Regelmatig krijg ik mails of whatsapps met vragen over Balgoyse mensen en gebeurtenissen uit het verleden. De vraag in de e-mail die ik vrijdag kreeg was net even anders:
Hoi, gaat over een pastoor… Kun jij dit lezen?
Rudie was waarschijnlijk aan het zoeken in de archieven van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), had Balgoy gevonden en een scan van het document aangevraagd. Dan krijg je snel een antwoord: “Uw BHIC Archiefstuk is gereed“ en kun je het document downloaden.

Het gevonden archiefstuk is een document uit de inventaris van het Dekenaat Cuijk (inv 7050), periode 1542 – 1998. De brief is gedateerd op 17 juni 1808 en afkomstig van Wolter Steins Bisschop, rector te Vortum. Hij richtte zich tot de vicaris-generaal met het verzoek om benoemd te worden tot pastoor van Balgoy.
Een bijzondere sollicitatiebrief
Of ik de brief kon lezen? Nou, dat was een uitdaging. De tekst begint en eindigt met Latijnse zinnen, waarvoor ik gelukkig op internet terechtkon. Het nieuwe Microsoft 365 Copilot bood daarbij ook goede hulp. Verder was de tekst geschreven in oud-Nederlands, wat met enige moeite te ontcijferen was. Alleen het woord “vacceren” moest ik opzoeken: dat betekent in modern Nederlands “vrijgekomen zijn” of “vacant zijn”
Hier volgt een transcriptie van de tekst in het document:
Illustrissime Pientissime Domine (Latijn: Zeer Illustere en Vrome Heer)
Aangesien door het overlijden van den seer Eerw. Heere Pastoor de Pastorij van Balgooy is komen te vacceren, en Uwe Hoog EerWaarde en Uwe Hoog Geëerde mij te Mierlo versekerde, naar eenigen tijd te Vortum geweest te hebben, verder over mijn persoon gunstig te beschikken (hetwelk dan ook de drijfveer van mijn vertrek aldaar geweest is),
so is het dan nu ook dat ik, met gepaste nedrigheid en diepste hoogachting en eerbied, mij tot Uwe Hoogeerwaarde wende. Steunende op Uwe Hoog Eerwaarde vermogen in deze betrekking, verzoek ik Uwe Hoog Eerwaarde voor mij ter bereiking van dien Pastorij de nodige werkzaamheden uit te oefenen.
Ik zal intusschen van mijn kant den Heere bidden voor het langdurig behoed van Uwe Eerwaarde, en — so het Hem behaage — mij de wezenlijke vereisten te verlenen die nodig sijn tot de bediening van zulke een heijlige pligt.
Klassissime Ac Reverendissime Me Domine (Latijn: Zeer Geleerde en Zeer Eerbiedwaardige Heer)
Uwe Hoog Eer Waarde nedrigste dienaar
Wolter Steins Bisschop, Rector
Vortum, den 17 juni 1808
Het overlijden van pastoor Voet
De aanleiding van de brief was duidelijk: de pastoor van Balgoy was overleden en Wolter Steins Bisschop uit Vortum had wel interesse om die vacature in te vullen. Vortum behoorde vanaf omstreeks 1325 tot de schepenbank van Vierlingsbeek en kwam in 1813 bij de toen opgerichte gemeente Vierlingsbeek. In Vortum was een kapel, gewijd aan de heilige Hubertus en Wolter Steins Bisschop was daar in 1808 rector (geen pastoor).

Wie was de overleden pastoor in Balgoy? In het begraafboek (1766 – 1811) van de Rooms Katholieke Gemeente Balgoy vond ik het antwoord. Op 5 juni 1808 werd de Eerwaarde Heer Hubertus Voet, Pastoor, begraven. Hubertus Voet, afkomstig uit Ravenstein, werkte vanaf 1786 in Balgoy en Keent. De tijd waarin hij diende was een spannende tijd voor de katholieken. De parochiekerk van Balgoy en de kapel van Keent waren aan de katholieke eredienst onttrokken. Er was slechts een schuurkerk in het Hoogveld (Veldsestraat), waarvan ook de katholieken van een deel van Nederasselt (o.a. het Eind en Hoogveld) gebruik maakten. Een schuurkerk was een schuilkerk die was gevestigd in een gebouw dat er van buiten als een schuur uitzag. De geloofsgemeenschap mocht ook geen parochie meer heten in die tijd, maar werd een statie. De statie “Balgoy en Keent” omvatte toen behalve Balgoy en Keent, een deel van Nederasselt en “twee hoeven op de Weggelaar onder Wijchen”. Dat de mensen weer samen konden komen in hun eigen (schuur)kerk verbond ze en gaf ze dat saamhorigheidsgevoel dat we nu nog zien. Ik denk dat in die periode ook de basis is gelegd voor een leefgemeenschap groter dan de geografische grenzen van het dorp Balgoy. In 1795, nadat de Bataafse Republiek was uitgeroepen, werd de statie in Balgoy weer omgezet in een parochie en in 1805 kregen de katholieken de oude parochiekerk van Balgoy terug; de schuurkerk werd in 1811 verkocht en gesloopt. Hubertus Voet was in die roerige tijd pastoor in Balgoy en mocht na 1805 weer voorgaan in de kerk van Balgoy op de plek waar nu de Oude Toren nog staat. Een uitgebreider verhaal: De katholieken in Balgoy en Keent – de vroegste geschiedenis | Piet’s Blog: Balgoyse mins

Een nieuwe pastoor
Wolter Steins Bisschop reageerde opvallend snel: binnen veertien dagen na het overlijden van Hubertus Voet stuurde hij zijn sollicitatie naar de vicaris-generaal. Maar hij werd niet benoemd. Volgens het boek “Geschiedenis van het Bisdom ’s Hertogenbosch (derde deel) van Schutjes uit 1872 werd in 1808 Joannes Sengers uit Wijchen pastoor van Balgoy en Keent. Hij was een capucijn van het klooster in Velp en zijn kloosternaam was Basilius. Ook in het boek “75 jaar kerkkroniek Balgoy” staat pastoor Sengers vermeld in de lijst met pastoors in de periode 1808 – 1838.
Het is altijd bijzonder om via oude documenten even een blik te werpen op het verleden. De brief van Wolter Steins Bisschop laat niet alleen zien hoe formeel sollicitaties destijds waren, maar geeft ook een inkijkje in de dynamiek van het religieuze leven in Balgoy begin 19e eeuw.