Een vliegveld in de uiterwaarden van de Maas bij Keent

Het verhaal van het vliegveld in de uiterwaarden van de Maas bij Keent is algemeen bekend bij de Balgoyse mensen [1,2]. Oud-marinier en oud-vlieger Van der Vijver, burgemeester van Overasselt 1927 – 1934, was het die ervoor gezorgd heeft dat in de uiterwaarden van Keent vanaf de zomer van 1928 af en toe vliegtuigen van de marine en de luchtmacht landden op een provisorisch vliegterrein.

Een aantal notabelen uit de gemeente Overasselt op het vliegveld in Keent (Burgemeester H. van der Vijver 5e van rechts, bron: Wim Verhoeven)

 

Van der Vijver wilde meer en met de watersnoodramp van 1926 nog vers in het geheugen van de mensen wist hij het gemeentebestuur te interesseren voor een grote vliegdemonstratie. Er werd een vliegterrein van 600 x 600 meter aangelegd op het Meridelterrein in Keent, waar van 15 t/m 19 juli 1933 de Overasseltse vliegweek plaatsvond. De vliegdemonstraties trokken meer dan 20.000 bezoekers. Een deel van de opbrengst kwam ten gunste van het crisiscomité van de overstromingsramp.

Een van de publiekstrekkers was een vlucht met bejaarden uit de regio, waaronder Piet Cornelissen, oud 92 jaren uit Overasselt en Hent de Haan, oud 94 jaren met echtgenote Tonia van Rossum uit Wijchen (2). In de lijst met mensen die deelnamen aan de vlucht voor hoogbejaarden staan geen inwoners uit Balgoy of Keent. Hoewel onder de foto in het boek van Boeijen op blz. 36 staat dat het echtpaar de Haan afkomstig was uit Balgoy, heb ik dat niet kunnen achterhalen en bevestigen. In het bevolkingsregister van Overasselt 1924-1930 wordt Hendricus de Haan niet genoemd en in de overlijdensakte van de burgerlijke stand staat geschreven dat hij geboren en wonende te Wijchen was toen hij op eenennegentigjarige aldaar overleed op 7 november 1937.

Overlijden H de Haan

Overlijdensakte Hendricus de Haan, Burgerlijke Stand Wijchen 1937, inventarisnummer 9797.

De leeftijd bij overlijden (91) klopt niet met de leeftijd die wordt genoemd in het boek van Boeijen (94 jaren in juli 1933). De geboorteakte in de Burgerlijke Stand van de gemeente Wijchen geeft uitsluitsel: Hendricus de Haan is geboren op 20 januari 1846 in Wijchen, Aktenummer 4, Invertarisnummer 2314. Dit betekent dat Hendricus in juli 1933 “pas” 87 jaren oud was.

Een lastiger probleem is wie het echtpaar is op de foto in het boek van Boeijen op blz. 36 en in het boek van Verhoeven op blz. 82? Twee foto’s met dezelfde mensen, maar in het boek van Boeijen is het Hent de Haan en in het boek van Verhoeven is het Piet Cornelissen. Bovendien is nu niet duidelijk wie de tekst heeft uitgesproken die onder de foto staat. Op de foto lijkt een echtpaar te staan en dit suggereert dat het Hent de Haan en Tonia van Rossum zijn, omdat zij het enige echtpaar in de lijst van bejaarde passagiers waren. Wie de uitspraak gedaan heeft “Ik ben dichter bij Hem geweest dan U” of “Ik ben korter bij God gewèst as Gij” is lastig te achterhalen.

Photo527968916995_inner_56-20-647-22-32-947-668-928

Foto uit Het vergeten vliegveld Keent / Airstrip B82 Grave (1994) dhr. Boeijen, blz. 36

Photo527968965263_inner_44-59-553-64-86-951-567-951
Foto uit 60 Jaar Harmonie Kunst en Vriendschap (1979) Wim Verhoeven, blz. 8

Toen het vliegfeest achter de rug was en in 1935 Walraed (W.J.F.M) baron van Hugenpoth tot Aerdt burgemeester werd van Overasselt werd het vliegveld snel vergeten. De maaskanalisatie en de splitsing van Balgoy en Keent kregen de volle aandacht van de gemeente Overasselt en toen net voor de oorlog de maaswerken waren voltooid lag Keent aan de Brabantse kant van de Maas en was er weinig over van het vliegveld.

Het waren de Duitsers, die op het einde van de oorlog in 1944 een soort uitwijklandingsbaan zochten voor Volkel dat steeds werd gebombardeerd door de geallieerden en in Keent terecht kwamen. In juni 1944 werd in de uiterwaarden begonnen met de aanleg van een vliegstrip, ongeveer op dezelfde plek als het eerdere vliegveld, maar dan twee keer zo groot. Het nieuw aangelegde vliegveld werd nauwelijks gebruikt door de Duitsers. Toch werd Keent op 25 en 26 september 1944 als klein onderdeel van Market Garden toch nog geschiedenis; de grootste bevoorradingsoperatie door de lucht naar een frontlijn. Het vergeten vliegveld werd even een belangrijke levensader voor de snel oprukkende grondtroepen. Tijdens deze operatie kreeg het ook de code AIRSTRIP B82 Grave(4).

 

759D6A72-D7F9-4091-A9C5-6C494481DDD3-1060-000002749FD9C7F1

Luchtfoto van B.82 Grave, genomen kort
na de spectaculaire bevoorradingsoperatie, bron: BHIC en Bommeltje.nl(4,5).

Bronnen:
1) Vliegveld Keent, Wikipedia
2) Het vergeten vliegveld Keent / Airstrip B82 Grave (1994) dhr. Boeijen
3) 60 Jaar Harmonie Kunst en Vriendschap (1979) Wim Verhoeven
4) Airstrip B82 Grave, Bommeltje.nl
5) Vliegveld Keent (2014) Paul Huismans, BHIC

Een veerpont tussen Balgoy en Keent 1938 – 1952

 

Eind jaren dertig van de vorige eeuw werden Balgoy en Keent van elkaar gescheiden door een bochtafsnijding van de Maas.

Voor de inwoners van beide leefgemeenschappen werd door het Ministerie van Waterstaat in 1938 een veerpont in de vaart genomen. Een verzoek vanuit de inwoners van Balgoy, om deze veerdienst gratis te maken, werd afgewezen. Het tarief voor volwassenen bedroeg 4 cent per overtocht. Wel mochten de schoolkinderen uit Keent tot 1940 gratis naar de overkant om naar school te gaan.

De veerpont voer tot eind 1944, vastgehouden aan een ketting tussen Balgoy en Keent, op en neer. Deze ketting zat verbonden aan grote oeverstenen. In de laatste dagen van de tweede wereldoorlog werd het veerpont vernietigd; het opnieuw in de vaart nemen bleek na de oorlog, om met name financiële redenen, niet haalbaar.

 

Wel werd er een roeiboot ingezet om mensen over te zetten tussen Balgoy en Keent. Deze “Rijksveerdienst” werd in 1952 opgeheven. Het veerhuisje is nog een tijdje blijven staan.

Op zaterdag 5 april 2014 werden twee veerpontsteenbankjes onthuld, vervaardigd met twee originele oeverstenen. De twee bankjes, een in Balgoy en de ander in Keent, vormen tezamen een monument dat de band tussen de beide dorpen, die eens een gemeente vormden, symboliseert.

Balgoy en de maaskanalisatie, een stukje Balgoyse geschiedenis.

Balgoy en Keent waren twee kleine leefgemeenschappen in een lus van de Maas in de eerste decennia van de vorige eeuw. Twee kleine kernen, die een beetje geïsoleerd lagen in een meandergebied van de rivier en samen een gemeente vormden. De loop van de Maas was in de loop van eeuwen wel een aantal keren veranderd; soms waren de kernen Gelderland, soms ook Brabant. Ten noorden liep een oude maasbedding, een moerassig gebied, wat de contacten met Wijchen niet gemakkelijk maakte. Eerder stak men met een bootje de Maas over en ging naar Grave, Neerloon of Overangel. Ook vond men de liefde aan de overkant van de Maas, in Gassel, Escharen of Overangel. Zo leefde men jaar na jaar, eeuw na eeuw. De Balgoyse mensen in evenwicht met hun omgeving.
Toch was niet iedereen tevreden. In het eerste kwart van de 20e eeuw werd de waterbeheersing op de Maas zorgwekkend gevonden. Tussen 1900 en 1927 veroorzaakte de Maas 34 overstromingen, waardoor in Den Haag werd besloten om de dijken van de Maas te verzwaren. Bij de overstromingen van februari 1926 werd geconcludeerd dat de dijkverzwaring alleen onvoldoende was. Wim Lely kreeg de opdracht om met een betere oplossing te komen. In juli kwam hij met de o.a. de aanbeveling dat tussen Grave en Blauwe Sluis 10 scherpe bochten moesten worden afgesneden waardoor de rivier met 19 km werd ingekort, hierbij ook de bocht bij Balgoy en Keent. Hierdoor zou de waterafvoer worden bevordert. De ingekorte rivier was bovendien een extra voordeel voor de intensievere vrachtscheepvaart.
Wat de Balgoyse en Keentse inwoners er van vonden werd nooit gevraagd. In een videointerview van Pagus Balgoye met Frans Berben en Harry Jans over die periode vertelt Frans dat de maaskanalisatie voor de Balgoyse en Keentse mensen “nog nie zonne ramp” was. Harry Jans wist wel te vertellen dat alle boeren in Keent werden onteigend en dat de meesten gedwongen waren te verhuizen. Sowieso, de mensen die in loop van de nieuwe Maas woonden moesten verhuizen.
Op deze plekken waar boeren eeuwenlang het land hadden bewerkt, werd tussen 1934 en 1940 gewerkt door honderden tewerkgestelden uit Nijmegen en uit het westen van Nederland. De bedding van de nieuwe Maas werd met de schop uitgestoken. Een paar mooie en illustratieve foto’s zijn te zien op de openluchtexpositie “Leven met de Maas” van stichting Het Batenburgs Erfgoed, waaronder de foto hieronder.