeuwen (1). De winter van 1798-1799 was streng en ging gepaard met overstromingen. En dat was niet de eerste keer in de achttiende eeuw. IJsvorming kwam in de achttiende eeuw veelvuldig voor. Dit verschijnsel, dat in verband stond met de strenge winters in deze periode (de laatste fase van de ‘kleine ijstijd’), zag men als één van de grootste boosdoeners bij het ontstaan van rivieroverstromingen. Wanneer ijs losraakte en ging drijven zette het kruiende ijs zich vast door over elkaar te schuiven en zo werden grote ijsdammen gevormd die ver boven de dijken uitstaken. Water en ijs werden tegen deze ijsdammen opgestuwd en het water rees zo hoog dat het over de dijken stroomde. Hierdoor kalfden de dijken aan de achterkant af en braken door (2). Dit gebeurde dus ook in februari 1799.

Tweestromenland 1978.png

Tweestromenland, het Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis, van mei 1978 (nr. 28)

Toch begon het traditionele beeld dat de rivier de manier van leven van de mensen bepaalde te veranderen! De Franse revolutie aan het einde van de achttiende eeuw maakte niet alleen korte metten met de oude politieke en sociale orde, maar zorgde tevens voor een doorbraak van de moderne, rationalistische denkbeelden van de Verlichting en het geloof dat de mens in staat was zijn eigen lot in handen te nemen. Dit geloof werd bovendien in belangrijke mate versterkt doordat de Britse industriële revolutie aantoonde dat de mogelijkheden daartoe, vooral als gevolg van de uitvinding van de stoommachine, plotseling sterk waren toegenomen. Dankzij de Franse en Britse revoluties aan het einde van de achttiende eeuw kwam de maakbare samenleving binnen handbereik en, met het Franse voorbeeld voor ogen, waren ook in ons land velen van mening dat de staat hierbij een belangrijke rol moest spelen (2). De nieuwe staatsvorm in 1798 en de bestuurlijke omwenteling zouden belangrijke gevolgen hebben voor de aanpak van de rivierenproblematiek. Het was nu mogelijk op nationaal niveau beleid te ontwikkelen om in te kunnen grijpen. Het werd de taak van de, eveneens in 1798 ingestelde, centrale waterstaatsdienst (Rijkswaterstaat) om na te gaan wat deze algemene verbetering voor de rivieren moest behelzen. In de winter van 1798-1799 werd weer eens duidelijk hoe belangrijk dat was.

Bronnen:

  1. “Strenge winter met overstroming” in: Tweestromenland, het Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis, van mei 1978 (nr. 28)
  2. “Strijd om de rivieren, 200 jaar rivierenbeleid in Nederland”. Alex van Heezik, proefschrift Technische Universiteit Delft 2007

Piet van Willem van Peter van Hannes Schel uit Vinkel

 

Deze keer geen blog over Balgoy of Keent en ook niet over Geffen. Of eigenlijk toch wel een beetje, want Geffen en Vinkel zijn ongeveer hetzelfde als Balgoy en Keent. Naar aanleiding van de vorige blog “Pietje de Hoas en Thé den Hoan, namen om niet te vergeten”, die ging over namen en bijnamen in de vorige eeuw en daarvoor, kreeg ik al binnen een dag een reactie uit Geffen van Herman de Haas. Zoals ik in dat bericht al zei heb ik regelmatig nog even contact met deze Geffense mens, meestal via Facebook. Het WordPress bericht wordt ook altijd vermeld op Facebook, waar het dan wordt opgepikt en eventueel geliked. Soms ook, zoals deze keer, krijg je een reactie.

Pietje de Haas

Pietje de Haas uit de van Coothstraat in Geffen

Herman reageert op Facebook: “Pietje de Hoas, is geborre in Vinkel in de Neeikampen, as Piet van Willem van Hannes Schel, mar deh weten de mensen in Geffen wir nie, mar in Vinkel ist nou nog altijd: oo geh zet er inne van Piet van Willemke Schel.” Ik reageer meteen terug met “Mag ik dit stukske nog d’r bij schrijven? Makt ‘t wel af!”, waarna ik met kerende post een positief antwoord krijg en nog wat extra informatie: “Tuurlijk woarum nie, is ginne scheldnaam mar kumt van een oma af, Sara Schel.”

Natuurlijk geloof ik meteen dat wat Herman zegt klopt. Die bijnamen zitten zo diep geworteld in de families en hoewel onze generatie die bijnamen niet zo vaak meer gebruiken, zijn die door overlevering bewaard gebleven. Ik ben er inne van Jan van Piet de Corry en Herman is er inne van Piet van Willemke Schel!

Toch wil de wetenschapper in mij zoiets dan nog even checken, valideren. Dat kan in zo’n geval simpel met de websites van WieWasWie en BHIC. We typen op WieWasWie Petrus de Haas in en krijgen meer dan 1200 hits. Die vraag moet verfijnd worden. We gaan uitgebreid zoeken en voegen de plaatsnaam toe. Geffen levert geen bruikbare resultaten in de periode 1924-2000 op (Met Google al gevonden dat Piet de Haas op 25 december 2009 85 jaar oud werd en dus in 1924 geboren is), dus nieuwe poging gewaagd met Nuland. Vinkel was in de vorige eeuw opgesplits en hoorde deels bij Geffen, bij Nuland en bij Heesch. De combinatie met Nuland levert 10 resultaten, waaronder het bevolkingsregister vanaf 01-01-1917 met scan.

screenshot

screenshot.png

7340-0009.030

Detail van het Bevolkingsregister van Nuland, periode 1917-1934, pagina 29

Uit het bevolkingsregister blijkt dat het de Petrus (Piet) de Haas betreft die we zoeken, want de geboorteplaats is Nuland en de geboortedatum 25 december 1924. Verder is te zien dat Petrus in Wijk B (waarschijnlijk Vinkel) woont op nummer 57. Alleen worden geen ouders vermeld op deze pagina. Het volgnummer van Petrus is 21, dus er staan nog 20 vermeldingen op de pagina hiervoor (pagina 28). Herman vertelde dat hij er “inne was van Piet van Willemke Schel”, dus de naam van de vader van Petrus was Wilhelmus (Willemke). In WieWasWie wordt Petrus vervangen door Wilhelmus en we vinden opnieuw het Bevolkingsregister van 01-01-1917, maar dan een pagina eerder, pagina 28 in plaats van pagina 29.

screenshot.png

7340-0009.029.jpg

Pagina 28 van het Bevolkingsregister van Nuland, periode 1917-1934

Deze pagina vermeldt op volgnummer 1 het hoofd van het gezin van op B57 woont, nl. Wilhelmus de Haas, geboren 28-03-1867 in Nuland, weduwnaar van Antonia Bosch, die op 10-05-1918 getrouwd is met Gijsberdina van Lokven. Hij is dan 51 jaar. Petrus de Haas is hun zoon. Gijsberdina komt volgens het Bevolkingsregister uit Berlicum. Er van uitgaande dat Wilhelmus en Gijsberdina dan ook in Berlicum getrouwd zijn, is de huwelijksakte met behulp van WieWasWie gemakkelijk terug te vinden in het archief van de Burgerlijke Stand.

017-550-295-1918_014.jpg

Huwelijksregister Burgerlijke Stand Berlicum 1918

Behalve het bruidspaar, worden in de akte ook de wederzijdse ouders genoemd. Wilhelmus de Haas was boerenarbeider en meerderjarige zoon van Peter de Haas en Theodora van den Bosch uit Nuland. De stamreeks van Herman de Haas telt nu al een viertal generaties, maar de naam van “oma” Sara Schel is nog niet gevonden. We zoeken nu het huwelijk van Peter de Haas en Theodora van den Bosch op WieWasWie op. Zij zijn op 17-09-1857 in Nuland getrouwd. Peter was de zoon van Johannes Cornelus de Haas en Sara Schel!

116-050-5501-1857_024

Huwelijksregister Burgerlijke Stand Nuland 1857

stamreeks Piet de Haas

Korte stamreeks Piet de Haas 

Samengevat, kunnen we het volgende concluderen, nadat ik met behulp van de websites WieWasWie en BHIC enkele feiten heb opgezocht over de voorvaderen van Piet de Haas. Sara Schel was getrouwd met Johannes Cornelis (Hannes) de Haas en die kregen in 1825 een zoon Petrus (Peter) in Geffen. Dus Geffense mensen zouden ’t kunnen weten. Peter was de vader van Wilhelmus (Willemke) en dat was weer de vader van Pietje. Dus dat betekent dat Herman de Haas, Herman van Pietje van Willemke van Peter van Hannes Schel moet zijn. Een mooie bijnaam, diep geworteld in de Geffense en Vinkelse grond. Ik ben nog wel benieuwd naar waarom precies de naam van de vrouwelijke lijn als bijnaam werd aangenomen.

Pietje de Hoas en Thé den Hoan, namen om niet te vergeten

De sociale media zijn zo gek nog niet! Het houd contacten levend, die anders wellicht verwateren. Mijn contacten in Indianapolis bijvoorbeeld, waar ik in 2005 een aantal maanden mocht werken bij het farmaceutische bedrijf Eli Lilly. Natuurlijk zou ik ze vaker willen bezoeken, maar de Amerikaanse Midwest is niet bij de deur. Maar ook contacten dichterbij zijn belangrijk. Regelmatig heb ik nog even contact met een Geffense mens. Herman van Pietje de Haas (of de Hoas op z’n Geffens) is zo iemand. Hij reageert regelmatig op een Facebook-bericht van mij. Sociale media hebben zeker mindere kanten, maar tegelijkertijd zijn er dus ook positieve kanten. Zo blijf je verbonden met je roots, zelfs als je er al veertig jaar niet meer woont.

facebook-HermanMet een kop koffie in de kapschuur moest ik terugdenken aan de blog over de vliegshow in Keent in 1933. Het verhaal van het vliegveld in de uiterwaarden van de Maas bij Keent is algemeen bekend bij de Balgoyse mensen. Oud-marinier en oud-vlieger Van der Vijver, burgemeester van Overasselt 1927 – 1934, was het die ervoor zorgde dat in de uiterwaarden van Keent, op het Meridelterrein, een vliegterrein van 600 x 600 meter werd aangelegd.

Wat heeft die blog te maken met Herman de Haas? Eigenlijk niet veel, maar ik moest denken aan een foto die besproken is in de betreffende blog. Een van de publiekstrekkers van de vliegshow was een vlucht met bejaarden uit de regio, waaronder Piet Cornelissen, oud 92 jaren (1) en Hent de Haan, oud 94 jaren (2), beiden uit Balgoy. Dat Hent de Haan uit Wijchen kwam en niet uit Balgoy, zoals onder een foto in het boek van dhr. Boeijen geschreven staat, was snel gevonden. In het bevolkingsregister van Overasselt 1924-1930 wordt Hendricus de Haan niet genoemd en in de overlijdensakte van de burgerlijke stand staat geschreven dat hij geboren en wonende te Wijchen was toen hij op eenennegentigjarige aldaar overleed op 7 november 1937. Toen ik vroeg om meer informatie over Hent de Haan reageerde Theo Thoonen uit Balgoy. Hij zei dat het in ieder geval geen familie was van hem. Hoezo vroeg ik, jouw achternaam is toch Thoonen, niet de Haan? “Ja, dat klopt” zei Theo, maar wij komen uit Alverna en daar heet ik Theetje d’n Hoan. Een bijnaam zoals zovelen vroeger een bijnaam hadden, ook in Balgoy. Vaak hadden de bijnamen een betekenis, soms ook niet. Wie kent de Balgoyse bijnamen en weet waar ze vandaan komen? Harry den Bels en Jo de Post, de Sjarreltjes, Bartje Buiting, Thijs van Sissen, Thé d’n Dekker, Marinus de Kriemel, Petje Kamer, Piet Fuuk, Hent de Mulder, Pet de Smid en Tinnuske Puf om er maar een paar te noemen, maar er zijn er nog veel meer. Een stukje Balgoyse en Keentse geschiedenis, dat niet verloren mag gaan, vind ik.

f5012-cornelisvanerpca1920

Cornelis van Erp en zijn vrouw Johanna Hermes 

Voor wie het interessant vindt, ook in Geffen hadden ze bijnamen. Niet Herman van Pietje de Haas, want dat is z’n echte achternaam. Maar mijn bijnaam bijvoorbeeld is Piet de Corry. Mijn overgrootvader was Cornelis van Erp en diens afstammelingen kregen de bijnaam de Corry. In Geffen waren meerdere families die van Erp heetten en op die manier konden die uit elkaar worden gehouden.

Getekend,
Piet van Jan van Piet de Corry

Bronnen:
1) 60 Jaar Harmonie Kunst en Vriendschap (1979) Wim Verhoeven
2) Het vergeten vliegveld Keent / Airstrip B82 Grave (1994) dhr. Boeijen