Schaatsen op een dichtgevroren Maas

Het wekelijkse prietpraatje van Jan van Ravenstein uit Geffen op zijn WordPress weblog is naast mijn in Geffen wonende familie een welkome informatiebron over wel en wee in het Brabantse dorp waar ik geboren ben. Deze week was de titel van z’n blog “SKOTSE”. Ik moest effe nadenken voordat ik het snapte, want wij uit Geffen komen toch niet uit “Skijndel”; volgens mij zei ik vroeger altijd “schotse”, net zoals ik dat nou nog doe in Balgoy. En natuurlijk kan ik me de Karreput nog herinneren in Nuland en ik weet ook nog dat er verschillende mensen gingen schaatsen ’s winters. Maar wij niet. Wij schaatsten in Geffen zelf, in de Bieskempes of op de Wiel bij Wimke Linders en in het begin bij onze buurman Piet van de Oever achter in den hof, want dat lag een stuk lager en liep altijd onder in de winter. Jammer dat ik er geen foto’s meer van heb!

WP142 IMG_4582

Schaatsen op het “schaatsbaantje” op de kop van de Hoeveweg in Balgoy.

Hier in Balgoy werd en wordt natuurlijk ook volop geschaatst. Wij hebben natuurlijk de Maas en het hoeft maar een paar dagen te vriezen, zoals de afgelopen week, en in de ondergelopen uiterwaarden of op het speciale schaatsbaantje op de kop van de Hoeveweg wordt geschaatst. Maar echte harde winters hebben we niet meer. Dat was vroeger.

nr1-ReinierPaping

Reinier Paping tijdens de Elfstedentocht in 1963     Foto: Bert Breed

Koud was het meer dan vijfenzestig jaar geleden zeer zeker. De barre winter van 1962-1963.  Herinneren we ons nog iets van die winter van 1963? Iedereen grofweg boven de 60 jaar die je deze vraag stelt komt met verhalen over de sneeuwstormen, het bevroren IJsselmeer en natuurlijk de Elfstedentocht. De historische beelden van een heroïsch zegevierende Reinier Paping staan in ieders geheugen gegrift. Andere Tijden, het geschiedprogramma van de NTR en de VPRO, geeft een terugblik op deze strengste winter van de eeuw, die niet alleen maar sneeuw en ijspret bracht. De winter van 1962-63 was de koudste winter van de vorige eeuw. De winter van ‘63 kenmerkte zich door een extreme lange koude periode van 10 weken en begon op 22 december en duurde tot en met 3 maart. Ook daarvoor was het al koud geweest. Van 21 tot 23 november en in de eerste week van december had het al goed gevroren. De gemiddelde temperatuur is in de wintermaanden december, januari en februari is +2,2 C. Voor 1963 is dit –3,0 C. De laagste temperatuur is gemeten op 18 januari – de dag van de Elfstedentocht – in Joure en bedroeg –20,8 C.

IMG_8796kopieZW

Op de voorgrond Wim Ariëns en op de achtergrond nog enkele Balgoyse(?) mensen op een dichtgevroren Maas. Welk jaar de foto genomen is, is onbekend. (Foto: dochter Maaike Erdmann)

Toch was de Maas in dat jaar niet helemaal dichtgevroren. Wel stukken en op sommige plaatsen zijn ook wel foto’s gemaakt van mensen op de bevroren maas (bron: BHIC). 1963 was niet het enige jaar in de afgelopen eeuw waarin de rivier deels dichtvroor, maar het was wel de koudste winter van de eeuw. Dat dichtvriezen gebeurde eveneens in (waarschijnlijk) 1956, 1954 en 1947 en (zeker) in 1942, 1940, 1929 en 1917. Hoewel er in februari 1985 ook een Elfstedentocht plaatsvond en het behoorlijk winter was, was er toen zeker geen sprake van een dichtgevroren Maas. Door de intensieve scheepvaart in de tweede helft van de vorige eeuw werd het dichtvriezen ook bemoeilijkt.

Wim Ariëns, die in 1930 te Nederasselt geboren werd, zal op de foto tussen de 20 en 30 jaar oud zijn. De vraag is dan wanneer de foto gemaakt is, in 1954 of 1956 of toch in 1963. Binnen een paar uur kreeg ik al een prachtige reactie van Joke Niessing – van Haren, die nu in Grave woont, maar die geboren is en bijna haar hele leven gewoond heeft in Balgoy. “1953 (de winter van 1953/1954). Wij zijn toen met z’n allen vanuit de school over de Maas naar Keent gelopen. Zelfs tante Anna van de Heijden heeft toen haar zus tante Mina in Neerloon bezocht. En Richard en Gerrit van Berkel hadden zand gestrooid, zodat het minder moeilijk was om te lopen.”

Natuurlijk blijft de vraag wie heeft wellicht ook nog andere mooie foto’s van Balgoyse mensen, die schaatsen op een dichtgevroren Maas?

Waarom een boek over Balgoyse minse?

2002_011 (1)

Alle Balgoyse mensen: Millenniumfoto 1999 (Bron: Ber van Haren)

Op 3 september komt mijn boek “Boeren, burgers en buitenlui – Verhalen over Balgoy en de Balgoyse minse” beschikbaar. Het is een boek over, voor en opgedragen aan Balgoyse mensen. Daarmee is trouwens het boek niet minder interessant voor al die andere boeren, burgers en buitenlui! Waarom een nieuw boek?

Balgoy heeft samen met Keent al een lange geschiedenis achter de rug. Ooit een Heerlijkheid, lange tijd een eigenstandige gemeente, in 1924 samengegaan met de gemeente Overasselt en na een referendum in 1977 een meerderheid van de Balgoyse mensen die zich uitsprak voor aansluiting bij de gemeente Wijchen, wat in 1980 ook gebeurde. En dan was er ook nog de maaskanalisatie die in 1939 Balgoy en Keent van elkaar splitste, waardoor Keent in 1958 definitief naar de gemeente Ravenstein overging en later gemeente Oss werd. Een operatie met ongekende impact voor de kleine leefgemeenschap. De specifieke ligging van de dorpen Balgoy en Keent, ingesloten tussen de rivier de Maas in het zuiden en een moeras (gevolg van de meandering van diezelfde Maas) in het noorden, maakte en maakt dat de Balgoyse en Keentse mensen een herkenbaar karakter hadden en nog steeds hebben, met een mengeling van de Brabantse gemoedelijkheid en Gelderse nuchterheid. Die mengeling maakt ze behoorlijk eigenzinnig, maar ook gezellig en tolerant; geeft ze een duidelijke eigen identiteit. Natuurlijk kregen die Balgoyse mensen ook nog eens te maken met oorlog en natuurrampen, zoals de dijkdoorbraak in 1926.

9c45b-omd-logo-met-bgl-sidebarDe titel van het nieuwe boek is een verwijzing naar het thema van Open Monumenten Dag 2017: “Boeren, burgers en buitenlui”. Net als met het OMD-thema, ligt de nadruk van het boek ook sterk op mensen en hun onderlinge economische en culturele relaties. De korte verhalen hebben betrekking op de leefbaarheid van de kleine leefgemeenschap Balgoy en zijn voorbeelden voor zowel de geboren en getogen Balgoyenaren als voor nieuwe inwoners. Het verbindt de Balgoyse en Keentse mensen met het landschap, werk, culturele leven en de bebouwing.

In 2000 werd “Pagus Balgoye” opgericht. “Pagus Balgoye” is de heemkundekring van Balgoy en Keent en kent een twintigtal actieve leden. Samen willen die de belangstelling voor de kennis van eigen omgeving, volk, gebruiken bevorderen en heemkundig waardevolle overblijfselen conserveren en bewaren.

5c15e-photo5001123

Mijn opa Piet “de Corrie”en zijn echtgenote Lena van Tuijl

Dat ikzelf daar graag deel van wil uitmaken is niet verwonderlijk als je mijn achtergrond kent. Afkomstig uit het Brabantse dorp Geffen en vernoemd naar mijn opa, de plaatselijke kruidenier, Piet van Erp, is de interesse voor de plaatselijke geschiedenis en zijn mensen niet raar. Die interesse is met de paplepel ingegeven door de generaties voor mij. Ik ben opgegroeid en opgevoed met buurten en verhalen vertellen. Mijn opa Piet van Erp, Piet “de Corrie” (zoon van Cornelis van Erp) had een kruidenierswinkeltje midden in Geffen, in de Kloosterstraat. Nadat opa was gestopt met de winkel, zijn ome Frans en ome Toon nog lang doorgegaan met verkoop aan huis en ik mocht vaak meegaan. In de winkel gingen verhalen uit het dorp over de toonbank en voor de winkel werd veel gebuurt. Ome Harrie en ome Kees werkten bij “de Post” en mijn vader, ome Frans en ome Albert waren duivenmelkers. De “Corries” zijn een hechte familie met een lange traditie van verhalen vertellen over de Geffense mensen en hun gebruiken. Wie de familie kent, wie mij kent, weet ook dat ze nooit als eerste naar huis gaan als ze aan het buurten slaan.

Wim Verhoeven 2000

Wim Verhoeven

Het was dan ook geen straf om kennis te maken met de verhalen van en over de typische Balgoyse mensen met namen als Hammen, Jans, Stevens, de Bruijn, Berben, Dinnissen, Arts, Willems en van Haren. De boeken van Wim Verhoeven en later Ries van Haren hebben mijn interesse voor de Balgoyse geschiedenis mee bepaald. De boeken van Wim Verhoeven bevatten veel relevante informatie en foto’s en zijn bovendien doorspekt van anekdotes en Balgoyse overlevering, waardoor ze heel prettig lezen.

Ries van Haren

Ries van Haren

Naast Wim Verhoeven heeft ook Ries van Haren zijn sporen verdiend met zijn visie in verhaal en dichtvorm op met name het Balgoyse en Keentse agrarische leven. Ries schrijft op zijn eigen Balgoyse wijze gedichten en verhalen met veel nostalgie en zeker ook maatschappelijke betrokkenheid. Heel veel overlevering van Balgoyse mensen zijn door Wim en Ries op papier gezet.

We moeten nooit ophouden met deze overlevering! Het verbindt de mensen in het dorp en bevordert daardoor de leefbaarheid en sociale cohesie. Dit boek is een poging om een bijdrage te leveren aan die overlevering. Een nieuwe tijd kent nieuwe vormen en ik heb de afgelopen jaren geprobeerd om middels website van Pagus Balgoye, facebook, QR-codes en een weblog een stukje verhaal van het Balgoy toen en nu te vertellen. Wel op mijn manier, met veel feitelijke informatie uit documenten die in archieven zijn bewaard gebleven. Een deel van die informatie kunt u terugvinden in het nieuwe boek.
Lees, leer en geniet ervan!

 

Wilhelmus van Erp – Tweede burgemeester van Geffen en eigenaar van molen de Vlijt

Willie van Erp (links) en
zoon Arnout laten de kaft
van hun nieuwe boek zien.

Mijn broer Willie en zijn zoon Arnout hebben in de afgelopen drie jaren zoveel informatie verzameld over Wilhelmus van Erp, een van onze voorvaderen, dat ze besloten er een boek over te schrijven. Wilhelmus (1802 – 1883) was de tweede en langstzittende burgemeester van Geffen, en eigenaar van molen De Vlijt. Geffen is het Brabantse dorp waar ik geboren ben en meer dan twintig jaar van mijn leven heb gewoond.
Wilhelmus van Erp werd in 1833 benoemd tot burgemeester van Geffen. Zijn leven en regeerperiode vielen midden in een tijdvak tussen de Franse Revolutie (1789) en het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914). In deze periode ontwikkelde de wetenschap en technologie zich met rasse schreden, wat zorgde voor een materialistische levensbeschouwing en een geloof in de vooruitgang. Toch was hiervan nog niet veel te merken op het Brabantse platteland. Armoede was dan nog steeds de standaard. Het onderwijs was nog slecht en zeker niet toegankelijk voor alle kinderen. Burgemeester, pastoor, notaris, dokter en enkele andere notabelen hadden het voor het zeggen. In Geffen, en op het Brabantse platteland in het algemeen, was het een tijd van traditie en stilstand, of een heel langzame vooruitgang in sommige sectoren. In 1862 beëindigde Wilhelmus van Erp zijn burgemeesterschap. In het boek worden zijn leven en werk beschreven aan de hand van aktes en ander schriftelijk bewijs. Hij kocht in 1864 molen De Vlijt en ook het hele verhaal van deze molen met al zijn eigenaren wordt in het boek beschreven.
Geffen 1880: midden molen De Vlijt, links De Zeldenrust (1).
In 1883 overleed Wilhelmus van Erp in Geffen op 80-jarige leeftijd. Hij was niet meer ‘bij zijn verstand’. Tijdens het leven van Wilhelmus heeft Geffen toch wel een ander gezicht gekregen. Het centrum van het dorp is vanaf “De Heuvel” naar de Molenstraat verplaatst met de in 1840 gebouwde burgemeesters-woning en het in 1856 opgerichte gemeentehuis en plein, genaamd ’t Dorp. In 1876 verplaatste Wilhelmus van Erp molen De Vlijt vanaf de Papendijk naar een perceel naast zijn burgemeestershuis. Samen met molen De Zeldenrust, eveneens gesitueerd aan de Molenstraat, vormde dit het nieuwe beeld van Geffen aan het einde van de negentiende eeuw.
Het boek geeft een prachtig tijdsbeeld van een Brabants dorp in de periode 1800 – 1900, zeker niet alleen interessant voor familie en Geffenaren. De auteurs hechten aan een feitelijk relaas, goed onderbouwd met originele documenten, aktes, kadasterkaarten en foto’s, historisch en genealogisch verantwoord dus.
Dit was al het uitgangspunt vanaf het allereerste begin van onze genealogische zoekacties. Het begon in 1989 toen mijn vrouw Ans met de wetenschap dat haar opa Piet Jans uit Escharen kwam, op zoek ging naar meer genealogische informatie in het streekarchief in Grave. Ook ik werd nieuwsgierig en niet veel later werd begonnen met de stamboom van van Erp uit Geffen en was ik regelmatig in het BHIC in Den Bosch te vinden. Vanaf 1989 werd de gevonden informatie gedeeld op genealogieonline. Iets meer dan vier jaar geleden stapte ik over op MyHeritage om de gevonden gegevens weer te geven en te beheren; deze genealogische database en website is alleen toegankelijk voor leden. Het betreft niet alleen de van Erp stamboom, maar de database bevat meerdere gelinkte stambomen met o.a. de namen Jans, van Overbeek, Elbers en van de Koolwijk, in totaal meer dan 4000 personen met veel foto’s, aktes en andere genealogische documenten. Arnout ziet de genealogische verzameling als een uitdaging en gaat de stamboom van onze van Erp familie verder invullen en wordt mede beheerder van de Myheritage website. Het duurt niet lang of Arnout stuit op Wilhelmus van Erp, de zoon van Joannes van Erp. Joannes is een broer van Adrianus van Erp, onze stamvader en de zoon van Jan Rutte van Erp. Hij vraagt zijn vader hem te assisteren.
Deel van de stamboomgegevens (2) waarin de relatie wordt aangegeven tussen de verschillende Geffenaren met de achternaam van Erp. Vele Geffenaren met de achternaam Van Erp zijn familie. Niet alleen onze stam (met de bijnaam ”Corrie”), maar ook de bijnamen als “Smid” en “Zouaaf” zijn rechtstreekse afstammelingen van Jan Rutte van Erp.
Cornelis (Corrie) van Erp met
echtgenote Johanna Hermes
rond 1920
Winkeltje met kruidenierswaren
en zuidvruchten in de Kloosterstraat (3)
Piet en Lena van Erp van Tuijl voor
hun winkel in de Kloosterstraat in 1959
Waar komt die interesse in onze voorvaderen vandaan? Of beter gezegd vanwaar onze belangstelling in de kennis van de eigen omgeving, de Brabanders, de gebruiken en heemkundig waardevolle overblijf-selen. Ik denk dat het met de paplepel is ingegeven door de generaties voor ons. We zijn opgegroeid en opgevoed met “buurten” en verhalen vertellen. Horeca is een goede voedingsbodem en we stammen af van een familie met een lange horeca historie. Het café tegenover de kerk wordt door menig Geffenaar “De Gover” genoemd. Onze voorvaderen, Jan Rutte van Erp, zoon Adriaan van Erp en diens kinderen en kleinkinderen, zijn de oudst bekende uitbaters van deze horecagelegenheid (4). Mijn opa en naamgenoot Piet van Erp, Piet “de Corrie” (zoon van Cornelis van Erp) had een winkeltje midden in Geffen in de kloosterstraat met kruidenierswaren en zuidvruchten. Nadat opa was gestopt met de winkel zijn ome Frans en ome Toon nog lang doorgegaan met verkoop aan huis, eerst met paard en wagen en later ome Toon nog met een klein soort “SRV-wagen”. In de winkel gingen verhalen uit het dorp over de toonbank en voor de winkel werd veel “gebuurt”. Ome Albert had later o.a. een café (Nooit Gedacht) in Oss waar mijn vader Jan van Piet de Corrie regelmatig ging oberen. Ome Harrie en ome Kees werkten bij “de Post” en mijn vader en ome Frans waren duivenmelkers. De Corries zijn een hechte familie, met een lange traditie van verhalen vertellen over de Geffense mensen en hun gebruiken. Wie de familie kent, wie Willie of Arnout kent, weet ook dat ze nooit als eerste naar huis gaan als ze aan het buurten slaan.

 

De boekpresentatie, in samenwerking met Heemkundewerkgroep Vladerack, zal plaatsvinden op zaterdag 21 mei van 14.00 tot 16.00 uur bij molen De Vlijt in Geffen, met muzikale ondersteuning van blaaskapel De Pompzwengels.
Daar vindt u een inkijkexemplaar en kunt u inschrijven voor het boek dat € 15,50 zal gaan kosten. Bij voorinschrijving betaalt u slechts € 13,50.
Graag nodigen wij u uit om er een gezellige middag van te maken. De molenaars van molen de Vlijt zullen bij genoeg wind de molen laten draaien.

Bronnen:
(1) Geffen in oude ansichten, G.H.J. Ulijn, 1971, Zaltbommel.
(4) Een pot nat. De historie van de Geffense horeca van 1840 tot 2010, Ruud Verhagen, 2010, Geffen