Unne prachtige Balgoyse mins, Thijs van Piet van Sjarreltjes.

Thijs van Haren, Thijs van Piet van Sjarreltjes, thuis in de Veldsestraat (Bron: Astrid Huis Fotografie)

Een echte Balgoyse mens is niet meer. Thijs van Haren overleed op 4 december 2019. Toen ik het in memoriam hoorde, uitgesproken tijdens de uitvaart op 9 december door zijn beide zoons Charles en Martijn, wist ik meteen dat er geen mooier levensverhaal te bedenken en te schrijven is. Met hun toestemming krijgt het een plaats op dit blog over Balgoyse mensen en hun geschiedenis. Niet opgeschreven in het Balgoys dialect, zoals het werd verteld; dat komt misschien later nog wel eens. Een schoenmaker blijft bij zijn leest en een Brabander probeert geen Balgoys te schrijven.

Cafe de Valk, met aan de linkerkant de bakkerij

Op 16 april 1941 werd in Balgoy, in de woning boven de bakkerij van Miemke de Valk aan de Hoeveweg, de oudste zoon van Piet en Anna van Haren geboren. De eerste jaren woonden ze daar, tot ze verhuisden naar de Veldsestraat, waar Piet een boerderij kocht om met het alsmaar groter wordende gezin te kunnen wonen. Toch kwam Thijs nadat ze verhuisd waren nog veel in de bakkerij om bij Miemke te werken. Daar kon hij mooi over vertellen. Hoe hij met Miemke de rozijnen voor het krentebrood sorteerde en de steentjes eruit haalde en hoe hij ’s winters tot de knieen door de sneeuw ging om de bestellingen weg te brengen. Verhalen vertellen dat kon Thijs! Pas op, NOOIT gelogen, maar wel altijd een beetje aangedikt, want een verhaal moet je wel kunnen brengen natuurlijk! En dat kon Thijs. Als er iemand wist hoe je een verhaal moest vertellen, dan was Thijs dat wel.

Gezin Piet van Haren en An Ariens, met kinderen Bets, Pietje, Dientje, Thijs en Willy

Na de lagere school zat Thijs een paar jaar op het seminarie, maar dat hield hij redelijk snel voor gezien, want pastoor worden was toch niks voor hem. Hij ging iets met chemie doen en bij Organon in Oss werken en later bij Rengers in Wijchen. Maar toen moest Thijs eerst het leger in en hoewel hij bij z’n kameraden zeer geliefd was en ze regelmatig allemaal in Balgoy kwamen mee eten, waren de meerderen zeker niet altijd tevreden met hem. Thijs zat nogal eens in de cel, omdat hij zich moeilijk gedeisd kon houden. Nee, gezag was niet Thijs z’n ding! Hij was eerder antiautoritair. En…, ik weet niet of de gemiddelde lezer dat weet, maar hij kon ook best eigenwijs zijn. De Balgoyse mensen zullen dat wel kunnen beamen denk ik. Thijs heeft aardig wat bazen en bedrijven versleten, deels omdat hij carrière wilde maken, maar misschien ook wel deels omdat het samenwerken met die bazen niet zo goed ging.

Toen vader Piet van Haren in Duitsland z’n geld ging verdienen, en de hele week van huis was, kreeg Thijs de verantwoordelijkheid voor d’n hof. Meer dan eens vertelde hij dat als zijn vader dan na een week weer thuis kwam, ze dan eerst een rondje door d’n hof maakten, en dan pas ging Piet naar zijn vrouw Anna kijken. Daar heeft Thijs de liefde voor het tuinieren opgedaan, want d’n hof was zijn grote trots. Vol overgave kon hij vertellen over de geweldige kolen, bonen en sla die hij had. Hij had wel honderd tomaten aan één struik! Z’n broer Wim had ze geteld; hij had weer overdreven, het waren er maar zevenennegentig. En van al wat hij teelde gaf Thijs de helft af aan een ander.

Op z’n eenentwintigste ging zijn Balgoyse kameraad, Bennie Overman, vrijen in Wijchen. Bennie had een meidje leren kennen, Trees heette ze, maar die was nogal jong en Bennie wist niet goed hoe die dat moest aanpakken. “Gewoon goan” zei Thijs, “ik goi wel mi”, en zo leerde Thijs de vriendin van Trees kennen, want die had voor de zekerheid ook maar haar vriendin meenenomen. Die vriendin heette Thea Hofman, en vorig jaar hebben Thijs en Thea samen nog hun 50-jarige bruiloft mogen vieren.

Piet van Haren en zoon Wim gaan werken (Bron: film Balgoyse minse 1965 van Cor vd Berg)

Nadat Thijs bij Rengers stopte zei z’n vader: “Jong got toch mi ons mi in Duitsland werreke, dor kunde goud geld verdiene”. En zo kwam Thijs in de bouw terecht, eerst als üpperman, en later als timmerman, verdiende hij zijn boterham in de bouw samen met zijn vader en z’n broers en later met zijn neven. Hij deed het graag, maar hij heeft er zich wel letterlijk kapot gewerkt, twee versleten nekwervels en drie versleten rugwervels en een versleten knie waren het gevolg, want half werk dat kende Thijs niet. As er iemand wist wat hard werken was, dan was dat Thijs.

gezin Thijs en Thea van Haren met zonen Martijn en Charles, mei 1999, bij voordeur Veldsestraat 11

En met hard werken hebben Thijs en Thea, samen met de rest van de familie, hun eigen huis aan de Veldsestraat gebouwd, waar ze meer dan 50 jaar gewoond hebben. Overal waar hij kon ging Thijs helpen en hij hoefde er nooit iets voor te hebben. Vaak bleef er bij Thijs en Thea thuis van alles liggen wat eigenlijk gedaan moest worden, omdat iemand Thijs vroeg of hij eventjes kon helpen. Thijs heeft altijd voor een ander klaar gestaan, een leven lang. “Hij was handig, maar als het dan een keer niet lukte, kwamen er ook wel eens uitspraken voorbij, die hier in de kerk niet herhaald kunnen worden”, zei zoon Martijn tijdens de uitvaart. Thijs was een hele sociale mens, zelfs op vakantie hielp hij mensen die hulp nodig hadden. Het gezin, Thijs, Thea en hun beide zonen Charles en Martijn, waren in Joegoslavie toen daar een windhoos door het dorp van de ober trok. Die stond in tranen te vertellen dat hij niet wist hoe het met zijn ouders was. De volgende morgen vroeg waren ze alle vier, inclusief de ober, onderweg dwars door joegoslavie om te gaan kijken hoe de situatie bij de ouders van de ober was. Zo was Thijs.

Thijs tussen de harmonieleden; helpen met opbouwen van de fancy fair in 2003
Pastoor Arts in dierentuin Noorder zoo Emmen, vlnr: Thea van Haren, zuster Petronella, Thijs van Haren en pastoor Arts, augustus 1996

Thijs heeft veel gedaan voor andere mensen, maar ook voor het verenigingleven in Balgoy was hij altijd in de weer. En niet alleen hand en spandiensten, nee, Thijs had een uitgesproken mening en was niet te beroerd om in diverse besturen het voortouw te nemen. Hij heeft de drumband mee opgericht, de carnavalsvereniging, waar hij nog 7 jaar voorzitter van is geweest en hij heeft er voor gezorgd dat het schoolbestuur zelfstandig werd van het kerkbestuur. Altijd met een groot rechtvaardigheidsgevoel en op zijn mond was hij ook niet gevallen, want hij zei wat hij vond, ook als dat niet altijd door iedereen in dank werd afgenomen. Maar daar had Thijs lak aan, hij gaf iedereen ongezouten zijn mening en daar moesten de mensen het dan maar mee doen. Hij heeft daarom misschien wel wat vijanden gemaakt in het leven, maar veel meer vrienden, want voor alles was Thijs een gezelligheidsliefhebber, die niets liever deed dan gezellig buurten met een pilske erbij. Ook bij de harmonie, waar hij een groot fan van was, heeft Thijs altijd meegeholpen met de rommelmarkt. Tijd kende hij dan niet; hij ging nooit naar huis, hij bleef liever nog eventjes zitten om een mooi verhaal te vertellen en op een gegeven moment natuurlijk zijn stem te laten schallen. Want zingen was het liefste wat hij deed. Hoewel hij het jammer vond dat zijn kinderen niet zongen, kwam Thijs wel trouw naar alle concerten luisteren waar Charles op de trombone en Martijn op de trompet muziek maakten. Behalve als hij zelf moest zingen, want dat ging altijd voor!

Het begon al vroeg thuis, waar de hele familie onder aanvoering van Piet van Haren zong. Zo werd Thijs al op jonge leeftijd “gedwongen” door de “ouwe Overman” om bij het kerkkoor te gaan, want “anders hoefde ie nie mer langs te komme”. Thijs zong veel en vaak en dat had gevolgen, want niet alleen in Balgoy, maar tot ver in de omtrek kenden ze de kwaliteiten van Thijs als zanger. Op vakantie was hij eens in een vreemde kerk en wou hij de akoestiek testen. Thijs zette de Panis in en de hele kerk viel stil en stond met open mond te luisteren naar die vreemde zanger. Thijs was een geweldige bas-bariton, die op het laatst bij vier koren zat, het AMDG in Nijmegen, de Bronzen Stemmen, Cantabile en in Balgoy in het koor. En als hij gekund had zou Thijs nog wel bij vier meer koren hebben kunnen zitten, want iedereen kende hem en wou hem bij zijn of haar koor hebben. Het zou dus inderdaad zomaar kunnen, zoals wel beweerd werd in Balgoy, dat Thijs 100 keer de nachtmis gezongen heeft.

Het gemengd zangkoor in Balgoy (2017)

Ongeveer zestien jaar geleden kreeg Thijs voor het eerst te maken met een levensbedreigende aandoening. Zijn aorta sprong en hij moest op stel en sprong geopereerd worden. Dat was de eerste keer dat Thijs door het oog van de naald kroop. “Maar ons pap was unnen taaie, die gaf het nie af, nog nie misschien”, zei Charles bij het afscheid in de kerk. Vervolgens kreeg Thijs blaaskanker, een levensgevaarlijke bacterieinfectie en longkanker. Maar hij vocht zich er elke keer weer bovenop en bleef altijd positief.

“Hij wilde ok noit gehuldigd worre”, zei Martijn. Een lintje zou Thijs geweigerd hebben en een kerkelijke onderscheiding ook, maar hij was wel erg trots op zijn vrouw Thea, toen die een koninklijke onderscheiding kreeg. Dat had ze wél dik verdiend, vond hij. Als voorzitter van het kerkbestuur en als voorzitter van het koor heeft Thijs verschillende kerkelijke onderscheidingen voor andere mensen aangevraagd, maar zelf …
“As ze van het bisdom nog te lamlendig zijn om uit Den Bosch te komme um um an te biede, dan meuge ze em van mijn hauwe”. En ook: “Ik zing vur mun plezier, doar hoefde nie vur onderscheide te worre. Doe mar gewoon, de’s meer as zat”, aldus Thijs.

Toen zoon Charles een paar weken geleden voorstelde om bij de begrafenis eens goed uit te pakken: “dan loate we ut Koor het Requiem van Mozart instudere, en dan regel ik een orkest, dan zulle we ut in de kerk es loate dondere”, toen schudde Thijs zijn hoofd en zei, “moi klein houwe”. Voor Thijs geen flauwekul. Thijs van Haren, die overal in de omgeving op begrafenissen ging zingen, die op ik weet niet hoeveel bruiloften voor niks ging zingen, wou zelf geen groots afscheid. Maar dat vonden Charles en Martijn niet goed tijdens de begrafenis: “Wij veinde de dizze mins, dun beste zanger die we kennen, een groots afscheid verdiend. En durrum willen wij jullie allemaol vroage um vur dizze mins te goan stoan vur un latste eerbetoon vur dizze prachtige Ballogoyse mins, vur Thijs van Piet van Sjarreltjes” En zo kreeg Thijs een welverdiend staande applaus als laatste eerbetoon van iedereen in de kerk. Een mooiere en uniekere onderscheiding had niemand kunnen bedenken.

Bron: In memoriam uitgesproken door de broers Charles en Martijn van Haren tijdens de uitvaart van hun vader Thijs van Haren op 9 december 2019 in de H. Johannes de Doperkerk in Balgoy.

2 gedachtes over “Unne prachtige Balgoyse mins, Thijs van Piet van Sjarreltjes.

Plaats een reactie